Materieel en formeel strafrecht:
Materieel: heeft betrekking op de grenzen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid. Het
bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen worden gestraft.
Het gaat hierbij in de eerste plaats om strafbepalingen (diefstal, moord, oplichting etc.)
Formeel: ook wel het strafprocesrecht. Dit omvat de regels van het strafproces en heeft niet
te maken met de omschrijvingen van strafbaar gedrag.
Ne bis in idem: art. 86 Sr: Iemand mag niet twee keer gestraft worden of terechtstaan voor hetzelfde
feit.
Een wet in formele zin: wet tot stand gekomen in samenwerking tussen de regering en de Staten-
Generaal.
Een wet in materiele zin: of het nou een wet in formele zin is of niet. Het bevat algemene regels die
de burgers binden.
In de bijzondere strafwetten treft men strafbepalingen aan die behoren tot het materiële strafrecht,
maar vaak ook bevoegdheden die behoren tot het formele strafrecht. Bijvoorbeeld de
wegenverkeerswet 1994. Die stelt dat het strafbaar is om onder invloed van alcohol een auto te
besturen, en geeft deze wet tevens de bevoegdheid om de bestuurder van een auto aan een
ademanalyse te onderwerpen.
Delictsomschrijving: geeft weer welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar heeft wilen
stellen.
Kwalificatie-aanduiding: geeft aan met welke term het in juridisch opzicht benoemd moet worden.
Strafbedreiging: geeft aan welke soort straf er opgelegd kan worden en wat het maximum daarbij is.
Opbouw van het strafbare feit in drie componenten
1. Menselijke gedraging
2. Wettelijke delictsomschrijving (bestanddeel)
3. Wederrechtelijkheid (element) (ook als iets anders)
4. Schuld (als verwijtbaarheid, daarom ook afgekort V) (element)
Geobjectiveerde delictsbestanddelen:
Legaliteitsbeginsel: strafbare feiten altijd in het geschreven recht terug te vinden moeten zijn. Niet
alleen wetten in formele zin kunnen een wettelijke strafbepaling opleveren in de zin van artikel 1 Sr.
Ook de gemeente kan bepaald gedragingen strafbaar stellen.
Art. 188 Sr:
, Bestanddelen ->
1. Aangifte of klacht doen dat een strafbaar feit is gepleegd.
2. Wetenschap dat het strafbare feit niet gepleegd is.
Art. 151a Sr:
Bestanddelen ->
1. Handelen uit winst bejag
2. Opzettelijk bevorderen
3. Een kind beneden de leeftijd van zes maanden
4. Welk kind niet onder voogdij van een rechtspersoon staat
5. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de raad voor de kinderbescherming
6. Als pleegkind opnemen
Als een persoon voldoet aan deze bestanddelen, wordt de delictsomschrijving vervuld. Dan is echter
nog niet in alle gevallen sprake van een strafbaar feit. Daarvoor is immers vereist dat ook alle aan de
niet in de wet opgenomen elementen wederrechtelijk en verwijtbaarheid is voldaan.
Als het een bestanddeel is, dan is het geen element meer. Bijvoorbeeld als wederrechtelijkheid in de
delictsomschrijving staat.
Verschil tussen misdrijven en overtredingen is de ernst van het strafbare feit.
Waarom van belang?
De procesrechtelijke reden: weke rechter bevoegd is om kennis te nemen van een strafzaak.
(absolute competentie)
Poging tot overtreding en medeplichtigheid aan overtreding is niet strafbaar.
Toepassing van dwangmiddelen: bijvoorbeeld het aftappen van een telefoon kan alleen
worden toegepast in geval van verdenking van een misdrijf.
Formele en materiële delicten
Het onderscheid tussen formele en materiele delicten heeft betrekking op de manier waarop een
delict in de wet is omschreven.
Formele delicten staan in de wet omschreven als een handeling, een specifiek omschreven
activiteit.
Bij materiele delicten heeft de wetgever niet een handeling strafbaar gesteld, maar het
veroorzaken van een gevolg. Bijvoorbeeld doodslag. Er is dan niet omschreven waarop de
ander gedood moet zijn.
Commissiedelicten: door doen of handelen -> bijvoorbeeld stelen, vermoorden of vervalsen
Omissiedelict: op maar enkele plaatsen in de wet wordt een nalaten strafbaar gesteld. Bijvoorbeeld
in art. 450 Sr. Dat artikel gaat erover dat als je getuige bent een ogenblikkelijk levensgevaar waarin
een ander verkeert. Je diegene verplicht bent te helpen en als je dat niet doet, dat dus strafbaar is. In
de wet staat dan ook omschreven wie had moeten helpen. Zij die getuige zijn in dit geval.
Gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten.
Gekwalificeerd delict: Bestanddeel werkt strafverzwarend
Geprivilegieerd delict: bestanddeel werkt straf verlichtend.
De eenvoudige mishandeling uit artikel 300 Sr heeft dan het gronddelict.
Causaliteit: oorzaak en gevolg. Als er daar een verband tussen zit, dan noem je het causaal.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mariettat. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,29. Je zit daarna nergens aan vast.