Burgerlijk procesrecht (BPR), Bachelor Rechtsgeleerdheid, variant Privaatrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam is het van belang om te bepalen om elk leerstuk het gaat om de leerstuk te kunnen bepalen dien je de stof te beheersen. Deze aantekening bevat de belangrijkste onderdelen die tijdens de co...
Hoorcollege week 1 Burgerlijk procesrecht 2 juni
2017
Hoorcolleges: overzicht, casusbehandeling, toelichting procesdossier
Practica: processtukken maken en oefenvragen (voor tentamen)
Responsiecollege: laatste voorbereiding
Lees vooraf verplichte literatuur alvorens hoorcollege!
BPR algemeen
Wat is burgerlijk procesrecht?
Het burgerlijk procesrecht als ‘sluitstuk’ van het materiele recht; het dient ertoe om de
materieelrechtelijke aanspraak die iemand heeft, om die positie daadwerkelijk tot stand te
laten komen.
@ tentamen wordt het materieelrechtelijke antwoord gegeven: bijvoorbeeld er is een OVK tussen A en
B en B is zijn verplichting niet nagekomen, hij schiet dus tekort in de nakoming in zijn verbintenis en in
gebreke gesteld en is in verzuim. Hoe gaan we dit doen? dit zit dan in de procedurele route om
uiteindelijk in die materiele aanspraak te komen. Het gaat niet om het gelijk hebben, maar om het
gelijk krijgen.
Van gelijk hebben naar gelijk krijgen?
Soms weet je evident dat je gelijk hebt of ongelijk hebt, en als je gelijk hebt krijg je gelijk niet in rechte,
en als je wel gelijk hebt in rechte, maar procesrechtelijk geen gelijk krijgt.
Regel van procesrecht: als je iets moet bewijzen, maar je kunt dit niet (ook al heb je gelijk) je verliest
de zaak. Procesrecht heeft in dat opzicht iets onrechtvaardig: absolute waarheid in een casus is er
niet, althans niet makkelijk vast te leggen.
Wie eist bewijst – art. 150 Rv. Als iemand zich ergens op beroept, dan moet degene dat ook kunnen
waarmaken.
Opfrissen van verbintenissenrecht, goederenrecht, arbeidsrecht etc.
Bij procesrecht staat er vrijwel in de wet. Maar de handicap is: je moet weten waar het in de wet staat!
Makkelijkste training = stof doornemen en regelmatig in de wet kijken. Je bundel is het enige
hulpmiddel op je tentamen.
Het burgerlijk procesrecht kent een natuurlijke brug; Titel 11 van boek 3 BW. Brug van burgerlijk
recht naar bpr. Het recht om iemand aan te spreken, maar dit recht is niet ongelimiteerd. Een zekere
beperking in de wet aan de mogelijk om rechtsvordering in te stellen: verjaring. Vrij algemene
verjaringstermijn van 5 jaar. Dus als je materieelrechtelijk hebt opgemerkt als A onrechtmatig heeft
gehandeld richting B. Vanaf het onrechtmatig handelen heb je als B 5 jaar de tijd om vordering in
rechte in te stellen. Bij een aanspraak regeling dwangsom geldt een verjaringstermijn van 6 maanden.
In het materiele recht kun je om je aanspraak geldend te maken, een tweedeling aanbrengen:
tweedeling die ziet op de vraag hoe je je aanspraak in rechte geldend moet maken:
- Dagvaarding
- Verzoekschrift.
Dit onderscheid ziet procesrechtelijk op: dagvaarding altijd een wederpartij, en bij een
verzoekschrift niet altijd persé.
1
, Vuistregel:
Procedures die in boek 1 BW zijn genoemd zijn veelal verzoekschriftprocedures
Procedures die in boeken 3, 5, 6 en 7 BW zijn genoemd zijn veelal dagvaardingsprocedures
Boek 2 en 7 is het wat wisselend.
Dat onderscheid in vorderingsprocedures, verzoekschriftprocedures en dagvaardingsprocedures komt
in het materiele recht tot uitdrukkingen. Doordat je zegt: verzoeken zit in boek 1 en vorderingen
zitten in het vermogensrecht.
Titel 11 van Boek 3 BW:
Uitgangspunt van de wetgever: als ik materieel recht heb op een bepaalde prestatie, dan moet die
veroordeling in beginsel ook op die prestatie zien. Dus recht op een levering van een bepaald goed
(iets goederenrechtelijks) dan moet je niet denken dat dat die prestatie in het procesrecht wordt
opgezet in een vordering tot het betalen van schadevergoeding.
Dit uitgangspunt is te vinden in art. 3:296 BW.
Als ik recht heb op een prestatie (actieve zijde van de verbintenis) ‘een doen, geven of
nalaten’ dan kan ik in beginsel dat vorderen, en niet meteen als alternatief schadevergoeding
vorderen.
‘Relativiteit’ bpr?
Eigen verantwoordelijkheid; probeer altijd uit het proces te blijven. Iets onrechtvaardigs: het
kost je altijd geldt: ook als je wint (in Amerika is dit anders, als je daar wint krijg je alle
proceskosten terug).
o Schikken staat voorop (buiten rechter om voor elkaar te krijgen; als je ruzie hebt).
Rechter laat in een eerder stadium de partijen bij elkaar komen om te kijken of het
anders kan worden opgelost. Mooi project in dat kader: GO, gericht op oplossing:
rechter gaat zich actief mee bemoeien om te kijken of de zaak voor beide partijen op
kan worden geschikt.
Verdient een andere weg de voorkeur?
o Een tweede relativering kijkend naar procesvoering: art. 6 EVRM: recht op toegang
op een overheidsrechter. Art 112 GW: recht op toegang rechter. Maar die regels
worden in de praktijk enigszins gerelativeerd omdat er alternatieven zijn bedacht:
alternatieven voor geschilbeslechting door een overheidsrechter (3 vormen)
Arbitrage: een hele belangrijke met name in internationaal handelsverkeer;
geschilbeslechting door middel van arbitrage: particuliere geschilbeslechting,
de ‘rechter’ is geen openbare ambtenaar, maar is een natuurlijke persoon die
op basis van een overeenkomst van opdracht met partijen wordt gevraagd om
een beslissing te nemen. En de beslissing qua inhoud en kracht is te
vergelijken met de vonnis van de overheidsrechter. (Arbitraal vonnis). NAI:
grootste arbitrage instituut staat in Rotterdam
Bindend advies: wijze van geschilbeslechting met een bindend adviseur. Die
uitspraak is een uitspraak bij wege van bindend advies. Bij tv-programma:
‘rijdende rechters’ treedt die rechter op als bindend adviseur. Door die
uitspraak roept die man in het leven een verbintenis een rechtsverbintenis
tussen twee partijen. Krachtens de een die tot iets gerechtigd is. Bij bindend
advies stelt die man een rechtsverbintenis vast. Bindend advies komt heel
veel voor: bijvoorbeeld zorgverzekering. Het voordeel is dat het heel
laagdrempelig is. En het heeft een heel informeel karakter, ook qua kosten is
het voordeliger.
Consumentengeschillencommissies
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudent123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.