Week 1 Biopsychosocial model/Principles of child
neuropsychological assessment
College 1 Course introduction & principles of child neuropsychological
assessment
Developmental neuropsychology: lifespan perspective on child
neuropsychology
Essentieel ingrediënt voor np assessment van kinderen: theoretische kennis van
typische en atypische hersenstructuren en geassocieerde cognitieve skills
Biopsychosociale model is het leidende model in dit werkveld
3 dimensies:
- Bio/neuro: neuro-ontwikkeling van het brein
- Psycho: cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling
- Sociaal: omgevingsinvloeden: familie en buiten familie
BIO
Complexe ontwikkeling van hersenen met pieken en dalen:
- Cubic: (met pieken en dalen) grote hersenen
- Quadratic: amygdala
- Linear: limbisch systeem
Hersenontwikkeling is vooral hiërarchisch:
- Ontwikkeling heeft een volgorde
- Hersenontwikkeling is non-lineair
- Gekarakteriseerd door groeispurten
- In overeenstemming met developmental stages (Piaget)
3 moderne visies op hersenontwikkeling:
1. Brain maturation: genetisch bepaalde ontwikkeling van neuro-
anatomische gebieden (prenataal)
2. Interactieve specialisatie: ontwikkelen van goede verbindingen tussen
hersengebieden; leidt tot nieuwe skills (postnataal)
a. “Brain areas that fire together, wire together”
3. Skill learning: hersenactivatie verandert gedurende vaardigheden leren:
steeds meer focale activatie naar mate ouder worden
Consequenties van hersenschade bij jonge kinderen in vergelijking met
volwassenen:
- Vroege verstoring in hersenontwikkeling kan onomkeerbare schade
veroorzaken
, - Meer diffuse pathologie die hele hersenen aantast
- Algemene verstoringen in info processing, executieve functies, sociale
cognitie
- Normaal acuut herstel, slechtere lange termijn herstel
- Prognose is moeilijker te voorspellen
Kinderen zijn geen “kleine volwassenen”:
- Onomkeerbare consequenties
- Meer diffuse en gegeneraliseerde verstoringen
- ‘Growing into deficits’
PSYHO
Fasen van ontwikkeling Piaget:
1. Sensorimotor: kind interacteert met omgeving
2. Preoperational stage: kind begint de wereld symbolisch weer te geven
3. Conrete operational stage: kind leert regels zoals conservatie
(smal/breed glas water)
4. Formal operational stage: adolescent kan situaties overzien en
nadenken over toekomst
Je mag niet door naar de volgende fase als de huidige nog niet is afgerond
SOCIAL
Binnen familie: taal, cognitieve skills, sociaal gedrag, regels
Buiten familie: academische vaardigheden, motorische vaardigheden,
identiteitsontwikkeling
Hersenen ontwikkelen binnen context van ervaring:
- Stimulerende, responsieve omgeving optimale ontwikkeling
- Tekortkomende, niet-responsieve omgeving aangetaste, abnormale
ontwikkeling
Kwaliteit van caregiving voedt gezondheid en intelligentie
BIOPSYCHOSOCIAL
---
Doelen van (Child) NP assessment:
1. Cognitieve assessment om integriteit van het brein te meten
2. Detecteren of diagnosticeren van symptomen, syndromen en disorders
, 3. Karakteriseren van sterke en zwakke eigenschappen in cognitie en functie
4. Helpen richting een gepaste rehabilitatie, interventie of support
5. Monitoren van uitkomsten en evalueren van interventies/behandelingen
Wat moet in de assessment inbegrepen zijn:
- Geschiedenis verkrijgen: medisch, ontwikkeling, psychosociaal
- Gedragsbenaderingen: observaties gedrag, motivatie, emoties
- Cognitieve tests: intelligentie (stap 1), specifieke cognitieve skills (stap 2)
4 principes:
1. Longitudinaal follow-up is crucial
a. Normal developmental trajectory
b.
2. IQ-testen zijn de fundering
a. Doel van IQ-testen is niet om IQ-score te weten maar om
leerproblemen te begrijpen
b. Meest gebruikt: Cattell-Horn-Carroll (CHC) – model
3. Leeftijd-gepaste testen
a. Lifestyle verschillen tussen generaties (digitalisatie)
4. Eerst testen van lagere levels van functioneren
a. Top-down vs. bottom-up
Veranderde start- en eindpunt door:
- Genetische syndromen
- Hormoon biosynthese
- Prenatale omgeving
- Ontwikkelings- en leerstoornissen
Veranderde slope door:
- TBI
- Epilepsie
- Tumor
, - Stroke