100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting hoofdlijnen Nederlands recht - Inleiding in het recht €5,89   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting hoofdlijnen Nederlands recht - Inleiding in het recht

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een samenvatting voor het tentamen van inleiding in het recht. Ik heb voor dit tentamen een 6,8 gehaald en ik heb alleen deze samenvatting geleerd. Je hoeft het boek niet meer te lezen, want alle stof die je moet weten voor dit vak zit erin.

Voorbeeld 4 van de 39  pagina's

  • Nee
  • 1 t/m 2 en 8 t/m 12
  • 7 juni 2024
  • 39
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
sophievannoort46
Hoofdstuk 1 hoofdlijnen Nederlands recht .


Waarom recht?
- 4 functies van het recht:
1) Normatieve functie→ zijn normen en waarden die in de wet zijn
vastgelegd. Die gedragsregels (normen) vinden we in moreel opzicht zo
belangrijk, dat we ze schriftelijk vastleggen, met een straf als zij worden
overtreden.
2) Geschiloplossende functie→ in onze maatschappij mag je niet zelf tot
straffen overgaan als je nadelig wordt behandeld (eigenrichting). Daarvoor
hebben wij een rechterlijke organisatie (de rechterlijke macht) die bepaalt
of en welke straf zal worden opgelegd. Deze rechterlijke macht oordeelt
bij aansluiting of iemand moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze en
met hulp van welke procedure.
3) Additionele functie→ als partijen vergeten zijn op een bepaald punt
afspraken te maken, geeft het recht aan welk regel geldt.
4) Instrumentele functie→ de wetgever bepaalt, zo doen wij het en niet
anders. Denk aan verkeerswet. Dit heeft niks te maken met normen en
geschillen of oplossingen als je er samen niet uitkomt. Dit is om alles
gestructureerd te laten verlopen.

Waar vinden we het recht?
- Er zijn 5 rechtsbronnen:
1) De wet;
2) Het verdrag;
3) De jurisprudentie;
4) De gewoonte;
5) Sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties.

Wetten met betrekking tot privaatrecht (burgerlijk recht, civiel recht)
- Privaatrecht valt uiteen in:
1) Personen- en familierecht→ geboorte, huwelijk, echtscheiding enz.
2) Vermogensrecht→ alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers
onderling waaraan juridische gevolgen gebonden zijn.
3) Ondernemingsrecht→ regelt alles wat ondernemingen en bedrijven
betreft.
4) Burgerlijk procesrecht→ de regels die op het voeren van juridische
procedures op het terrein van privaatrecht van toepassing zijn worden tot
het burgerlijk procesrecht gerekend.
- Procederen→ een beslissing aan de rechter vragen naar aanleiding van een
tussen twee personen gerezen conflict.

, - Burgerlijk wetboek is ingedeeld in de volgorde:
Boek 1: personen- en familierecht
Boek 2: Rechtspersonen
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen
Boek 4: Erfrecht
Boek 5: Zakelijke rechten
Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: Internationaal privaatrecht

Wetten met betrekking tot het strafrecht
- De staat treedt actief op door middel van het Openbaar Ministerie (OM) om
sancties (boete, gevangenisstraf en dergelijke) te eisen bij overtreding van de
normen.
- Bij het strafrecht bezit de staat een monopoliepositie. Op deze wijze wordt
eigenrichting voorkomen.

Wetten met betrekking tot het staatsrecht
- Staatsrecht→ regelt de wijze waarop de Nederlandse overheid wordt
vormgegeven en de invloed die de burgers daarop kunnen uitoefenen.
- Organieke wetten→ de wetten die op grond van een dergelijke grondwettelijke
opdracht tot stand komen.

Wetten met betrekking tot het bestuursrecht (AWB)
- Bestuursrecht→ heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid/
wetgever heeft om regulerend op te treden ten aanzien van de maatschappij.
- Privatisering/deregulering→ als de overheid zich meer terugtrekt.

Wie zijn wetgever?
- Wetgever op centraal niveau→ is met name de nationale wetgever, die is
samengesteld uit de regering en de Staten-Generaal. De wetten van de nationale
wetgever vormen tezamen de hiervoor genoemde regelgeving uit Den Haag.
- Decentrale wetgevers→ meer op provinciaal en gemeentelijk niveau. De door hen
uitgevaardigde regels dragen echter niet de naam ‘’wet’’ maar "verordening".
- Naast centrale en decentrale wetgevers zijn er ook andere instanties in
Nederland bevoegd wetten uit te vaardigen.

Rangorde tussen wetgevende organen
- Rangorde van drie regels tussen wetgevende organen:
1) Hogere regels van boven lagere regels.
2) Bijzondere regels gaan boven algemene regels.
3) Jongere regels gaan boven oudere regels.

,Wet in formele en materiële zin
- Een wet in formele zin→ is een wet die tot stand is gekomen door regering en
Staten-Generaal gezamenlijk, de nationale wetgever.
- Een wet in materiële zin→ iedere regeling van een wetgever die geschreven is
voor een onbepaald aantal en dus niet bij naam genoemde personen. Als
Provinciale Staten of gemeenteraad besluiten nemen die op alle inwoners van de
betreffende provincie of gemeente betrekking hebben, zijn dit wetten in
materiële zin.

Verdrag
- Verdrag→ een afspraak, een overeenkomst, gesloten door twee of meer staten.
- Bilateraal verdrag→ een verdrag tussen twee landen.
- Multilateraal verdrag→ wanneer er meer dan twee staten bij een verdrag
betrokken zijn.

Jurisprudentie
- Betekent rechtspraak.
- Recht wordt gesproken door een enkele rechter of door een rechterlijke
college→ hun beslissingen worden vonnissen, arresten en uitspraken genoemd.
- Vonnis→ wordt als hoofdregel door de rechtbank gegeven.
- Arrest→ wordt gewezen door een gerechtshof en de Hoge Raad.
- Op alle terreinen van het recht worden beslissingen van rechters of
rechtscolleges ‘’uitspraken’’ genoemd.

Interpretatiemethoden
- De rechter bezit een aantal hulpmiddelen bij het specificeren van de betekenis
van een woord of zinsnede:
1) Grammaticale interpretatiemethode→ bij de uitleg van een woord knoopt
de rechter aan bij de betekenis die het heeft in het alledaagse
spraakgebruik.
2) Wetshistorische interpretatiemethode→ de rechter beroept zich bij dit
hulpmiddel op een passage uit de parlementaire geschiedenis van de
betreffende wet.
3) Anticiperende interpretatiemethode→ bij het formuleren van zijn regels
baseert de rechter zich in dit geval op toekomstig recht, op bijna-recht
dus. Als nu bijna zeker is dat een wetsvoorstel wet zal woorden, kan een
rechter zich in zijn oordeel alvast op de inhoud van die nieuwe regeling
beroepen.
4) Rechtsvergelijkende interpretatiemethode→ als de rechter de
rechtsvergelijkende interpretatiemethode hanteert, verwijst hij bij de
beantwoording van de vraag hoe je een vaag woord of onduidelijke zin een
(nederlandse) wet moet lezen, naar een buitenlands rechtsstelsel waarin
de betreffende materie ook is geregeld.

, 5) Systematisch interpretatiemethode→ de rechter legt een woord of
zinsnede uit een wettelijke bepaling uit aan de hand van de regeling
waarvan die bepaling onderdeel uitmaakt.
6) Teleologische interpretatiemethode→ de rechter doet een beroep op de
bedoeling die de wetgever met de regeling heeft gehad. Met een beroep
op deze bedoeling, geeft hij dan invulling aan woorden in de tekst die niet
(geheel) duidelijk zijn.
7) Overige interpretatiemethode→ Precedenteninterpretatie→ de rechters
verwijzen bij hun uitleg van onduidelijke bewoording naar eerdere
uitspraken van rechters waarin die onduidelijke bewoordingen al zijn
uitgelegd. Interpretatie naar redelijkheid en billijkheid→ onduidelijke
bewoordingen in een wettelijke regeling worden door rechters regelmatig
met een beroep op de redelijkheid en billijkheid nader ingevuld.

Redeneerwijzen
- Naast interpretatiemethoden maakt de rechter ook gebruik van
redeneerwijzen→ een bepaalde manier van denken om tot een bepaalde
uitspraak te komen.
- Twee bekendste manieren van redeneren:
1) A-contrarioredenering→ de rechter gaat ervan uit dat een bepaalde
rechtsregel niet van toepassing is, omdat die regel uitsluitend geschreven
is voor gevallen die uitdrukkelijk in die regel worden benoemd.
2) Redenering naar analogie→ stelt de rechter zich op het standpunt dat een
bepaalde kwestie zoveel lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet,
dat die laatste regel ook van toepassing wordt verklaard op de
niet-geregelde kwestie.

Gewoonte
- Kan als bron van recht fungeren.
- Twee voorwaarden:
1) Er moet sprake zijn van een vaste gedragslijn→ binnen de groep in
kwestie handelt men overeenkomstig de gegroeide opvatting. Daarnaast
moeten de betrokkenen het als hun rechtsplicht beschouwen
overeenkomstig die regel te handelen; zij achten zich moreel verplicht de
regel te volgen.
2) Er is sprake van gewoonterecht.

Materieel en formeel recht
- Materieel recht→ heeft betrekking op datgene wat men mag en niet mag, welke
rechten en plichten men heeft.
- Formeel recht→ houdt de regels in die men moet volgen om het materiële recht
te effectueren. Het geeft aan waar men moet procederen, hoe men moet
procederen, welke termijnen er in acht moeten worden genomen enz.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophievannoort46. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 60434 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,89
  • (0)
  Kopen