Vraag 1A: Stel, u bent overleveringsrechter in deze zaak. Gaat u naar aanleiding van wat de
raadsvrouw stelt in verweer I überhaupt onderzoeken of voldaan is aan het vereiste van
dubbele strafbaarheid?
De overleveringswet is een implementatie van het kaderbesluit van de Raad van de
Europese Unie betreffende het Europees aanhoudingsbevel. Hierdoor kunnen we kijken.
Naar het nationale recht.
NB: onderscheid wapenhandel en wapenbezit in de lijst.
De eerste stap is om te kijken of het aanhoudingsbevel uitgevaardigd mag worden door
België, voordat we überhaupt kijken naar de dubbele strafbaarheid. Hiervoor kijk je in artikel
2. Het gaat over een executie het gaat namelijk over het uitzitten van een straf. Artikel 2 lid 1
van de overleveringswet stelt dan de regel een straf of maatregel is opgelegd, wanneer deze
een duur heeft van ten minste vier maanden. Daarna dient er gekeken te worden naar de
dubbele strafbaarheid om te kijken of deze van toepassing is of niet. Artikel 7 lid 1 sub a
onder 1 overleveringswet is van toepassing. Je mag ervan uitgaan dat hieraan is voldaan,
omdat er zes jaar is opgelegd. Sub B van artikel 7 uitleveringswet stelt namelijk dat dit van
toepassing is. Conclusie: artikel 7 lid 1 sub B jo. Artikel 7 lid 1 sub a onder 1 uitleveringswet.
Als het iets is dat niet op de lijst staat, zoals het wapenbezit dan geld B dan moet het in de
uitvoerende als uitvaardigde staat strafbaar zijn. Doodslag staat in de lijst genoemd. Die valt
onder sub 1 en het wapenbezit staat niet met zoveel worden op de lijst en daarvoor geld dan
wel de dubbele strafbaarheid.
Als het over kleine vergrijpen gaan dan kunnen die toch meegenomen worden door
artikel 7 lid 4 Uitleveringswet. Die kunnen mee op het overleveringsbevel. Als de
drempel van de minimum strafbaarheid al is behaald kan het meegenomen worden.
Artikel 7 sub a onder 1 is een extra vereiste die wordt gesteld.
Conclusie: Je gaat er dus naar kijken, anders weet je niet of die valt onder de lijst van 32 en
of je moet toetsen aan de dubbele strafbaarheid. Doodslag wordt genoemd dus moet je niet
inhoudelijk toetsen en bij wapenbezit daar moet je het wel toetsen aan de dubbele
strafbaarheid.
Vraag 1B: Stel, uw antwoord op vraag a) luidt bevestigend. Deelt u dan het standpunt van
de raadsvrouw dat een succesvol beroep op noodweerexces de wederrechtelijkheid (en
dus de strafbaarheid) aan de gepleegde doodslag ontneemt?
Hier speelt het beginsel van wederzijdse erkenning. Je gaat niet nog een keer inhoudelijk
naar de zaak kijken. Je gaat dus niet meer beoordelen of iets wel dan wel correct is
toegepast. Je mag niet nog een keer inhoudelijk beoordelen. Ook als dit niet is meegenomen
in de nationale procedure en dit zou in Nederland wel gebeuren mag dit niet.
, Vraag 1C: Omschrijf de rationale van het dubbele strafbaarheid-vereiste in de context van
de grensoverschrijdende samenwerking in strafzaken. Leg voorts uit of, en zo ja, waarom
het beginsel van dubbele strafbaarheid in de context van overlevering een andere rol
speelt dan in de context van uitlevering.
Waarom hebben we het principe van de dubbele strafbaarheidsstelling (dus wat is de
rationale): om te voorkomen als land mee te werken aan de vervolging of executie van een
straf van een verdachte voor een feit dat hier niet strafbaar is gesteld. Waarom het beginsel
van dubbele strafbaarheid in de context van overlevering een andere rol speelt dan in de
context van uitlevering. Wat is het verschil bij overlevering en uitlevering m.b.t de dubbele
strafbaarheid? Bij de wederzijdse erkenning bij de overleving en uitlevering bij
verdragsluitende partijen heb je wederzijds vertrouwen (ander sluit je geen verdrag met
elkaar) waarin zich dit concreet uit is de lijst van 32 delicten waarin de dubbele strafbaarheid
niet inhoudelijk getoetst hoeft te worden. En bij de uitlevering (buiten de Europese unie)
geldt onverkort de eis van dubbele strafbaarheid.
Vraag 1D: Stel, u bent overleveringsrechter in deze zaak. Bent u, op grond van hetgeen de
raadsvrouw in verweer II naar voren brengt, van oordeel dat Nicolas inderdaad moet
worden gelijkgesteld met een Nederlander?
Artikel 6A Uitleveringswet: executie overlevering bij een Nederlander. Het is een ka bepaling,
de overlevering kan worden geweigerd. Hierbij gaat het niet om een Nederlander, maar een
Belg. Je moet dan kijken naar lid 9 (dus zijn de andere leden ook van toepassing). Iemand
wordt dan gelijkgesteld aan een Nederlander. Dan moet je kijken in artikel 8 va de
vreemdelingenwet 200. Artikel 8 onder E, het gaat ook om een gemeenschapsonderdaan en
hij maakt gebruikt van zijn vrij verkeer van personen. Hij heeft rechtmatig verblijf in
Nederland op grond van de vreemdelingwet artikel 8 lid E. Hij valt dus onder artikel 6
uitleveringswet en dit kan dan ook geweigerd worden. Waar zou je rekening mee houden als
rechter: de goede rechtsbedeling (integratie). Via lid 9 worden leden 1 tot en met 8 ook van
toepassing op Nicolas. Nederland dient dan rekening te houden met de aard en duur. Als ze
weigeren dient Nederland de straf over te nemen. Dan hebben we een overname van de
tenuitvoerlegging van de straf. Dan dien je naar de WETS te kijken. Die bepalingen zijn in
artikel 6 opgenomen dus dan kan je daar blijven.
Samenvatting in juiste stappen van het antwoord:
Artikel 6 en 6A gaat over wat Nederland moet doen als het om een Nederlander gaat In
beginsel geen uitlevering. In de artikelen 6 en 6a staan de situaties om toch de overlevering
te weigeren als het een Nederlander betreft. Dan heb je lid 9 artikel 6A die bepaalt wanneer
dezelfde regels gelden voor een niet Nederlander (zie de vereiste in het artikel staan).
Nicolas is een gemeenschapsonderdaan dus valt hieronder. Heeft verblijf onder artikel 8 lid E
vreemdelingenwet. Dus moet gelijkgesteld worden. Dan ga je naar het eerste lid dat is van
toepassing. Dan kan Nederland de overlevering weigeren (moet niet). Als ze de overlevering
weigeren, dan wel verplicht de straf zelf ten uitvoer te leggen. Lid 2 en 3 zien op wat dan
gaat gebeuren (vergelijkbare bepalingen uit de WETS). De aard en duur die kan lopen tot een
aanpassing van de straf, re-integratie, goede rechtsbeding. In casu levert dit geen problemen
op dus Nederland moet dan overgaan tot de uitvoering en strafoplegging als Nederland
besluit niet over te leveren. Argument: zijn kind en vrouw in NL
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kkboudih. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,66. Je zit daarna nergens aan vast.