100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Goederen- en insolventierecht: Probleem 7 €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Goederen- en insolventierecht: Probleem 7

1 beoordeling
 36 keer bekeken  0 keer verkocht

Probleem 7 Goederen- en insolventierecht focust zich op het faillissementsrecht. Inclusief: jurisprudentie

Voorbeeld 2 van de 13  pagina's

  • Ja
  • 5 juli 2019
  • 13
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (121)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Mandy13 • 5 jaar geleden

avatar-seller
tax-student
Wat zijn voorrechten?

Inleiding

Voorrang bij verhaal
Een voorrecht geeft voorrang bij het verhaal op het vermogen van de schuldenaar, dit valt af te
leiden uit art. 3:278 lid 1 BW. Met een voorrecht wordt iemand binnen een rangregeling hoger
geplaatst dan medeschuldeisers, het schept zelf geen verhaalsbevoegdheid.
Een bevoorrecht crediteur is geen separatist, maar moet gewoon zijn vordering ter verificatie
indienen en bijdragen in de faillissementskosten.

Gesloten systeem
Voorrechten ontstaan alleen uit de wet, art. 3:278 lid 2 BW en kunnen dus niet contractueel worden
gecreëerd tussen partijen. Voor het ontstaan van een voorrecht moet je dus niet kijken naar OTLB.
Voorrechten worden onderscheiden in bijzondere en algemene voorrechten. Bijzondere voorrechten
geven voorrang bij verhaal op de netto-opbrengst van een of meer bepaalde goederen. Algemene
voorrechten rusten op alle tot een vermogen behorende goederen (behalve degene die voor verhaal
onvatbaar zijn).

Rechtskarakter
Een voorrecht geeft dus slechts de bevoegdheid om hoger te worden gerangschikt dan
medecrediteuren bij de verdeling van de netto-executieopbrengst van het aan het voorrecht
onderworpen goed. Een voorrecht is geen volwaardig persoonlijk of goederenrechtelijk recht. Het
heeft wel met een persoonlijk recht gemeen dat het, aangezien het verbonden is aan het
vorderingsrecht van de crediteur jegens zijn debiteur in beginsel alleen werking heeft jegens die
debiteur. Het voorrecht heeft uitsluitend goederen van die debiteur tot object en het eindigt zodra
deze goederen uit het vermogen van de debiteur verdwijnen: voorrechten hebben geen zaaksgevolg.
Voorrechten rusten wel op een goed en als dat goed zijn goederenrechtelijke zelfstandigheid verliest
als gevolg van originaire eigendomsverkrijging (natrekking, vermenging, zaaksvorming), gaat het
voorrecht teniet. Een voorrecht is een nevenrecht in de zin van art. 6:142 BW. Gaat de vordering
teniet, dan gaat ook het voorrecht verloren. Bij overgang van de bevoorrechte vordering op een
derde gaat het voorrecht van rechtswege op de verkrijger over.

Bijzonder voorrecht wegens kosten tot behoud

De vordering tot voldoening van kosten, tot behoud van een goed gemaakt, is bevoorrecht op het
goed dat aldus is behouden, art. 3:284 lid 1 BW. ‘Tot behoud’ moet beperkt worden opgevat, het ziet
slechts op kosten, gemaakt om de zaak in fysieke zin voor teniet gaan te behouden. Kosten van
onderhoud vallen er niet onder.

Er vallen dus twee vereisten af te leiden uit art. 3:284 lid 1 BW:
1. Kosten gemaakt
2. ‘Om de zaak in fysieke zin voor tenietgaan te behoeden’ – HOLLANDER’S KUIKENBROEDERIJ

HOLLANDER’S KUIKENBROEDERIJ
Het ging in casu om leveranciers van dierenvoeding. Deze leveranciers zeiden dat dankzij hun
voeding die dieren nog leven.




1

, De Hoge Raad neemt niet snel aan dat kosten die gemaakt zijn te kwalificeren zijn als kosten tot
behoud. In casu hadden de leveranciers alleen gelijk gekregen als de voeding was geleverd net voor
het moment dat de kuikens dood zouden zijn gegaan.
Er was geen sprake van acuut gevaar in dit arrest.

Een geval dat er wel sprake kan zijn van kosten tot behoud is wanneer een gebouw op instorten staat
en de eigenaar van dat gebouw laat een bedrijf komen om het gebouw te ondersteunen.

Dit voorrecht is een erg sterk recht: art. 3:284 lid 2 en 3 BW. De wetgever heeft de persoon die
kosten tot behoud heeft gemaakt zo’n sterk recht willen geven, omdat, als het gaat om een gebouw,
wanneer die persoon die kosten niet had gemaakt, het gebouw zou zijn ingestort en het
hypotheekrecht zou dan ook niet meer bestaan.
Art. 3:284 lid 2 BW gaat voor op:
 Een ouder pand- of hypotheekrecht
 Een jonger niet-omgezet vuistloos gevestigd pandrecht

Art. 3:284 lid 3 BW: dit voorrecht gaat voor op alle oudere bijzondere voorrechten (en staat in gelijke
rang met jongere bijzondere voorrechten  art. 3:281 lid 1 BW).

Bijzonder voorrecht wegens aanneming van werk

Er vallen drie vereisten af te leiden uit art. 3:285 lid 1 BW:
1. Vordering wegens bearbeiding van een zaak
2. Bearbeider pleegt persoonlijk aan werk deel te nemen of minstens één beherende vennoot
aan vennootschap of rechtspersoon pleegt dit te doen
3. Er is nog geen twee jaar verstreken sinds het ontstaan van de vordering

Het voorrecht vervalt na verloop van twee jaren na het ontstaan van de vordering. Als na afloop van
die twee jaar het goed waarop het voorrecht rust verkocht wordt en er wordt een rangorde
opgemaakt, dan heeft deze persoon pech en heeft hij dus geen voorrang meer.

Art. 3:285 lid 2 BW: dit voorrecht gaat voor op een vuistloos gevestigd pandrecht, behalve wanneer
dat pandrecht jonger is en in een vuistpandrecht werd omgezet.

Algemene voorrechten

Een aantal algemene voorrechten wordt genoemd in art. 3:288 BW. Deze voorrechten hebben het
gehele vermogen van de schuldenaar tot object. Hun rangorde wordt bepaald door de volgorde
waarin zij in de wet worden genoemd, art. 3:281 lid 2 BW. Het gaat om vorderingen ter zake van:
 Sub a | De kosten van een faillissementsaanvraag die daadwerkelijk tot het uitspreken van
het faillissement heeft geleid;
 Sub b | De kosten van lijkbezorging;
 Sub c | Ten behoeve van een werknemer, een gewezen werknemer of hun nabestaanden
vervallen pensioentermijnen. De vordering mag niet ouder dan een jaar zijn;
 Sub d | Ten behoeve van een werknemer, een gewezen werknemer of hun nabestaanden in
de toekomst tot uitkering komende termijnen van toegezegd pensioen. Geldt niet indien de
werknemer bestuurder is van de rechtspersoon bij wie hij in dienst is;
 Sub e | Al hetgeen een werknemer over het lopende en voorafgaande kalenderjaar in geld
op grond van de arbeidsovereenkomst van zijn werkgever te vorderen heeft, alsmede de
bedragen die zijn werkgever hem verschuldigd is wegens beëindiging van de
dienstbetrekking.

2

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tax-student. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (1)
  Kopen