Samenvatting management en organisatie. Het gehelen boek uitgewerkt tot circa 1/10de van de originele tekst. Meerdere medestudenten hebben deze samenvatting al met succes gebruikt. Het gehele boek is samengevat in 50 pagina's. Ideaal ter voorbereiding voor het tentamen.
Algemene leerdoelen
De algemene leerdoelen vormen het (inhoudelijke) kader van de module. Ze zijn een beschrijving van
wat u moet kennen en kunnen en vormen het uitgangspunt van de toetsing. Achter elk lesleerdoel
staat een cijfer dat correspondeert met de algemene leerdoelen die hieronder zijn weergegeven. Zo is
voor u duidelijk zichtbaar welk lesleerdoel past bij welk algemeen leerdoel. Voor deze module zijn de
volgende algemene leerdoelen opgesteld.
Na het volgen van de lessen, het bestuderen van de theorie en het maken van de opdrachten
kunt u:
1. de macro- en meso-omgeving van een organisatie verhelderen met behulp van
omgevingsmodellen..
2. de strategische koers van een organisatie herkennen met behulp van diverse
strategiemodellen.
3. verschillende modellen op het terrein van leiderschap en motivatie toepassen.
4. de aansturing van operationele processen en projecten analyseren.
5. een organisatiestructuur becommentariëren op basis van ontwerpregels.
6. diverse modellen en concepten toepassen in casuïstiek om uiteenlopende
managementvraagstukken beter te kunnen begrijpen
Leerdoelen les 1 hoofdstuk 1 t/m 4
Na het bestuderen van de theorie en het afronden van deze les kunt u:
1. de macro-omgeving van een organisatie verklaren met behulp van de DESTEP-factoren. (1)
2. de meso-omgeving van een organisatie verklaren met behulp van het vijfkrachtenmodel van
Porter. (1)
3. de sterkten en zwakten van organisaties benoemen aan de hand van de waardeketen van
Porter. (2)
4. het herkennen van een raming bij ongewijzigd beleid (ROB). (2)
5. de drie bouwstenen van een organisatie benoemen (1)
6. betekenissen en kenmerken van management en organisatie benoemen (1)
7. uitleggen hoe een beslissingsproces in organisaties plaats vindt (2)
8. de kenmerken van verschillende voorspellingstechnieken benoemen. (1)
Leerdoelen Les 1 hoofdstuk 5 t/m7
Na het bestuderen van de theorie en het afronden van deze les kunt u:
1. de groeimogelijkheden van een organisatie in kaart brengen door gebruik te maken van de
product-marktmatrix van Ansoff. (2)
2. het portfolio van een organisatie beschrijven aan de hand van de matrix van de Boston
Consulting Group. (2)
3. verklaren in welke mate een organisatie zich onderscheidt van de concurrentie door middel
van Porters positioneringsstrategieën. (2)
4. alternatieven voor strategische samenwerkingsverbanden in kaart brengen. (2)
5. de waardeketen van Porter reproduceren. (2)
6. het vier-actiesraamwerk van Kim en Bauborgne reproduceren. (2)
, de strategische koers van een organisatie herkennen met behulp van diverse
strategiemodellen.
1. verschillende modellen op het terrein van leiderschap en motivatie toepassen.
2. de aansturing van operationele processen en projecten analyseren.
3. een organisatiestructuur becommentariëren op basis van ontwerpregels.
4. diverse modellen en concepten toepassen in casuïstiek om uiteenlopende
managementvraagstukken beter te kunnen begrijpen
Leerdoelen les 1 hoofdstuk 1 t/m 4
Na het bestuderen van de theorie en het afronden van deze les kunt u:
1. de macro-omgeving van een organisatie verklaren met behulp van de DESTEP-factoren. (1)
2. de meso-omgeving van een organisatie verklaren met behulp van het vijfkrachtenmodel van
Porter. (1)
3. de sterkten en zwakten van organisaties benoemen aan de hand van de waardeketen van
Porter. (2)
4. het herkennen van een raming bij ongewijzigd beleid (ROB). (2)
5. de drie bouwstenen van een organisatie benoemen (1)
6. betekenissen en kenmerken van management en organisatie benoemen (1)
7. uitleggen hoe een beslissingsproces in organisaties plaats vindt (2)
8. de kenmerken van verschillende voorspellingstechnieken benoemen. (1)
Leerdoelen Les 1 hoofdstuk 5 t/m7
Na het bestuderen van de theorie en het afronden van deze les kunt u:
1. de groeimogelijkheden van een organisatie in kaart brengen door gebruik te maken van de
product-marktmatrix van Ansoff. (2)
2. het portfolio van een organisatie beschrijven aan de hand van de matrix van de Boston
Consulting Group. (2)
3. verklaren in welke mate een organisatie zich onderscheidt van de concurrentie door middel
van Porters positioneringsstrategieën. (2)
4. alternatieven voor strategische samenwerkingsverbanden in kaart brengen. (2)
5. de waardeketen van Porter reproduceren. (2)
6. het vier-actiesraamwerk van Kim en Bauborgne reproduceren. (2)
Samenvatting Management en Organisatie
Hoofdstuk 1. Inleiding
De drie bouwstenen van management en organisatie dienen altijd in 1 lijn te staan met de omgeving.
De 3 bouwtenen zijn:
- Strategie
- Operaties
- Organisatiestructuur
,Als de (externe) omgeving veranderd moet de organisatie hierop inspelen. Gebeurt dit niet dan kan
het zijn dat de organisatie uit de pas gaat lopen.
Strategisch management komt terug in hoofdstuk 3 t/m 7
Operationeel management komt terug in hoofdstuk 8 t/m 13
Organisatieontwerp komt terug in hoofdstuk 14 t/m 16
Hoofdstuk 2: Management, organisatie en besluitvorming
Management heeft drie betekenissen:
- Groep functionarissen in een organisatie
- Activiteiten die deze uitvoeren
- Vakgebied
Mintzberg beschrijft het werk van een manager aan de hand van de volgende 3 rollen:
- Interpersoonlijke rol (Manager treedt op als boegbeeld van de organisatie. Geeft leiding en
het juiste voorbeeld)
- Informatieve rol (Manager houdt in de gaten wat er binnen en buiten de organisatie gebeurt.
Verspreidt informatie intern en informeert buitenwereld wat de organisatie doet)
- Besluitvormende rol (Manager lost problemen op, wijst middelen toe en onderhandelt intern
en extern)
Volgens Mintzberg zijn de helft van de activiteiten van de manager korter dan 9 minuten. Hij schaart
de activiteiten onder kortstondig, gevarieerd en gefragmenteerd.
Kotter komt tot andere conclusies, Overeenkomst is dat hij ook denkt dat de manager vaak bezig is
met korte tijd activiteiten. Maar in tegenstelling tot Mintzberg ziet hij wel een patroon in het werk van
de effectieve manager.
Kotter geeft aan waar de manager zich mee moet bezighouden, dit zijn:
- Het vaststellen van de agenda
- Het ontwikkelen van een netwerk
- Uitvoeren van taken om de agenda uit te voeren
De taken van een manager worden ingedeeld in:
- Dirigerende taken
- Gericht op de uitvoering
- Constituerende taken
Organisatie kent 3 betekenissen:
- Eenheid waarin mensen, middelen en methoden zijn samengebracht om doelen te bereiken
- Wijze waarop een organisatie is ingericht.
- Activiteit van organiseren
Een organisatie streeft naar het bereiken van resultaten in de vorm van producten of diensten. Deze
vormen de output.
Input kunnen zijn, menskracht, grondstoffen, informatie en financiën.
Organisatietheorieën kan men onderverdelen in:
- Werkelijke beschrijvingen
- Aanwijzingen geven (voorschrijvend)
Theorieën kan met ook indelen naar mate van geldigheid:
- Universele theorieën
- Situatie afhankelijke theorieën (ook wel contingentiebenaderingen genoemd)
Op het gebied van management zijn veel theorieën gebaseerd op onderzoeken uit de praktijk.
Het omzetten van input naar output wordt troughput of transformatie genoemd.
, Het besluitvormingsproces is opgedeeld in drie fasen:
- Formuleren van probleem
- Ontwikkelen van oplossingsstrategieën
- Uiteindelijke keuze
Het zwaartepunt van een manager in een organisatie ligt bij het plannen en organiseren. Dit noemt
men ook wel de constituerende taken.
Managers op lagere niveaus houden zich vooral bezig met het geven van opdrachten en de controle
op de uitvoering hiervan, dit worden ook wel dirigerende taken genoemd.
Beschrijvende theorie (descriptief): Geeft aan hoe de werkelijkheid eruitziet volgens de ontdekker
ervan. Legt niet de relatie met succes maar beschrijft de elementen van de werkelijkheid en de
verbanden ertussen. Voorbeeld is de theorie van Mintzberg.
Voorschrijvende theorie (prescriptief): Geeft aan hoe de werkelijkheid te verbeteren is. Voorbeeld
is de theorie van Kotter.
Universele theorie geeft aan hoe de werkelijkheid er altijd uitziet.
Probleem: Kan acuut zijn, of doet zich pas op langere termijn voor. Problemen kunnen zich voor doen
in elk van de drie managementgebieden (bouwstenen).
Fasen van besluitvorming
- Uitwerken probleemstelling (Operationele zijn vaak duidelijk zichtbaar, strategische zijn
vaak niet direct zichtbaar). Krachtenveldanalyse kan een inzicht geven van het probleem.
Betrokkenen maken een inventarisatie van de krachten die belemmerend kunnen zijn en die
de situatie kunnen verbeteren. De krachtenveldanalyse helpt bij het inzichtelijk maken van de
krachten die het resultaat beïnvloeden
- Opstellen en uitwerken van oplossingsrichtingen. Kernoorzaak staat vast, betrokkenen
kunnen oplossingsstrategieën bedenken of deze opvolgen als ze al vastgelegd zijn.
Creativiteit kan ook gevraagd worden. Dit is het vermogen om iets nieuws te bedenken. Twee
bekenden vormen zijn brainstormen en lateraal denken.
• Brainstormen: Kent 4 uitgangspunten, eerste is het zoveel mogelijk ontwikkelen van
nieuwe ideeën, tweede is voorkomen van kritiek op deelnemers, derde is ideeën
proberen te combineren en ten slotte het stimuleren van het na voren brengen van wilde
ideeën. Deze methode blijkt geschikt voor duidelijk omschreven problemen en niet voor
moeilijke technische problemen.
• Lateraal denken: Bijvoorbeeld werken van De Bono. De Bono is van mening dat het
normale, verticale denken niet tot nieuwe inzichten en oplossingen leidt. Lateraal denken
kan individueel worden toegepast. Bono herkent een aantal punten. 1. Herkennen van
heersende gedachten, deze kunnen je beïnvloeden, je moet ze eerst kennen om ze te
omzeilen. 2. Veranderen van gedachten door die niet te gebruiken. 3, Van binnenuit
veranderen door een heersende gedachte juist om te draaien of te overdrijven. 4.
Bevorderen van discontinuïteit door bijvoorbeeld het probleem anders te benoemen.
• Verticaal denken kan voor veel problemen aangeraden worden maar niet voor nieuwe
uitdagingen
- Kiezen uit oplossingsrichtingen: Twee gebruikelijke technieken om beslissingen te maken
zijn de beslissingsmatrix en de beslissingsboom.
• Beslissingsmatrix: Hierin worden de te verwachten uitkomsten van de
oplossingsrichtingen in een matrix weergegeven.
• Beslissingsboom: Geeft grafisch weer welke oplossingsrichtingen bestaan en welke
externe omstandigheden van invloed zijn op de uitkomst
Menselijke rationaliteit is beperkt.
Dijksterhuis beveelt aan om bij de besluitvorming het onderbewuste een kans te geven zijn werk te
kunnen doen. We kunnen bijvoorbeeld onderbewust iets waarnemen, iets ergens van vinden, creatief
zijn en beslissen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Dasahr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.