Hoorcollege week 3 BPR-
Executie en beslag, kort geding
Zoektocht naar verhaal
Tot nu toe: zoektocht naar het recht krijgen. Bewijsrecht speelt een grote rol: art.
150 Rv. Tenzij, uit de wet een andere regel voortvloeit: indien regel, tenzij regel
(wettelijke vermoeden) wetgever gaat er van uit dat iets is, en dan is het aan de
wederpartij om tegenbewijs leveren. En redelijkheid en billijkheid: niet snel de RB
brengt met zich mee dat er een omkering van bewijslast is.
Dan komt de rechter met een beslissing, bij de beslissing is het van belang dat je in
kaart kunt brengen wat voor een beslissing het is. Daarvoor heb je nodig dat je het
petitum afneemt tegen het dictum. Petitum is van belang voor dictum en dictum is
van belang voor de tenuitvoerlegging. Uiteindelijk gaan we procederen om het recht
dat we hebben ook te krijgen, als dat recht verkregen is (veroordelend dictum vast)
dan komt de vraag hoe we het dictum kunnen bewerkstelligen: de
tenuitvoerlegging
Bijvoorbeeld: in het petitum staat dat de gedaagde wordt veroordeeld om 100€ te
betalen. In het petitum staat dat dat uitvoerbaar bij voorraad moet worden betaald,
en dat de gedaagde wettelijke rente + proceskosten is verschuldigd en moet betalen.
Dat vonnis heb je dan als eiser, maar dan rijst de vraag hoe je deze vorderingen
krijgt? Dan zit je midden in het executierecht vermogensbestanddelen zoeken
waarmee je jouw vermogen zou kunnen halen.
In de praktijk:
Eerst conservatoir beslag voordat je gaat procederen kijken wat het vermogen
van de gedaagde is en of je een vermogensbestanddeel van de gedaagde kan
bewijzen wat je later als je je vordering conform petitum die bedragen op dat
vermogensbestanddeel van de gedaagde kan verhalen. Dan leg je een
conservatoir/bewarend beslag
Vervolgens moet je, als een conservatoir beslag heb gelegd, moet je binnen 14
dagen een procedure beginnen dagvaarding maken met daarin in het petitum
delfde vordering/vorderingen als waarvoor jij beslag hebt gelegd = hoofdzaak
Daarna ga je die hoofdzaak door, dus de gewone dagvaardingsprocedure, en leidt
dat in een positief geval tot een veroordelend vonnis. Petitum en dictum sluiten
dan mooi op elkaar aan.
De conservatoire fase gaat vervolgens door in een executoriale fase
tenuitvoerleggingsfase
1
,Dus in de praktijk begin je met een beslag, daarna ga je een procedure voeren en
vervolgens als je de procedure hebt gewonnen ga je het executeren en dan gaat het
conservatoir beslag over tot een executoriaal beslag.
Voor het conservatoire beslag moet je middels een verzoekschrift naar de rechter
(art. 700 Rv) opdat verzoekschrift wordt (exparte zonder hoor en wederhoor
executant en geëxecuteerde) beslist. Dan krijg je een beschikking. Als je voor 10:00
verzoekschrift ingediend, heb je 12:00 al verlof. Belanghebbende wordt dus niet
gehoord.
Dan moet je binnen 14 dagen nadat het beslag is gelegd, een procedure beginnen
(dagvaardingsprocedure)
Art. 700 Rv
1. Voor het leggen van conservatoir beslag is verlof vereist van de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker
rechtsgebied zich een of meer van de betrokken zaken bevinden, dan wel, indien het beslag niet op zaken betrekking heeft, de
schuldenaar of degene of een dergenen onder wie het beslag gelegd wordt, woonplaats heeft.
2. Het verlof wordt verzocht bij een verzoekschrift waarin de aard van het te leggen beslag en van het door de verzoeker
ingeroepen recht en, zo dit recht een geldvordering is, ook het bedrag of, zo dit nog niet vaststaat, het maximum bedrag
daarvan, worden vermeld, onverminderd de bijzondere eisen door de wet gesteld voor een beslag van de soort waarom het
gaat. De voorzieningenrechter beslist na summier onderzoek. In geval van een geldvordering stelt hij het bedrag vast waarvoor
het verlof wordt verleend, met inbegrip van de kosten waarin de schuldenaar zal kunnen worden veroordeeld. Bij het verlof kan
de voorzieningenrechter, onverminderd artikel 64, derde lid, tevens verlof verlenen het beslag te leggen op alle dagen en uren.
Tegen een krachtens dit lid gegeven verlof is geen hogere voorziening toegelaten.
3. Tenzij op het tijdstip van het verlof reeds een eis in de hoofdzaak is ingesteld, wordt het verlof verleend onder voorwaarde
dat het instellen daarvan geschiedt binnen een door de voorzieningenrechter daartoe te bepalen termijn van ten minste acht
(binnen 14 dagen dat) dagen na het beslag. De voorzieningenrechter kan de termijn verlengen, indien de beslaglegger dit
voor het verstrijken van de termijn verzoekt. Tegen de beschikking is geen hogere voorziening toegelaten. In het geval van een
beslag als bedoeld in artikel 714 of artikel 718 moet de verlenging, om haar werking te hebben, binnen acht dagen na het
tijdstip waarop de termijn zonder verlenging zou verstrijken, schriftelijk zijn medegedeeld aan de in artikel 715 bedoelde
vennootschap, onderscheidenlijk de in artikel 718 bedoelde derde. Overschrijding van de termijn voor het instellen van een eis
in de hoofdzaak doet het beslag vervallen.
4. Verlof tot het leggen van beslag ten laste van een instelling als bedoeld in artikel 212a, onder a, van de Faillissementswet kan
slechts worden verleend nadat de instelling in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord, tenzij het beslag uitsluitend op
zaken betrekking heeft.
Op het college draaien we het om:
We beginnen met de executoriale fase en executiemiddelen en vervolgens overgaan
tot conservatoire fase. Waarom deze volgorde? De wetgever houdt deze volgorde
ook op deze manier aan in het Wetboek Rv.
Ook het kortgeding bespreken: bijzondere procedurevorm waarbij een aantal
uitzonderingen gelden op de gewone procesregels.
2
, Executie algemeen
Art. 3: 276 BW
Wat voor soort verbintenissen hebben we? Wat kan het object van een verbintenis
zijn? Vermogensrechtelijke rechtsbetrekking krachtens de een gerechtigd is en de
ander verplicht is. Dit is een driedeling:
1. Verbintenis tot geven
2. Verbintenis tot doen bijvoorbeeld betalen. Uiteindelijk wil je nakoming
van verbintenis om te doen, betaling: zet je in je petitum wilt u rechter hem
veroordelen om het te betalen. In dictum/vonnis: veroordeling tot betaling.
Hoe kom je aan dat geld? De wet zegt: als je het vonnis hebt: in de naam der
Koning (art. 430 lid 2 Rv), biedt je aan de gedaagde, en als de gedaagde niet
betaald, ga je ten uitvoerleggen. Hoe leg je ten uitvoer? Het hele vermogen
staat aan verhaal bloot. Goederenrecht: hoe als er 2 schuldeiser zijn? Hoe
gaan we het vermogen dan verdelen? Normaal is dat gelijke verdeling. Het
doel van beslagleggen = vordering verhalen. Stel er is executoriaal beslag op
een telefoon. Maar dan heb je nog steeds je geld niet, je moet dat te gelden
maken. Hoe doet een Pand en Hypotheekhouder? Veiling en executie
verkoopt het openbaar, geen veroordelend vonnis heeft, vanwege parate
executie. Iemand die parate executie heeft, mag gewoon verkopen in het
openbaar en heeft geen executoriale titel nodig. Zo niet? Dan heb je dat
vonnis nodig, art. 430 Rv.
3. Verbintenis tot nalaten
Art. 430 Rv
Voor het verhaal is de basisregel in het materieel regel neergelegd: art. 3:276 BW
zegt als iemand een schuld heeft, schuld tot betaling van geldsom, dan staat diegene
daarmee met zijn gehele vermogen in. Vermogen is alles wat degene aan + heeft
(telefoon, tv, bankrekening). Rechtvaardiging moet er zijn, anders inbreuk op
eigendom. Rechtvaardiging moet voor schuldeiser gevonden worden in het
veroordelend vonnis. Hier wordt door de rechter gezegd dat meneer B geld moet
betalen. Dit levert een titel op, een rechtvaardiging voor de executie. Deze titel is
neergelegd in art. 430 Rv.
Ook nog andere executoriale titels. (SI-comparitie) Schikkingen en inlichtingen
comparitie. Schikkingen bereikt ter comparitie? Dan legt de rechter dan vast in PV
van schikking. Ook dat levert een executoriale titel op. En deze titel is de
rechtvaardiging om te klauwen in het vermogen van de schuldenaar en dat
vermogen te geleden te maken: openbaar te verkopen. Dan is de opbrengst X en
van X haal je af hetgeen je op grond van het petitum in het vonnis van de ander te
vorderen hebt.
Executoriale titel is meestal de grosse van rechterlijke uitspraak: is rechtelijke
uitspraak waarin met stempel ‘In naam der Koning’ is gezet (art. 430 lid 2 Rv). Kan
ook een PV zijn die ter schikking comparitie is bereikt (art. 87 lid 3 Rv)
3