Bij het onderwijs moet er evenwicht bestaan tussen inhouden, werkwijzen en houdingen.
OOL onderzoekend en ontwerpend leren
Belichaamd leren (embodied learning): verband leggen tussen indrukken van verschillende zintuigen
en lijflijke ervaringen. Beïnvloed het cognitieve (denken, creativiteit, waarneming en fantasie) en
sensomotorische ontwikkeling.
Belichaamd leren heeft een positieve invloed op begripsvorming doordat er meer hersengebieden
actief zijn. Laat ze daarom hun waarnemingen beschrijven, uitbeelden of tekenen.
Ontwikkeling vaardigheid belichaamd leren:
Objecten zelf hanteren om de eigenschappen vast te kunnen stellen
Hun activiteiten zelfstandig plannen en uitvoeren
Nauwkeurig te werk gaan door bv te tellen en te meten
Ondersteunende leermiddelen gebruiken
Waarnemingen in tekeningen, steekwoorden en tabellen zorgvuldig vastleggen
In hun beschrijving gebruik maken van vaktaal
Nieuwsgierigheid en verwondering: bekende drijfveren om de omgeving beter te willen begrijpen.
Eigen ervaringen zijn onvervangbaar als basis voor elke vorm van begrip.
Kinderen kunnen de ervaringen die bij elkaar horen op verschillende manieren aan elkaar
koppelen:
1. Verschil en overeenkomst (omafiets en moutainbike, hond en koe)
2. Verandering en volgorde (eerst jas aan, dan naar buiten. Als-dan-relatie)
3. Samenhang en systeem (waar rook is, is vuur. Eerst zon dan schaduw). Er is dan sprake van
een causaal verband: in een systeem hebben onderdelen invloed op elkaar.
(pre)concepten: clusters van samenhangende denkbeelden en ideeën over de werkelijkheid. We
spreken bij jonge kinderen over preconcepten, omdat de denkschema’s nog eenvoudig van opbouw
zijn. Denkschema’s bestaan uit eigen ervaringen. Preconcepten kun je beschouwen als onvolledige
denkschema’s.
Conceptontwikkeling: je ontwikkelt dankzij extra kennis en inzicht steeds completere denkschema’s
deze structuren verduidelijken de samenhang tussen objecten, situaties, verschijnselen en
gebeurtenissen.
Heen en weer denken: wisselwerking tussen doen en denken, is een kernpunt van didactisch
handelen. VOORSPELLEN is een vorm van heen en weer denken.
Het begint met minds-on: kinderen wisselen ideeën uit over het onderwerp en beredeneren
verwachtingen of voorspellingen.
Dan voeren ze hands-on activiteiten uit: tijdens het onderzoek delen ze hun ervaringen.
Daarna voeren ze opnieuw minds-on: ze bespreken de resultaten, geven er betekenis aan en
beredeneren waardoor deze wel of niet goed voorspeld zijn.
Bij hands-on-act dragen alle zintuigen en het lijf bij aan ‘doorzien en begrijpen’
, Schooltaalbegrippen in heen en weer denken: ze gebruiken de begrippen om heen en weer te
denken tussen hun denkbeelden en de werkelijkheid.
Constructivisme: kinderen uitdagen tot wat ze nog nét niet kunnen
Conceptualiseren: geleidelijk en vollediger een correct beeld vormen van complexe begrippen
Ze bouwen aan denkschema’s met een geslaagde structuur:
De basis: bestaat uit specifieke concrete begrippen die zijn gekoppeld aan ervaringen met
‘echte materialen’, situaties en verschijnselen
Bovenste laag: bevat algemene, vaak abstracte begrippen (concepten als energie of
gewervelde dieren)
Verbalisme: begrippen zonder betekenis. Hierdoor kunnen misconcepten ontstaan.
Verschillende vakdidactische benaderingen:
Onderzoekend leren
Ontwerpend leren
Onderwijsactiviteiten met elk hun eigen vakdidactische aanpak en bedoeling:
1. Ontdekkend leren: leren en beleven. Komt voort uit nieuwsgierigheid en verwondering
2. Onderzoekend leren: begint vaak met nieuwsgierigheid, die gevoed wordt door
verwondering en verwarring
3. Ontwerpend leren: betreft het bedenken van hoe je een uitdaging of probleem technisch
kunt oplossen door er iets voor te maken
4. Beleven: component van ontdekkend en ontwerpend leren. Beleven komt voor uit
verwondering.
Verkennen van de concrete werkelijkheid: met zoveel mogelijk zintuigen: waarnemen dus.
Het een totaalindruk of allesomvattend beeld geeft als alle zintuigen samenwerken
De beleving sterker is
Het beter beklijft
Waarnemen is vaak gekoppeld aan actie:
1. Je krijgt een zintuigelijke indruk
2. Daarvan wordt je je bewust en daarover vorm je een mening
3. Dat maakt gevoelens los en zorgt voor beleving
4. En als gevolg daarvan doe je iets
Er zijn hulpmiddelen waarmee je leerlingen beter kunt laten waarnemen: loep, meetinstrumenten
Kokervisie: informatie die je niet belangrijk vindt (subjectief) laat je niet toe in je geheugen.
Risico’s kokervisie: weglaten van karakteristieke kenmerken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lvpabo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,46. Je zit daarna nergens aan vast.