Samenvatting deskresearch
Hoofstuk 1 – Onderzoek doen
1.1 Wat is onderzoek?
Onderzoek: verzamelen van gegevens die leiden tot informatie, met als doel vragen te
beantwoorden over een bepaald onderwerp.
Toevalstreffers: onverwachte resultaten bij een zorgvuldig over nagedacht onderzoek
Praktijkonderzoek: Beantwoorden van een of meerdere vragen uit de praktijk, waarmee
iemand/iets worstelt. (medisch onderzoek, marktonderzoek, wat is een geschikte oplossing
voor..?)
Soorten praktijkonderzoek: Diagnostisch (wat is de situatie?), ontwerpgericht (wat is de
oplossing?), evaluatie (heeft het effect gehad?)
Wetenschappelijk onderzoek: Nieuwe algemene kennis verkrijgen in de vorm van theorieën
en modellen. (onderzoek naar ziektes)
Empirische cyclus: Waarneembare kennis, bestaat uit 4 fasen:
- Waarnemen van verschijnsel
- Verklaring vinden, theorievorming
- Voorspellingen afleiden uit theorie
- Toetsen voorspellingen door onafhankelijk onderzoek
het doel is het uitkomen tot nieuwe theorievorming, theorie bijstellen of nieuwe theorieën
formuleren?
1.2 Redenen voor onderzoek
Motieven voor onderzoek: Beleid wijzigen,
betere beslissingen kunnen nemen over operationele zaken,
beter op externe omgeving kunnen inspelen,
geconstateerde verschillen of verschuivingen verklaren,
externe certificering
Oneigenlijke motieven: beslissing uitstellen, gelijke bevestiging, indruk wekken dat ze iets aan
probleem willen doen.
1.3 Wetgeving en ethiek
Gedragscode: Regels waar professionals zich aan moeten houden.
Invalshoeken van wat wel/niet correct is:
- ESOMAR-/regels van het Data & Insights Network
- wetgeving (AVG)
- Regels voor ‘goed’ onderzoek (betrouwbaar)
- Eigen opvattingen over wat wel/niet kan
- Opvattingen/belangen opdrachtgever
Statistisch onderzoek: Geaggregeerde data die anoniem wordt weergegeven
Commerciële toepassing: Het direct doen van een aanbod/commerciële vraag, of deze op
basis van het onderzoek mogelijk maken.
1.4 Methoden voor onderzoek
Beschrijvend onderzoek: Situatie beschrijven, geen voorkennis (diagnostisch,
, ontwerpgericht)
Exploratief onderzoek: Op zoek naar verbanden/verklaringen, beetje voorkennis
(diagnostisch, ontwerpgericht)
Toetsend/evaluatie onderzoek: Theorie of verwachting toetsen, of het effect had
(wetenschappelijk, ontwerpgericht)
Deskresearch: Gebruikmaken van bestaande gegevens zoals algemene literatuur, databases.
Je analyseert bestaande gegevens voor een nieuw doel.
Fieldresearch: Zelf gegevens verzamelen door eigen onderzoek op te zetten en uit te voeren.
Kwalitatief onderzoek: Diep op materie ingaan, kost meer tijd, minder aantal respondenten,
minder betrouwbaar, taal en beelden
Kwantitatief onderzoek: Op een efficiënte manier onderzoeksobjecten in kaart brengen,
nauwkeurig en betrouwbaar, grote groep mensen, cijfers
Eisen van een onderzoek: Objectief en onafhankelijk, controleerbaar en toetsbaar,
herhaalbaar, nauwkeurig, generaliseerbaar
1.5 Onderzoeksproces
Fasen in het onderzoeksproces:
1. Aanleiding; achterliggende motivatie
2. Inkadering; doelstelling, centrale vraag, deelvragen, literatuuronderzoek
3. Onderzoeksmethode; deskresearch, fieldresearch, kwali- en kwantitatief onderzoek
4. Keuze dataverzamelingsinstrument; bijv enquêtes, observatie
5. Populatie en eventuele steekproefbepaling; populatiebepaling, steekproef
6. Ontwikkeling en afname van het dataverzamelingsinstrument; testafname, maken van
instrument
7. Analyse van de gegevens; kwantitatief: codeboek, gegevens invoeren, berekenen.
Kwalitatief: categorisatie, verbanden, hypotheses
8. Beantwoording probleemstelling, rapportage onderzoek; onderzoeksvraag beantwoorden
Doelen van vooronderzoek: plannen van het onderzoek en afstemmen op de verwachting
van de opdrachtgever
Hoofstuk 2 – Afbakening van het onderzoek
2.1 Doelstelling van het onderzoek
Verschillende posities van de onderzoeker:
1. Je bent zelf de initiatiefnemer en belanghebbende; je bent te betrokken om onafhankelijk,
objectief onderzoek te doen.
2. Als student betrokken bij onderzoek; voor economische redenen of gevoelig onderwerp en
men wil de uitkomst zonder discussie opzijschuiven
3. Onderzoek vanuit organisatie waarvan je zelf deel uitmaakt; afstemming tussen de
afdeling onderzoek en andere afdelingen
4. Ingehuurd om onderzoek te doen; wie is de opdracht gevende en wie is je aanspreekpunt?
Achterliggende redenen van onderzoek:
Randvoorwaarden: Uitvoering; beschikbare budget, mankracht waar je gebruik van kunt
maken etc
Aanbevelingen; budget, strategie en doelstellingen
Doelstelling voor organisatie:
Specifiek; Duidelijk aangeven wat er wordt gedaan