100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Literatuur Preventie (GZW, jaar 1) €4,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Literatuur Preventie (GZW, jaar 1)

 76 keer bekeken  1 keer verkocht

Alle bijbehorende stof uit de boeken 'Volksgezondheid en gezondheidszorg' en 'Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering' en de bijbehorende artikelen bij de hoorcolleges van het vak Preventie samengevat.

Laatste update van het document: 5 jaar geleden

Voorbeeld 5 van de 53  pagina's

  • Ja
  • 24 juni 2019
  • 24 juni 2019
  • 53
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (19)
avatar-seller
esmeedriehuis
LITERATUUR PREVENTIE
Bijbehorende hoofdstukken uit de boeken & bijbehorende artikelen bij de hoorcolleges
samengevat

,Inhoud
Bijbehorende hoofdstukken uit: ‘Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering’ – Brug et al................................... 2
H1: Planmatige bevordering van gezond gedrag (paragraaf 1 en 2) (HC1) .................................................................. 2
H1: Planmatige bevordering van gezond gedrag (paragraaf 2 t/m 6) (HC10) .............................................................. 3
H2: Analyse van gezondheidsproblemen (HC2) ............................................................................................................ 4
H3: Analyse van gedrag (HC2) ....................................................................................................................................... 7
H4: Determinanten van gedrag (paragraaf 1 t/m 3) (HC4) ......................................................................................... 11
H4: Determinanten van gedrag (paragraaf 4 en 5) (HC10) ......................................................................................... 14
H4: Determinanten van gedrag (paragraaf 6 en 7) (HC11) ......................................................................................... 17
H5: Interventieontwikkeling (paragraaf 1 t/m 3) (HC10) ............................................................................................ 18
H6: Theorieën en methodieken van verandering (paragraaf 1, 2, 5 & 6) (HC4) ......................................................... 19
H13: Online depressiepreventie via probleemoplossende therapie (HC5) ................................................................ 25
Bijbehorende hoofdstukken uit ‘Volksgezondheid en gezondheidszorg’ – Mackenbach .............................................. 27
H3.4: Gezondheidsverschillen (HC3) ........................................................................................................................... 27
Thema A: Etnische verschillen in gezondheid en gezondheidszorg (HC3).................................................................. 27
H5: Secundaire preventie (HC17)................................................................................................................................ 29
H7: Uitvoering en organisatie van de jeugdgezondheidszorg (HC15) ........................................................................ 32
H8: Preventieve gezondheidszorg (HC13) .................................................................................................................. 37
Aanvullende literatuur per hoorcollege.......................................................................................................................... 38
Een conceptueel kader voor actie op de sociale determinanten van gezondheid – WHO (HC3) .............................. 38
Preventie van mentale aandoeningen – WHO (HC5) ................................................................................................. 39
Mentale gezondheid van jonge mensen: een wereldwijde public-health challenge – Patet et al. (HC5) .................. 40
Gezondheidsbeleid maken: beleidsimplementatie – Kok et al. (HC7)........................................................................ 40
Beoordelingen door artsen/beoefenaars over interventies voor gezondheidsbevordering die werken: De 'zwarte
doos' van een lineaire, op bewijs gebaseerde benadering openen – Kok et al. (HC7) ............................................... 42
Reader gespreksvoering (HC8) .................................................................................................................................... 42
COSMIN taxonomie: Definities van domeinen, meeteigenschappen en aspecten daarvan (HC9) ............................ 44
H8: Het ontwerpen van gezondheidseducatie en gezondheidsbevordering – Koelen en van der Ban (HC10) ......... 45
Het beoordelen van nudging: kan nudgen de volksgezondheid verbeteren? – Marteau et al. (HC12) ..................... 46
Landelijk professioneel kader - Uitvoering basispakket jeugdgezondheidszorg (JGZ) (HC15) ................................... 46
Position paper jeugdarts: specialist van de gezonde jeugd (HC15) ............................................................................ 47
Van participeren kun je leren – Vos et al. (HC18) ....................................................................................................... 48
Ethische aspecten van preventie – RIVM (HC21)........................................................................................................ 48
Ethische en filosofische aspecten van preventie uitgediept – RIVM (HC21) .............................................................. 49
Wettelijk kader gezondheidszorg – RIVM (HC21) ....................................................................................................... 50
Kamerbrief preventie in het zorgstelsel – Schippers, Minister van VWS (HC21) ....................................................... 50
BRAVVO-richtlijnen (HC22) ......................................................................................................................................... 51




1

,Bijbehorende hoofdstukken uit: ‘Gezondheidsvoorlichting en
gedragsverandering’ – Brug et al.
H1: Planmatige bevordering van gezond gedrag (paragraaf 1 en 2) (HC1)
De WHO definieert gezondheidsvoorlichting als ‘de combinatie van leerervaringen ontwikkeld en ontworpen om
mensen en gemeenschappen te helpen om hun gezondheid te bevorderen’. Gezondheidsvoorlichting is dus een
vakterm voor een breed scala aan activiteiten waarbij sprake is van een vorm van educatie of informatieoverdracht
om te stimuleren dat mensen zich ‘gezonder’ willen en kunnen gedragen. Gezondheidsvoorlichting is een onderdeel
van gezondheidsbevordering: een combinatie van voorlichting en omgevingsveranderingen die gezond gedrag en
gezonde leefomstandigheden stimuleert. Planmatige gezondheidsvoorlichting is een multidisciplinair vakgebied:
voor planmatige gezondheidsvoorlichting is het nodig de belangrijke maatschappelijke en gezondheidsproblemen te
identificeren en begrijpen, gezond en ongezond gedrag te verklaren en te voorspellen, gedrag door middel van
voorlichting te beïnvloeden, en dergelijke voorlichtingsinterventies te evalueren. Gezondheidsbevordering is
daarnaast ook gericht op het begrijpen en veranderen van de fysieke, sociaal-culturele, economische en politieke
omgeving. Alle activiteiten in het kader van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsbevordering kunnen tot het
werk van de gezondheidsbevorderaar behoren. Gezondheidsvoorlichting is als vakgebied zeer divers, met
verschillende doelgroepen, gezondheidsproblemen en oplossingen. Het gaat wel steeds om problemen waarbij
gedrag en gedragsverandering op de een of andere manier een belangrijke speelt. Ook gaat het steeds om
activiteiten die gebaseerd zijn op een zorgvuldige analyse van de oorzaken van het gedrag en gedragsverandering.
Meestal wordt geprobeerd gedrag te beïnvloeden op basis van theorieën over gedrag en gedragsverandering, en
worden activiteiten zorgvuldig geëvalueerd.

In preventie van ziekten zijn er drie aanknopingspunten waar bevordering van gezond gedrag belangrijk is:
➢ Primaire preventie: richt zich op het voorkomen van een gezondheidsprobleem of categorie van
aandoeningen. Dit richt zich op het wegnemen van oorzaken of risicofactoren.
➢ Secundaire preventie: ofwel vroege opsporing, hierbij proberen we mensen met een voorstadium of vroeg
stadium van een aandoening te identificeren zodat gerichte vroegbehandeling mogelijk is om erger te
voorkomen.
➢ Tertiaire preventie: richt zich op mensen met een ziekte of handicap, dit begint dus na de diagnose. Het doel
van tertiaire preventie is om zo goed mogelijk te leven met en het beheersen van de handicap of ziekte om
een verdergaande invalidering te voorkomen, om kwaliteit van leven te behouden of te vergroten.

Bij gezondheidsvoorlichting en -bevordering, en preventie in het algemeen, werd een onderscheid gemaakt tussen
een hoogrisicobenadering en een populatiebenadering. Bij een hoogrisicobenadering wordt eerst een risicogroep
geïdentificeerd. Bij een populatiebenadering wordt de hele bevolking of een grote deelgroep daaruit benaderd. Een
hoogrisicobenadering is vooral aangewezen als het relatieve risico op het probleem waar de interventie op is gericht
hoog is, maar er betrekkelijk weinig mensen zijn bij wie het risico sterk verhoogd is. Bij een populatiebenadering is
dit juist andersom: het gemiddelde relatieve risico is laag, maar de prevalentie van het risico is hoog. Tegenwoordig
wordt vaker het onderscheid gemaakt tussen universele, selectieve, geïndiceerde en zorggerelateerde preventie.
➢ Universele preventie: richt zich op de totale bevolking of grote groepen daarbinnen, dus zonder speciaal
verhoogd risico. Het doel is om bij alle mensen de gezondheid te verbeteren en de kans op ziekte te
verminderen.
➢ Selectieve preventie: gericht op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico en heeft als doel de gezondheid
van specifieke risicogroepen te verbeteren.
➢ Geïndiceerde preventie: richt zich op individuen die nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel
beginnende klachten of symptomen hebben. Het doel is het ontstaan van ziekte of verdere
gezondheidsschade voorkomen.
➢ Zorggerelateerde preventie: is gericht op individuen met een ziekte en heeft tot doel ziektelast te reduceren
en complicaties of comorbiditeit te voorkomen.

Bij interventies gericht op gedragsverandering wordt vaak in de eerste plaats aan voorlichting gedacht. Maar gedrag
kan ook andere manieren worden beïnvloed, bijvoorbeeld door wetgeving of door het organiseren van
voorzieningen. Met gezondheidsvoorlichting proberen we mensen te motiveren tot, te trainen in, en te helpen bij
gezond gedrag. Voorlichting is gebaseerd op min of meer vrijwillige gedragsverandering, maar het is meer dan alleen
informatieoverdracht. Denk hierbij aan vaardigheidstraining, zelftest, rollenspel en coaching. Bij
gezondheidsvoorlichting gaat het vaak om een combinatie van dit soort activiteiten. Daarom wordt meestal
gesproken van voorlichtingsinterventies of voorlichtingsprogramma’s. Met voorzieningen proberen we gezond
2

,gedrag gemakkelijker te maken. Met regelgeving, controle en sancties wordt geprobeerd gezond gedrag af te
dwingen. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat mensen het gezonde gedrag niet vrijwillig zullen vertonen.
Gezondheidsbevordering wordt gedefinieerd als een combinatie van voorlichting en omgevingsveranderingen die
(samen) gezond gedrag en gezonde leefcondities stimuleren. Bij gezondheidsbevordering gaat het dus ook om
fysieke, sociaal-culturele, politieke en economische condities die het gezonde gedrag of rechtstreeks de gezondheid
kunnen beïnvloeden. Juist de combinatie van de verschillende soorten middelen, van voorlichting, voorzieningen en
regelgeving, lijkt essentieel voor effectieve gezondheidsbevordering.

H1: Planmatige bevordering van gezond gedrag (paragraaf 2 t/m 6) (HC10)
De laatste decennia wordt de rol van de omgeving – de fysieke, sociaal-culturele, politieke en economische
omgeving – als risicofactor voor ongezondheid en als determinant van ongezond gedrag steeds meer benadrukt. In
het kader van bevordering van gezond gedrag spreken we nu van een ecologische benadering van voorlichting naast
een educatieve benadering. De opvattingen binnen de gezondheidsvoorlichting over de rol van individueel gedrag
zijn daarmee ook veranderd. Er wordt nu veel genuanceerder gedacht over de doelgroepen van
gezondheidsvoorlichting. Preventie moet gericht zijn op alle betrokkenen en niet alleen het individu. We kunnen op
vijf niveaus doelgroepen onderscheiden met daarin de personen die beslissingen nemen:
1. Individueel niveau, zoals personen die risico lopen, risicogedrag vertonen of patiënten
2. Interpersoonlijk of groepsniveau, zoals ouders, vrienden, leerkrachte, hulpverleners
3. Organisatieniveau, zoals directeuren van scholen, managers in bedrijven
4. Lokaal niveau, zoals opinieleiders in wijken of dorpen, redacteuren van lokale kranten
5. Samenlevingsniveau, zoals landelijke politici en ambtenaren of besturen van vakbonden of
werkgeversorganisaties
Het gaat uiteindelijk om de gezondheid van de eerste doelgroep. In veel gevallen zijn het echter anderen die een
zekere mate van controle hebben over de omgevingscondities, en zij zijn daarom medeverantwoordelijk voor het
(on)gezonde gedrag en de gezondheid van die doelgroep.

We onderkennen tegenwoordig dus het belang van de omgeving voor de individuele gezondheid. Tegelijkertijd
onderkennen we het belang van de beslissers die verantwoordelijk zijn voor die omgeving. Bovendien onderkennen
we het belang van verschillende soorten interventies om individuen op alle vijf niveaus van doelgroepen tot
gezonder gedrag te stimuleren: voorlichting, voorzieningen en regelgeving. Functionarissen voor wie voorlichting
een hoofdtaak is, worden tegenwoordig gezondheidsbevorderaars genoemd. Wanneer gezondheidsvoorlichting
stapsgewijs en planmatig wordt ontwikkeld, geïmplementeerd of geëvalueerd is de kans op succes groter. Er zijn
daarom diverse protocollen of planningsmodellen ontwikkeld die de gezondheidsbevorderaar kunnen helpen bij de
ontwikkeling van interventies. Het Model voor Planmatige Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering:




Het gebruik van het Model voor Planmatige Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering is te vergelijken met
het oplossen van een puzzel. Het model dwingt de voorlichter om op een deductieve wijze gewenste uitkomsten
terug te voeren naar oorzaken en oplossingen. Bij evaluatie is er sprake van effectevaluatie (of de interventie de
gewenste resultaten heeft) en procesevaluatie (of de interventie is uitgevoerd zoals gepland).

Valkuilen voor gezondheidsvoorlichting
1. Een niet bestaand probleem
2. Het verkeerde gedrag
3. De verkeerde gedragsdeterminanten
4. De verkeerde interventie
5. De verkeerde implementatie
6. Evaluatie → onjuist kiezen evaluatieniveau
3

, Gereedschappen voor planmatige gezondheidsvoorlichting en het belang van theorie
Gezondheidsbevorderaars maken bij de verschillende analyses (over gezondheidsprobleem, gezond gedrag,
persoonlijke en omgevingsdeterminanten, mogelijkheden voor implementatie en evaluatie) en de daarop
gebaseerde interventieontwikkeling gebruik van drie gereedschappen: literatuur, theorieën over gedrag en
gedragsverandering, en aanvullend onderzoek. Voor een antwoord op elke mogelijke vraag die wordt opgeworpen
door het planningsmodel, kan gebruikgemaakt worden van die gereedschappen van de gezondheidsbevorderaar.
Daarbij kan de volgende procedure worden doorlopen:
1. Definieer zorgvuldig de vraagstelling
2. Inventariseer de direct beschikbare kennis; brainstorm over mogelijke voorlopige antwoorden
3. Deskresearch: zoek literatuur, statistieken of andere documentatie die direct of indirect de vraag kan
beantwoorden → meta-analyses en systematische reviews zijn handig
4. Zoek empirische ondersteunde theorieën die direct of indirect de vraag kunnen beantwoorden
5. Doe aanvullend onderzoek
6. Leid antwoorden af en pas deze toe

Ethiek van gezondheidsvoorlichting
Bevordering van gezond gedrag lijkt vanzelfsprekend en rechtvaardig. Maar mag je als gezondheidsbevorderaar
mensen wel lastigvallen over gezond gedrag wanneer ze daar helemaal niet om vragen? En op welke manier is het
dan toegestaan en te verantwoorden? Dit is een van de belangrijkste dilemma’s van de gezondheidsbevorderaar.
Ethiek is het systematisch denken over normen en waarden met betrekking tot menselijk handelen. Ethiek gaat over
verantwoordelijk handelen, in de zin van verantwoorden aan anderen. Voorlichters moeten kunnen uitleggen wat
hun ethische keuzen zijn en hun argumenten moeten gesteund worden door anderen zoals beroepsgenoten, de
doelgroep en de samenleving. Waarom is het goed om na te denken over wat wel en niet kan in
gezondheidsvoorlichting?
1. Gezondheidsvoorlichting kan een aantal onbedoelde en negatieve neveneffecten hebben → gevoelens van
schuld en angst, stigmatisering, het vergroten van gezondheidsverschillen
2. Gezondheidsbevorderaars worden in het algemeen beoordeeld op of zij succesvol zijn geweest in termen
van promotie van gezondheid, niet in termen van promotie van autonomie. Autonomie behelst de
individuele vrijheid om te leven zoals men dat wil. Gezondheidsvoorlichting is gericht op het stimuleren van
vrijwillige gedragsverandering, door voorlichting kan iemand een beter geïnformeerde autonome keuze
maken. Doordat het vaak gericht is op het succesvol promoten van gezondheid, leidt het tot een
paternalistische gezondheidsvoorlichting, ofwel het medische model. De vraag is of we autonomie niet
aantasten als we mensen confronteren met informatie over ongezond gedrag.
3. In de medische wereld heerst de evidence based medicine: medische interventies worden eerst streng
getoetst en alleen als ze effectief zijn in termen van gezondheidswinst worden ze toegelaten en op grotere
schaal toegepast. Dit zelfde denken wordt ook gebruikt bij gezondheidsvoorlichting: interventies ter
bevordering van gezond gedrag moeten zijn gericht op gedragsbeïnvloeding, en alleen als die beïnvloeding
succesvol is, is bredere toepassing aangewezen.

H2: Analyse van gezondheidsproblemen (HC2)
Het uiteindelijke doel van interventies ter bevordering van gezond gedrag is de gezondheid van een bevolking of
deelpopulatie te verbeteren. Het ligt daarom voor de hand bij planmatige ontwikkeling van een interventie te
beginnen met de evaluatie van de gezondheidstoestand van de populatie waarvoor de interventie ontwikkeld moet
worden. Dit is dan ook de eerste stap in het Model voor Planmatige Gezondheidsvoorlichting en
Gedragsverandering. Deze evaluatie dient uit te wijzen wat de belangrijkste gezondheidsproblemen zijn en waar veel
gezondheidswinst kan worden behaald. Hieruit kunnen algemene prioriteiten gesteld en doelstellingen
geformuleerd worden voor interventies ter bevordering van gezond gedrag. Bij voorkeur richten deze interventies
zich op preventie van veranderbare, veel voorkomende gezondheidsproblemen met een grote impact op de lokale of
nationale gezondheidssituatie. Maar interventies ter bevordering van gezond gedrag kunnen uiteraard ook gericht
zijn op gezondheidsproblemen die minder vaak voorkomen maar wel ernstige consequenties hebben, mogelijk
alleen binnen specifieke subpopulaties. Interventies ter bevordering van gezond gedrag beogen een afname teweeg
te brengen in het voorkomen van ongezond gedrag of een toename in de prevalentie van gezond gedrag in de
doelbevolking. De beoogde veranderingen zullen op hun beurt leiden tot een vermindering van het optreden van de
daaraan gerelateerde aandoeningen. Dit zal leiden tot een verbetering van de algemene gezondheidssituatie, zoals
gemeten in termen van lengte en kwaliteit van leven. De relaties tussen interventies, risicofactoren, gedrag en
volksgezondheid spelen zich af binnen een concrete context die wordt gedefinieerd in termen van tijd, plaats en
populatie. Er zijn verschillende kwantitatieve maten voor de beschrijving van de staat van de volksgezondheid:
4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esmeedriehuis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48756 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd