Voeding en Allergie
Samenvatting
Online richtlijnen, Global Atlas of Allergy
Dieetbehandelingsrichtlijn 46.
Voedselovergevoeligheid
(Para)medische gegevens
- Ziektebeeld
Diagnose anamnese door allergologisch onderzoek.
Klachten 2 uur na inname kan huid/slijmvliezen, gastro-intestinaal, respiratoir,
cardiovasculair.
Risicoprofiel familiair, andere atopische aandoening.
Complicaties deficiënties door eliminatie, groeiachterstand bij kinderen.
- Medische geschiedenis atopische constitutie, klachten en andere aandoeningen.
- Dieetgeschiedenis eerdere voedingsinterventies met zijn resultaten.
- Relevant medicijngebruik antihistiminica, corticosteroïden, inhalatiesteroïden,
symathicometica, epinephrine.
- Behandeling eliminatie en niet genoeg resultaat medicatie.
Diëtistische gegevens
- Voedingsanamnese, voedings- en klachtenanalyse, voedingsmiddelen en voedingsstoffen
volwaardigheid, variatie, uitsluiten allergenen/triggers.
- Bijzonderheden antropometrisch, eten buitenshuis, emotionele beleving, etiketkennis.
- Diëtistische diagnose klachten, uitslagen priktesten/bloedonderzoek/provocatie, mate
ernst en tijdsinterval klachten, kruisreactie, deficiënties.
Dieetbehandelplan
- Doel begeleiding eliminatie, voorkomen en verminderen klachten, bevorderen zelfstandig
dieet uitvoeren, volwaardigheid
- Inhoud dieetbehandelplan informatie en instructie, ziektebeeld in relatie met dieet,
etiketinformatie, merkartikelenlijst, begeleiding bij (gedrags)verandering, aftrekbare
dieetkosten/belastingdienst, ziektekostenverzekering, beschikbare informatie.
,(Para)medische gegevens
Ziektebeeld
Inleiding
Reacties aan meerdere factoren:
- Bacteriële factoren voedselvergiftiging.
- Reacties door enzymdeficiëntie lactose-intolerantie
- Farmacologische reacties reacties door histaminevrijmakers of biogene aminen.
- Allergische voedselovergevoeligheid (voedselallergie).
IgE gemedieerde allergie onderverdeling:
- Primaire voedselallergie een persoon raakt gesensibiliseerd voor een voedselallergeen en
krijgt deze persoon vervolgens allergische klachten na consumptie van dat allergeen.
- Secundaire (kruis-reactieve) allergie wanneer het epitoop (het gedeelte van een allergeen
eiwit dat een immuunreactie opwekt) van het ene allergeen qua moleculaire structuur veel
lijkt op dat van één of enkele andere allergenen.
Klachten
Bij voedselallergie draait het meestal om een zogenoemde directe reactie, ook wel type-1-reactie
genoemd, waarbij het afweersysteem antistoffen van het type IgE aanmaakt. Klachten treden in de
regel binnen enkele minuten tot twee uur op.
Anamnese
Iedere mogelijke voedselgerelateerde reactie moet nauwkeurig worden geregistreerd. Wanneer
duidelijk reacties zijn op een allergeen, dan kijken naar mogelijk kruisreacties.
Allergologisch onderzoek
- Huidpriktest met extract of hele voedingsmiddel.
- Bloedonderzoek Is iemand gesensibiliseerd, dan circuleert allergeenspecifiek IgE in het
lichaam en dus ook in het bloed. De concentratie van allergeenspecifiek IgE in het bloed
wordt meestal bepaald met behulp van de enzyme linked immunosorbent assay (ELISA) of
ImmunoCAP. Component resolved diagnostics (CRD) is een methode om het specifiek IgE-
gehalte in serum aan te tonen voor de verschillende componenten van een allergeen, ook
wel epitoop genoemd.
- Orale provocatietest enige test waarmee diagnose echt gesteld kan worden. 4-6 weken
verdacht voedingsmiddel ontwijken en daarna provocatie wanneer er geen klachten zijn.
Sensibilisatie wil echter niet zeggen dat patiënten ook klachten hebben van het voedingsmiddel
waarvoor ze gesensibiliseerd zijn. Ongeveer de helft van de mensen reageert bij de huidpriktest op
allergenen waar zij in de praktijk helemaal geen last van hebben (zij hebben een vals-positieve
testuitslag; deze is niet klinisch relevant). De uitslagen van het allergologisch onderzoek dienen altijd
naast de anamnese gelegd te worden. Pas wanneer er sprake is van klachten op het betreffende
voedingsmiddel waarvoor de patiënt gesensibiliseerd is, duidt dit op een mogelijke allergie.
, Atopie anamnese
Patiënten met een atopische constitutie hebben een verhoogde kans op voedselallergie.
- Erfelijkheid
- Zuigelingenleeftijd wanneer op zuigelingen leeftijd al koemelkeiwitallergie heeft gehad,
meer kans om later een andere allergie te ontwikkelen.
- Hooikoorts vaker klachten op voedingsmiddelen.
- Astma reacties op voedingsmiddelen kunnen ernstiger verlopen.
- Eczeem meestal sprake van atopische constitutie kans op ontwikkelen nieuwe allergie
groter.
- Latex vaak kruisreacties met voedingsmiddelen.
- Huisdieren regelmatige klachten wanneer er sprake is van deze allergie.
Medische voorgeschiedenis
Aard klachten, diagnose (+ manier waarop deze is gesteld), andere aandoeningen, medicatie en wat
de patiënt zelf al heeft gedaan om de klachten te voorkomen.
Diëtistische gegevens
Voedings- en klachtenanamnese
Dietary history, mogelijk nog uitbreiding met eet- en klachtendagboek.
Voedings- en klachtenanalyse
Kijken naar volwaardigheid en naar mogelijke verborgen bronnen waarvoor allergie bestaat.
Volgende nagaan:
- Welke klachten zijn er
- Hoe vaak heeft iemand klachten
- Hoe snel treden de klachten op
- Wanneer treden de klachten op
- Hoe lang houden de klachten aan (met of zonder medicatiegebruik)
- Hoe lang heeft iemand de klachten al
- Hoe ernstig zijn de klachten.
- Is medicatie noodzakelijk
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
IgE-kruisreactiviteit