Samenvatting Literatuur Ruimtelijke Vraagstukken Europa 21-6-2021
Week Hoofdstukken/ Inhoud
Hoorcolleges
4 Hoofdstuk 10 Migratie; een strijdpunt in de EU
Hoorcollege 4 Migratie naar en binnen Europa.
5 Hoofdstuk 4 Landelijke gebieden; landbouw, beleid en cultuurlandschap
Hoorcollege 5 Europese landbouw, cultuurlandschap en ‘Green Deal’.
6 Hoofdstuk 8 Steden; de vele werelden van een stad
Hoorcollege 6 Stedelijke samenleving, toenemende diversiteit
7 Hoofdstuk 9 Toerisme; economische gangmaken met schaduwzijde
Hoorcollege 7 Midden- en Oost-Europa in vergelijking met West-Europa
8 Hoofdstuk 11 Staten & naties; politieke-culturele grenzen vallen niet
samen
Hoorcollege 8 Staten, naties en grenzen
Hoofdstuk 10- Migratie; een strijdpunt in de EU
Migratie is iets wat we al heel lang kennen, het is van alle tijden en plaatsen.
Europa was vanaf de 17e eeuw tot WO2 een expulsiegebied, dit was de omvangrijkste
lange afstandsmigratie uit de wereldgeschiedenis. Vanaf jaren 60 in NL wel weer in
vestigingsoverschot door aannemen van gastarbeiders (vanaf jaren 70 uit Turkije en
Marokko). Eerst werd er wel gedacht dat ze terug zouden keren, maar NL werd vanaf 1983
officeel een migratieland.
Oorzaken van migratie
1. Economische motief; vaak de belangrijkste reden voor migratie
2. Vrijwillige migratie; voor een betere toekomst/ een partner
3. Afgedwongen migratie; oorlog, discriminatie of vervolging
4. Plaatselijke omstandigheden; droogte, wateroverlast of armoede
5. Chain migration; als er koloniale, politieke, economische of culturele banden tussen het
land van herkomst en land van bestemming zijn.
6. Push-pull model van Lee; pushfactoren zorgden ervoor dat mensen het land willen/
moeten verlaten en pull factoren waarom ze kiezen voor een bepaalde bestemming.
Kritiek in werkelijkheid is dit complexer, niet iedereen kan migreren.
7. Paradox; armoede als pushfactor en ontwikkeling van het land zorgt voor minder
migratie. Maar hogere welvaart zorgt ook voor een toename in migratie; men heeft
namelijk meer te besteden om te migreren. Pas bij een flinke toename van welvaart zal
de behoefte voor migratie afnemen.
8. Hoe beter opgeleid mensen zijn, des te groter de kans dat men moet verhuizen/ migreren
om een baan te vinden die aansluit op hun opleidingsniveau.
Reguleren van migratie
Migratiestromen worden in sterke mate bepaald door migratiebeleid, er waren eerst harde
grenzen tot na de 2de WO, geleidelijk aan werden ze steeds zachter.
Migratiebeleid van burgers binnen de EU steeds vrijer
- Verdrag van Rome; beginsel dat staatsburgers van een EU-land mogen werken in een
andere EU-lidstaat.
- Verdrag van Maastricht; elke persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, is een
burger van de EU, waardoor er open grenzen kwamen.
- Schengenovereenkomst; reizigers binnen deze landen hebben geen paspoortcontrole.
Voor een goed functioneren buiten grens van de EU is een belangrijke voorwaarde het
1
,Samenvatting Literatuur Ruimtelijke Vraagstukken Europa 21-6-2021
functioneren van de Schengen. Schengen gaat alleen over de opheffing van
persoonscontrole.
- Frontex; grensbewaking van de EU.
- Door vluchtelingencrisis in 2015 is er een zwak asielbeleid en staat Schengen onder
druk.
Migratiebeleid van burgers buiten de EU
- Geen sprake van krachtig beleid voor personen uit niet EU-landen
- Legale migratie; niet EU-burgers komen naar EU voor studie, familiebezoek of werk.
Lidstaten bepalen wie wordt toegelaten, zij krijgen een (tijdelijke) verblijfsvergunning.
- Blue card; om hoger opgeleiden te trekken, het is slechts een tijdelijke
verblijfsvergunning. Dit is nog geen succes, o.a. door de verschillende regels en
procedures per lidstaat. Dit is te vergelijken met de green card in de VS.
- Onregelmatige migratie; persoon die na een ingewikkelde en/of gevaarlijke route naar de
EU reist en een asielaanvraag indient. Hierbij is het EU-beleid zwak; nauwelijks manieren
om legaal binnen te komen en er is een gebrek aan harmonisatie
- Dublinverordening; ‘asiel shoppen’ tegen gaan, een asielzoeker mag zich maar in één
land registreren. Niet in elk land asiel aanvragen.
Arbeidsmobiliteit staat hoog op de politieke agenda, maar een goede analyse is moeilijk;
- Eurostat verzamelt namelijk pas sinds 2015 gegevens hierover en is afhankelijk van wat
landen aanleveren en is niet altijd vergelijkbaar.
- Gegevens worden verzameld op verschillende schaalniveaus
- Dankzij de vrij mobiliteit in de EU is er voor verhuizers maar een beperkte plicht om zich
als woonachtige of werkende te registreren
- Mobiliteit is meer dan arbeidsmigratie; in cijfers wordt niet consequent de
arbeidsmigranten van de andere migranten onderscheiden
- Zowel de EU als de VS doen allerlei veranderingen voor op de arbeidsmarkt, die zich niet
altijd doordringen in het publieke debat
Interne mobiliteit EU
- Lastig door de verschillende talen binnen de EU
- Elk land heeft zijn eigen stelsel van sociale voorzieningen, pensioenregeling,
hypotheekregels, etc. Er is een gebrekkige harmonisatie van regels.
- Schijnconstructie; gesjoemel met bv. contacten van uitzendkrachten en zzp’ers
Er is vrije mobiliteit van personen en vrije mobiliteit van diensten. Uitzendkrachten en zzp’ers
kunnen hun werk aanbieden voor een prijs die lagers is dan het salaris van de mensen in
loondienst. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie en verdringing op de arbeidsmarkt. Sociale
dumping; verslechtering van arbeidsvoorwaarden.
Er kwamen hervorming dienstenrichtlijnen onder het motto; gelijke beloning voor gelijk werk
op dezelfde plek, maar Oost-Europa was hiertegen omdat het concurrentievoordeel
weghaalt. Veel mensen in Oost werken elders om meer geld te verdienen en sturen dan
Remittances (geld dat naar verwanten in hun oorspronkelijke land van herkomst wordt
gestuurd)
Er zijn voor- en tegenstanders als het gaat om de opname van asielzoekers.
Het wordt steeds moeilijker om Europa te bereiken; je moet de juiste papieren bezitten en er
zijn strenge grenscontroles. In het verdrag van Geneve staat dat je asielzoekers die papieren
2
,Samenvatting Literatuur Ruimtelijke Vraagstukken Europa 21-6-2021
missen niet hiervoor kunt aanrekenen, maar dat poorten van de EU wel steeds meer dicht
zijn.
Dit biedt kansen voor smokkelaars. Routes voor smokkelen;
- Middellandse zeeroute
- Balkanroute
Als een route belemmeringen heeft dan gaan ze naar een nieuwe route; waterbedeffect.
Om grenscontroles te vermijden, maken ze gebruik van kleine, wrakke bootjes. Dit zorgt voor
veel doden; in de afgelopen 15 jaar in de middellandse zee zo’n 35.000 doden.
- Meeste bootmigranten komen in Griekenland, Italië of Spanje aan.
Belangrijkste opvanglanden; Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zwitserland
- Chain migration; netwerken zorgen ervoor dat migratiestromen een specifieke richting
aannemen en dat er op bepaalde plekken (in bepaalde steden) groepen migranten uit
eenzelfde gebied van herkomst te vinden zijn.
Er was 20 jaar geleden een non-beleid inzake migratie; lidstaten wensten (en wensen) geen
EU-harmonisering van hun asielsystemen. In landen verschillen procedures dan enorm en
krijg je asielshoppen. Terwijl dit volgens de Dublin-overeenkomst niet mag.
- Circulaire migratie; vorm van migratie die goed past bij de filosofie van vrij verkeer
- Migratie paradox; moeilijk om een land binnen te komen, dus men zijn minder snel
geneigd om terug te keren. Als het eenvoudig was om heen en weer te gaan, zouden
migranten veel mobieler zijn.
Transnationale migranten en transnationaliteit; gevestigde migranten zijn nog veel op
hun herkomstland gericht, ze assimileren slecht en behouden hun eigen identiteit heel erg.
Reactief transnationalisme; terugtrekken in hun eigen identiteit, als reactie op populistische
bewegingen in het nieuwe land. Een ‘parallelle samenleving’
Veel weerstand; steeds meer stemmen op nationale anti-migratiepartijen. Niet alleen
weerstand tegen niet-Europeanen, maar ook tegen andere Europese landen.
Soms zijn mensen ook blij met migranten, ze gaan de vergrijzing en het leeglopen van
gebieden tegen.
Dublinverordening is nu dood, maar er is nog geen goed alternatief.
Hoofdstuk 4- Landelijke gebieden; landbouw, beleid en cultuurlandschappen
Ontvolking in rurale gebieden begint eind 19e eeuw door industrialisatie en verstedelijking.
Perifeer landelijk gebied; het rurale gebied dat ver buiten de daily urban system (de
centrale stad en de omliggende woongebieden van forensen en bedrijfsterreinen) ligt.
Urban field; de stad en de omliggende woongebieden van forensen en bedrijventerreinen.
De landbouw biedt in de meest perifere gebieden geen kans meer op een enigszins
acceptabel bestaan.
Ontvolkte of bijna ontvolkte gebieden die landschappelijk en ecologisch waardevol zijn,
kunnen wel een nieuwe functie krijgen. Bv. Rewilding Europa en ecotoerisme.
Om te onderzoeken naar de mate waarin lokale samenlevingen en actoren het vermogen
hebben om door eigen handelen hun toekomst vorm te geven, moet er onderscheidt worden
gemaakt tussen;
- Condities; externe omstandigheden die voor de regio wel relevant zijn, maar waarop
actoren geen invloed kunnen uitoefenen.
3
, Samenvatting Literatuur Ruimtelijke Vraagstukken Europa 21-6-2021
- Hulpbronnen; resources waarover het agrarisch gebied zelf beschikt, in het regionaal
beleid van de EU bekend als ‘untapped potentials’
Kenmerken
- Situation; de relatieve ligging van een gebied
- Site; de eigenschappen van het gebied zelf
Kaiserstuhl en Emmental; twee berggebieden die weinig gemeen hebben.
Emmental; dichter bevolkt, beide hebben wel één landbouwproduct. Veel verspreide boeren.
Kaiserstuhl; door löss en droog klimaat veel wijnbouw.
Strategie van beide valt op.
Traditionele strategie; Boeren richten coöperaties op om collectief winst te maken en niet
afhankelijk te zijn van opkopers.
Hedendaagse strategie; naast boerenbestaan een parttimebaan nemen in dichtstbijzijnde
stad. Ook het creëren van evenementen rondom de boerderij voor extra inkomen.
De verscheidenheid tussen gebieden is vervangen door verscheidenheid binnen gebieden.
Verschil tussen boerengebieden vlakbij welvarende steden (grootstedelijke regio’s) en
afgelegen boerengebieden.
Nationaal beleid
- Europa is georganiseerd volgens het principe van de vrijemarkt economie. Dus
concurrentie, groei en efficiency. Dit zorgt ook voor polarisatie.
- Rurale deprivatie; achterstand in perifere gebieden
- Overheden doen pogingen om de ‘verliezers’ bij te staan door middel van subsidies of
belastingvoordelen. Overheid is in perifere gedeelten de voornaamste werkgever
geworden, door het verplaatsen van overheidsinstellinge naar deze gebieden te
verhuizen. Toch wonen ook veel mensen heel gelukkig in perifere delen.
Soorten sturing
- Hiërarchische sturing; overheid voert autoritair gezag uit, deze tijd is voorbij
- Netwerksturing; de overheid is een van de vele min of meer gelijkwaardige partners in
een netwerk van partijen geworden.
- Zelfsturing; direct betrokkenen nemen zelf het initiatief zonder overheid
Van top-down naar bottom-up, van exogeen naar endogeen en van verzorgingsstaat
naar participatiesamenleving.
Europese landbouwbeleid
Landbouw was het eerste gemeenschappelijke beleidsterrein van de EU. GBL;
gemeenschappelijke landbouwbeleid.
Productiesubsidies zorgden voor overproductie meer productie betekent hogere uitgave
voor de EU. Er moest iets gedaan worden tegen de overproductie en inkomen v.d. Boeren.
Plan Manscholt (ministerie van landbouw geweest) was grondlegger van GBL
- Zijn ergernis aan protectionistische beleid in Europa overtuigde hem om in de EEG een
gemeenschappelijk beleid te introduceren. Overeenkomst van de GLB was een basis
voor verdere Europese integratie, ook op andere terreinen.
- Er waren te veel boeren op te weinig grond, resultaat was radicaal plan, met
schaalvergroting en verkleining landbouwareaal.
- Bedoeling was dat boeren een fatsoenlijk inkomen kregen met kortere werkdagen.
- Veel verzet tegen dit plan, voelde als aanval op traditionele familie landbouw.
- Wordt nu gezien als een mislukte poging voor een revolutie
- Ondanks afgekeurd; schaalvergroting en industrialisatie werd wel toegepast
4