Hoorcolleges preventie
Inhoud
Hoorcollege 1: Introductie preventie................................................................................................................................ 2
Hoorcollege 2: Analyse van volksgezondheid ................................................................................................................... 3
Hoorcollege 3: Verschillen in gezondheid......................................................................................................................... 6
Hoorcollege 4: Fysieke gezondheid - determinanten van gezondheidsgedrag ................................................................ 7
Hoorcollege 5: Mentale gezondheid - risicofactoren en beschermende factoren ......................................................... 11
Hoorcollege 6: Inleiding klinimetrie - content validity.................................................................................................... 13
Hoorcollege 7: Preventie & beleid .................................................................................................................................. 15
Hoorcollege 8: Interviewtechnieken ............................................................................................................................... 18
Hoorcollege 9: Klinimetrie - het meten van gezondheid, gedrag en determinanten ..................................................... 19
Hoorcollege 10: Planmatige ontwikkeling van preventieve interventies en gedragstheorieën..................................... 22
Hoorcollege 11: Omgevingstheorieën ............................................................................................................................ 27
Hoorcollege 12: Nudging /preventie via onderbewuste gedragsbeïnvloeding .............................................................. 28
Hoorcollege 13: Arbeid en gezondheid........................................................................................................................... 30
Hoorcollege 14: Evidence-based public health - integrale aanpak preventie, Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 33
Hoorcollege 15: Preventie binnen de JGZ/GGD .............................................................................................................. 36
Hoorcollege 16: VoorZorg Verder - kindermishandeling ................................................................................................ 41
Hoorcollege 17: Preventieve medische interventies - vroege opsporing ....................................................................... 45
Hoorcollege 18: Benaderingen van determinantenonderzoek ...................................................................................... 47
Hoorcollege 19: Preventie van sportblessures ............................................................................................................... 49
Hoorcollege 20: NIPT test - screening praktijk................................................................................................................ 52
Hoorcollege 21: Wetgeving en ethiek............................................................................................................................. 56
Hoorcollege 22: Totstandkoming van richtlijnen ............................................................................................................ 59
1
,Hoorcollege 1: Introductie preventie
Leerdoelen:
Student kan de opzet van het onderwijsblok preventie en specifiek van de praktijkopdracht beschrijven
Student kan het belang van preventie benoemen
Student kan de verschillende indelingen van preventie beschrijven
Student kan aan de hand van een beschreven casus het multidisciplinaire karakter van preventie uitleggen
Definitie preventie
Preventie = voorkomen
Twee aspecten:
1. Voorkomen van (verergeren van) gezondheidsproblemen, ziekten en sterfte
2. Bevorderen van gezondheid en kwaliteit van leven
Definitie gezondheid
WHO: ‘Een toestand van een volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van
ziekte of gebrek.’
Huber: ‘Health as the ability to adapt and to self manage, in the face of social, physical and emotional challenges.’
Wat is kwaliteit van leven?
WHO: ‘Perceptie van personen van hun positie in het leven, bezien tegen de context van culturele- en
waardesystemen waarin zij leven, in relatie tot hun doelen en verwachtingen en standaarden.’
Dit is erg subjectief, het hangt af van hoe je zelf in het leven staat, je doelen, wat je al hebt meegemaakt, etc.
Indelingen van preventie
➢ Doelgroep
o Universeel = gericht op de totale bevolking of grote groepen daarbinnen
o Selectief = gericht op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico (dus een groep waarvan bekend is
dat een bepaalde ziekte/aandoening vaker voorkomt)
o Geïndiceerd = gericht op individuen die nog niet gediagnosticeerd zijn met een ziekte maar wel al
beginnende klachten/symptomen hebben
o Zorggerelateerd = gericht op individuen met een ziekte
➢ Fase
o Primair = gericht op het voorkomen van een specifiek gezondheidsprobleem/aandoening
o Secundair (vergelijkbaar met geïndiceerde preventie) = gericht op het identificeren van mensen met
een voorstadium of vroeg stadium van een ziekte
o Tertiair (vergelijkbaar met zorggerelateerde preventie) = het beheersen van een aandoening/ziekte
om verergering te voorkomen, of kwaliteit van leven te vergroten
➢ Type maatregel
o Gezondheidsbevordering = gericht op het bevorderen en in stand houden van een gezonde leefstijl
en van een gezonde sociale en fysieke omgeving → dit blijft je eigen keuze, je kan het doen of niet
▪ Bijvoorbeeld gezondheidscampagnes
o Gezondheidsbescherming = gericht op het beschermen van de bevolking tegen blootstelling aan
risicofactoren → hiervoor hoef je zelf niks te doen
▪ Bijvoorbeeld waterzuivering, afvalverwijdering, rookverbod, verkeersveiligheid
o (Specifieke) ziektepreventie = omvat maatregelen gericht op het voorkomen van specifieke ziekten
of op de vroege signalering daarvan
▪ Vaak middels wet- en regelgeving, bijvoorbeeld screening, vaccinaties en preventieve
medicatie
Belang van preventie
➢ Doelgroep: gezond voelende mensen
➢ Effecten bestaan uit voorkomen van ziektes/bevorderen van gezondheid.
➢ Investeren is een belangrijk goed: ‘gezondheid’
➢ Effecten pas in de toekomst
➢ Preventie is beter dan later pas genezen
2
,Preventie successen 20ste eeuw
Preventie levert een belangrijke bijdrage aan verbetering van de volksgezondheid, namelijk 22 successen: tenminste
16.000 sterfgevallen vermeden. Karakter van preventie is sterk veranderd: nu gericht op welvaartsziekten, vroeger
strijd tegen armoede (infectieziekten, kindersterfte, arbeidsomstandigheden, voedingsdeficiëntie) &
verwetenschappelijking en medische technologie (vaccinaties).
Nationaal Preventie Akkoord
Het belangrijkste wat gedaan moet worden voor preventie wordt opgesteld in een rapport. Ministeries, gemeenten,
bedrijven en een groot aantal maatschappelijke organisaties werken hier samen.
Het nieuwe preventieakkoord heeft een focus op: een rookvrije generatie in 2040, maatregelen tegen overgewicht
en obesitas en maatregelen tegen problematisch alcoholgebruik.
Doelen bereiken o.a. door:
➢ Wet- en regelgeving
➢ Programma’s die het gezondheidsbeleid stimuleren
Multidisciplinair karakter
Preventie richt zich niet alleen op het individu, maar ook om het systeem er omheen. Hoe zorgen we ervoor dat de
omgeving ook meegaat?
Hoorcollege 2: Analyse van volksgezondheid
Leerdoelen:
Student kan een beschrijving geven van het begrip (volks)gezondheid
Student kan de verschillende maten voor het in kaart brengen van gezondheid uitleggen
Student kan het bijzondere karakter van preventie en volksgezondheid bij jeugd uitleggen
Student kan de top 5 van huidige gezondheidsproblemen bij volwassenen en jeugd in Nederland noemen
Student kan het conceptueel model volksgezondheid uitleggen
Er bestaan verschillende maten voor volksgezondheid. Er zijn drie categorieën voor risicofactoren voor
ongezondheid. Ongezond gedrag is de belangrijkste oorzaak van ongunstige trends in gezondheid.
Wat is volksgezondheid (public health)?
De gezondheid van een populatie
WHO: ‘The art and science of preventing disease, prolonging life and promoting health through the organized efforts
of society.’
Doelstelling preventie
Gezondheid van een (deel)populatie verbeteren.
Hoe analyseer je de gezondheid van een populatie?
Welke gezondheidsproblemen spelen een belangrijke rol?
Hoe analyseer je volksgezondheid?
➢ Levensverwachting
➢ Ervaren gezondheid, kwaliteit van geleefde jaren
➢ Gezonde levensverwachting
Optreden van specifieke aandoeningen
➢ Sterftecijfers
➢ Prevalentie
o Aantal mensen dat leidt aan specifieke aandoening
➢ Incidentie
o Aantal mensen dat een specifieke aandoening krijgt gedurende een bepaalde periode
Top 10 sterftecijfers
(1) dementie, (2) longkanker, (3) beroerte, (4) coronaire hartziekten, (5) hartfalen, (6) COPD, (7) dikke darmkanker,
(8) accidentele val, (9) infecties van de onderste luchtwegen, (10) borstkanker
De top 10 vormt 66% van alle sterftegevallen in Nederland (in 2017). Het ziet er anders uit bij prevalentie/incidentie.
3
, Impact van aandoeningen
➢ Verloren levensjaren
o Hypothetische levensverwachting als niemand aan aandoening zou overlijden - leeftijd van
overlijden aan aandoening
➢ Ziektejaren
o Aantal levensjaren dat met aandoening wordt geleefd, gecorrigeerd voor de verloren kwaliteit van
deze levensjaren
➢ DALY (disability adjusted life years)
o Toename in naar kwaliteit gewogen levensjaren wanneer aandoening niet zou bestaan (combinatie
van verloren levensjaren en ziektejaren)
o 1 DALY = 1 verloren levensjaar in goede gezondheid
➢ Kosten van ziekten
o De zorgkosten zijn hoger wanneer de mortaliteit lager is, omdat er dan langer wordt behandeld
Veranderingen in (volks)gezondheid
➢ Veranderingen over tijd: verleden en toekomst
➢ Veranderingen gedurende levensloop/leeftijd: specifieke analyse
Ongelijkheden in gezondheid
➢ Geslacht
➢ Sociaaleconomische positie
➢ Etnische verschillen
Risicofactoren ongezondheid
➢ Leefstijl en gedrag
o Roken, alcohol, ongezonde voeding, beweging, beroep → factoren die je zelf in de hand hebt
➢ Fysieke en sociaal-culturele omgevingsfactoren
o Geluidsoverlast, asbest, concentratie roet in de lucht, opvoeding, sociale steun
➢ Persoonsgebonden factoren
o Erfelijk, verworven somatisch, verworven psychisch
Risicofactoren beïnvloeden elkaar en clusteren. Het clusteren houdt in dat genoeg bewegen bijvoorbeeld vaak
samenhangt met gezonder eten. Je kan je niet op één gedrag richten, omdat factoren elkaar beïnvloeden en
clusteren. Er zijn niet-beïnvloedbare factoren (leeftijd, geslacht, erfelijkheid) en beïnvloedbare factoren.
Beïnvloedbare factoren zijn vaak gedragingen, dus dan is het te voorkomen.
Risicofactoren op gedragsniveau: roken, overgewicht, weinig lichamelijke activiteit, overmatig alcohol gebruik, te
veel zout, te weinig fruit, hoog cholesterol, te weinig vis, te weinig groente, te veel verzadigd vet.
Conceptueel model volksgezondheid
4