100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Beeldende Vorming / Beeldend Vormen Pabo 1 samenvatting €6,26
In winkelwagen

Samenvatting

Beeldende Vorming / Beeldend Vormen Pabo 1 samenvatting

 12 keer bekeken  0 keer verkocht

Leerstof: Beeldende Begrippen: H3 en H5 Laat maar zien: H1 – H7 KVT1 Pabo 1

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • 24 juni 2024
  • 17
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
meesteruitzeeland
4Samenvatting Beeldende Vorming Pabo 1 –
Periode 2
Leerstof: Beeldende Begrippen: H3 en H5 & Laat maar zien: H1 – H7


Beeldende Begrippen
Hoofdstuk 3 – Bouwkunst

- Bouwkunst gaat meestal over de wetenschap van het bouwen.
- Architectuur gaat meer over de esthetische (schoonheid, kunst) kant van het bouwen
- Architect moet met veel eisen rekening houden, dus kan bijna nooit helemaal zijn gang gaan
(eisen: begroting, wensen, bestemming gebouw, omgeving)
- Begin 20e eeuw: geen versieringen meer op gebouwen (modern). 1960: weer versieringen,
(ornamenten)

Stedenbouw
- Sinds mensen van platteland naar stad trokken, heeft de stad een enorme ontwikkeling
doorgemaakt. Klassieke stad, middeleeuwse koopmansstad, vestingstad, industriële stad.
- Verschillende typen steden verbonden aan eisen en wensen van de bewoners van die stad.

Masterplan
- Voor een nieuw te bouwen stad, stadsvernieuwing of stadsuitbreiding wordt een masterplan
opgezet. Hierin zijn ontwerpen opgenomen voor infrastructuur, nieuwe woningen,
voorzieningen etc.
- Alleen hoofdlijnen. Verder zijn er afzonderlijke deelplannen.

Woningbouw
- Planologen houden zich bezig met de invulling van de stad.
- Bij inrichting rekening houden met allerlei wensen en eisen  je wilt veel mensen huisvesten
maar wel een mooie stad hebben.

Gebouwtypen
- Onderscheid in soorten gebouwen gebaseerd op de functie en bestemming van het gebouw
(huizen, kantoren, fabrieken, openbare / religieuze gebouwen).
- Sommige gebouwen krijgen na verloop van tijd andere functie.

Bouwen, bouwdelen, bouwelementen
- Bouwelementen: de onderdelen die samen een gebouw vormen (wanden, overkapping, dak)
- Vormgeving van bouwelementen wordt bepaald door de smaak en stijl van de
opdrachtgever.

Prefab
- Geprefabriceerde onderdelen: van tevoren in de fabriek gemaakt.
- Snel, en goedkoop in elkaar gezet op de bouwplaats.

Constructie
- Constructie: samenvoeging van twee of meer bouwonderdelen. (fundering, kolommen en
balken, wanden en vloeren).
- Zorgt voor stevigheid en stabiliteit

,- Materialen meestal: hout, steen, gewapend beton, staal
- Gaat om de draagkracht, zijwaartse kracht en de trekkracht.
Overspanning
- Overspanning: dragende constructie tussen twee steunpunten door middel van een ligger,
spant of boog.
- Gewelf (gebogen schaalvormige bouwconstructie, in kerken bijv.)
- Oudste vorm van overspanning is de ligger (balk). J

Fundering
- Fundering is de draagconstructie van het gebouw.
- Kan van staal zijn, of gewapend beton.
- Bij zachte grond: eerste betonnen of houten palen in de grond geboord of geheid.

Skeletbouw
- Bouwskelet zorgt voor de stevigheid van het gebouw. Gewicht van het gebouw wordt door
het geraamte van pijlers en balken gedragen.
- Wanden geen dragende functie, daarom bij moderne skeletbouw veel glas gebruikt.

Gevel
- Buitenmuren van een gebouw  Normaal gesproken heeft gebouw 4 gevels: voor-, achter-
en zijgevels.
- Sinds ontdekking van mogelijkheden skeletbouw worden vliesgevels toegepast (geen
dragende functie, bedoeld als scheidingswand tussen binnen en buiten). Glasgevel:
vliesgevel bestaande uit glas.
- Façade: Afwerking en detaillering van de voorgevel  meeste aandacht (ingang is daar)

Rustica
- Renaissance: veel gevels of poorten versierd met ruw metselwerk  geeft reliëf en zorgt
voor stevig aanzien aan de gevel.
- Meestal alleen onderste deel van de gevel

Exterieur
- Buitenkant van een bouwwerk, bepaalt het aanzicht  de indruk die het gebouw op je
maakt.

Tuinarchitectuur
- Barok: tuinen die passen bij het gebouw (bijv. Paleis het Loo tuin, symmetrisch aangelegd).

Interieur
- Vormgeving en inrichting van het gebouw bepalen de sfeer in het gebouw. Meestal in
overleg met architectuur exterieur, in openbare gebouwen wordt een binnenhuisarchitect
ingezet.

Ornament, decoratie
- In of op gebouwen aangebracht. Meestal bedoeld als versiering of verfraaiing.

Ontwerp
- Eerst maakt kunstenaar een plan (concept)  Wat gaat hij maken, hoe, met welk materiaal?
Ontwerp: beschrijving van dit plan (tekst, tekening, schaalmodel enz.)

Plattegrond
- Altijd onderdeel van ontwerp van architect. Tekening van bovenaanzicht van zijn plan.

, Doorsnede
- Dwarsdoorsnede laat zien hoe het gebouw van beneden naar boven in elkaar zit.
- Lengtedoorsnede is horizontaal

Maquette
- Driedimensionaal model op schaal.
- Meestal om opdrachtgever een goede indruk te geven van het toekomstige gebouw.
- Tegenwoordig: vaak vervangen door digitale presentatie (3D).

Monumentale kunst
- Gebouwen die van algemeen belang zijn door historische, artistieke, industrieel-
archeologische of andere sociaal-culturele waarde.

Centraalbouw
- Rond een middelpunt (centrum) aangelegd.
- Vaak een cirkel als je naar de plattegrond kijkt. Het gebouw wordt in het midden vaak
bekroond met een koepel.

Amfitheater
- Klassieke oudheid, publieke gebouwen. Amfitheater = in ronde of ovale vorm gebouwd.
Gebruikt voor bijv. gevechten, jachtpartijen, opera.

Triomfboog
- Monumentale boog uit Romeinse tijd. Bogen werden meestal opgericht ter herdenking van
een triomftocht.

Aquaduct
- Stenen constructie, geïntroduceerd door de Romeinen. Hiermee kan het water uit de bergen
naar de steden worden getransporteerd. Soms meerdere verdiepingen.

Griekse tempels
- Meestal rechthoekige zaal op een verhoging. Op die verhoging staan zuilen, die eindigen met
een kapiteel.

Bouworden
- Oervorm, elementen duiken steeds op in de westerse kunst.
- Drie bouworden in de loop van de tijd (veranderingen). Grootste verschil te zien aan de
vormen van de kapitelen (gebeeldhouwd kussen boven op de zuilen).
o Dorische orde Oudste en meest eenvoudige vorm
o Ionische orde Kapiteel met aan beide zijden een krul
o Korintische orde Bladvormen

Kolom, zuil, pilaar, pijler
- Kolommen: verticale steunen om bovenliggende etages of overspanningen te dragen. Ze
bestaan uit een voetstuk (basement), schacht (kolom) en een kapiteel (bekroning).
- Ook wel zuilen of pilaren genoemd.

Pilaster

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meesteruitzeeland. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,26. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48756 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,26
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd