100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Allesomvattende samenvatting rechtsfilosofie €8,49   In winkelwagen

Samenvatting

Allesomvattende samenvatting rechtsfilosofie

 16 keer bekeken  2 keer verkocht

Dit document bevat een samenvatting van alle literatuur voor rechtsfilosofie gekoppeld aan de 8 problemen.

Voorbeeld 4 van de 47  pagina's

  • 27 juni 2024
  • 47
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (14)
avatar-seller
ambergort
Probleem 1 – wat is recht?
Een paradigma, of denkkader, kan worden gezien als een samenhangend geheel van
theoretische vooronderstellingen en methoden waarmee de werkelijkheid wordt benaderd
Statelijk paradigma: Het paradigma waarin de staat centraal staat in ons denken over
samenleven en recht. Kort samengevat bestaat dit paradigma uit drie uitgangspunten.
1. Staatssoevereiniteit: de staat is het hoogste gezag over de bevolking op een bepaald
grondgebied. Deze idee betreft de ordening van de politieke macht.
2. Juridisch centralisme: alle recht kan direct of indirect worden herleid tot het hoogste
gezag in die staat, in een top-down benadering. Deze idee betreft de ordening van het
recht.
3. Natiestaat: de staat is verbonden met een natie, een volk met een eigen identiteit.
Hierover regeert het staatsgezag. Deze idee betreft de ordening van de samenleving.

Natiestaat – 4 visies
1. Neutrale, juridische visie
• Verzameling inwoners of staatsburgers
2. Romantische/ culturele visie
• Groep met gemeenschappelijke culturele, religieuze, taalkundige, etnische en/of
historische identiteit
3. Politieke visie
• Natie gezien in termen van gedeelde politieke waarden (constitutioneel
patriottisme)
4. Inclusieve natiestaat
• Constitutioneel pattriotisme + identificatie met land en geschiedenis (cultureel
patriottisme) + ruimte voor eigen identiteit
Het statelijk paradigma kan de wereld van de 21e eeuw niet adequaat beschrijven en
begrijpen. Daarom moet het recht worden gereconstrueerd zodat de ideeën achter de
filosofische theorieën en het recht ook buiten de statelijke context toepasbaar zijn. Hiervoor
in de plaats is het pluralistisch paradigma. Dit paradigma bestaat uit drie uitgangspunten.
1. Machtspluralisme: naast de staat zijn er ook belangrijke andere actoren die
aanzienlijke macht uitoefenen.
2. Rechtspluralisme: er zijn meerdere vormen en bronnen van recht.
3. Maatschappelijk pluralisme: de wereld is een lappendeken van groepen en
netwerken.

Juridisch interactionisme – Fuller
Juridisch interactionisme impliceert een pluralistische visie op recht. Fuller onderscheidt
tussen 3 bronnen van recht: gepositiveerd recht, interactief recht en het verdrag/contract.
Interactief recht betreft normen voor gedrag die geleidelijk ontstaan in doorgaans min of
meer horizontale handelingspraktijken. Gepositiveerd recht is recht dat in verticale
gezagsrelaties ontstaat doordat een autoriteit een gezaghebbende formulering geeft van de
normen. Zodra contract ondertekend is, creëert het een relatief autonome rechtsorde die
gebaseerd is op wederzijdse instemming.

,Probleem 2
Deel I: Legitimatie van overheidsgezag en beste regeringsvorm
Klassieke contracttheorieën gaan uit van fictie dat we ons de samenleving voor moeten
stellen alsof deze tot stand is gekomen doordat burgers vrijwillig hebben ingestemd
Daarmee staat het lijnrecht tegenover de middeleeuwse visie, waarin de vorst over het volk
mocht heersen omdat hij zijn macht ontleende aan God/macht van boven. Het sociaal
contract is een privaatrechtelijk contract: samenleving & overheidsgezag berusten op de
wilsovereenstemming van burgers. De techniek van SCT is een gedachtenexperiment: “stel,
geen samenleving, geen staat en geen wetten (natuurtoestand). Wat zouden we missen?
Idealiter PU (pactum unionis = samenlevingscontract) en PS (pactum subjectionis =
onderwerpingsverdrag (aan hogere instantie/bestuur). Contracttheorieën zijn
legitimatietheorieën: welke staat is legitiem/wat is een goede staat?

Thomas Hobbes stelde dat in de natuurtoestand het leven "eenzaam, armoedig,
weerzinwekkend, dierlijk en kort" was. Om uit deze ellendige toestand te ontsnappen, gingen
individuen een sociaal contract aan, waarbij ze hun rechten overdroegen aan een soevereine
autoriteit in ruil voor veiligheid en orde. Dit leidde tot een absoluut gezag dat noodzakelijk
was om chaos te voorkomen.
John Locke bekritiseerde Hobbes en benadrukte de onvervreemdbare rechten van het
individu, zoals leven, vrijheid en eigendom. Volgens Locke vormden mensen een
gemeenschap via een sociaal contract om deze natuurlijke rechten te beschermen. Dit
contract creëerde een overheid die verantwoording verschuldigd was aan de mensen en kon
worden afgezet als ze haar plichten verzaakte.
Jean-Jacques Rousseau stelde dat ieder persoon vrij is en dat het maatschappelijk verdrag
ervoor zorgt dat iedereen vrij blijft. Rousseau verzette zich tegen de egoïstische natuur van
individuen zoals beschreven door Hobbes en Locke, en betoogde dat echte vrijheid werd
gevonden in deelname aan de collectieve besluitvorming, een staat waarin sprake is van
zelfwetgeving door het volk (volunté generale). Vrijheid en gelijkheid van mensen zijn de
basis van hun geluk. Volgens Rousseau schenkt iedereen zijn rechten aan de gemeenschap,
waardoor de last voor allen gelijk is en niemand er meer belang bij heeft om de last voor
anderen zwaarder te maken. Alle burgers zijn onderworpen aan de algemene wil ("volonté
générale"), die de staat creëert voor de betere bescherming van vrijheid en gelijkheid.

Algemene wil (normatief) is datgene wat een redelijk denkend wezen zou moeten willen, als
hij het algemeen belang voor ogen zou houden.
• Niet gelijk aan volunté de tous (empirisch), de som van de wil van allen.
• Kan niet worden gebonden
• Onvervreemdbaar
• Ondeelbaar
• Altijd op het juiste gericht en kan niet dwalen

,Deel II: Rechtvaardige verdeling van goederen
Rawls (modern sociaal contract)
In A Theory of Justice komt Rawls met een basisstructuur voor een rechtvaardige
samenleving. Hij keert zich in dit werk uitdrukkelijk tegen de utilisten, die het grootste geluk
voor de grootste hoeveelheid mensen nastreven. Volgens Rawls kan het utilisme leiden tot
de onwenselijke situatie dat fundamentele rechten en vrijheden van individuen kunnen
worden ingeperkt ten gunste van een groter geheel. Rawls is een egalitair liberalist, omdat
hij een theorie van rechtvaardigheid heeft ontwikkeld die streeft naar individuele vrijheid en
een vorm van sociaaleconomische gelijkheid en herverdeling.

Rawls komt op bijzondere wijze tot zijn theorie van rechtvaardigheid, die hij justice as
fairness (rechtvaardigheid als eerlijkheid) noemt. Namelijk door een gedachte-experiment
uit te voeren. Daarbij moet men zich in gedachten verplaatsen naar wat Rawls the original
position (de uitgangssituatie) noemt. Niemand weet in deze hypothetische situatie wie zij
zijn, wat hun natuurlijke talenten zijn of hun sociale positie is in de maatschappij. Je weet
ook niet welke politieke of religieuze opvattingen je hebt, of je optimistisch bent ingesteld of
juist zeer pessimistisch. De feitelijke ongelijkheden worden uitgeschakeld. Iedereen bevindt
zich, zoals Rawls dat noemt, achter een sluier van onwetendheid (''veil of ignorance'').

Dit is een eerlijke uitgangspositie volgens Rawls, omdat individuele talenten door de natuur
willekeurig zijn verdeeld. Ook het feit in welk gezin je wordt geboren, is een kwestie van
toeval. Omdat deze ongelijke verdeling in talenten en sociale klasse een kwestie van toeval
is, en dus niet is verdiend, mag dit geen morele gevolgen hebben van Rawls. En dus moeten
ze in het gedachte-experiment worden weggedacht.

Achter deze sluier van onwetendheid, zou er dan onderhandeld worden over de
basisprincipes van de samenleving. Deze principes zouden dan, gezien het eerlijke
vertrekpunt van iedereen, rechtvaardig zijn. Uiteindelijk, zo voorspelt Rawls, zullen de
rationele personen in het gedachte-experiment kiezen voor twee hoofdprincipes:

De rechtvaardigheidsprincipes van Rawls
Principe 1. Iedereen heeft evenveel recht op een zo uitgebreid mogelijk stelsel van
basisvrijheden. Dit zijn de belangrijkste klassieke vrijheidsrechten die moeten worden
gegarandeerd, zoals het recht op vrije meningsuiting.
Principe 2. Sociale en economische ongelijkheid is alleen te rechtvaardigen als:
A) Er een systeem bestaat van gelijke kansen voor iedereen
B) De ongelijkheid mede uitpakt in het voordeel van de minstbedeelden in de samenleving.
De twee principes staan nadrukkelijk in deze volgorde. De mensen in Rawls' uitgangssituatie
zullen niet bereid zijn hun basale vrijheidsrechten op te offeren voor een vergroting van de
materiële welvaart.

Met zijn theorie, die veel ruimte laat voor herverdeling van inkomsten en goederen en een
actief beleid voor kansengelijkheid nastreeft, bevindt John Rawls zich aan de linkerkant van
het liberale spectrum. Aan de uiterste rechterkant van dit liberale spectrum bevindt zich zijn
intellectuele opponent Robert Nozick, die het weliswaar met Rawls eens is dat talenten geen
persoonlijke verdienste zijn, maar stelt dat dit gegeven talenten nog niet tot collectief bezit
maakt waarvan de samenleving de opbrengsten mag afromen.

, Nozick (libertarisme)
Rawls vond een zekere herverdeling van middelen in een maatschappij gerechtvaardigd,
aangezien talenten niet verdiend zijn. Ongelijkheid in welvaart was volgens Rawls enkel te
rechtvaardigen wanneer startkansen gelijk zijn en wanneer ongelijkheid mede in het
voordeel van de minstbedeelden uitvalt wat de overheid ruimte gaf om via sociale wetgeving
fors te corrigeren wanneer niet aan deze criteria wordt voldaan. Nozick neemt afstand van
dit soort herverdelingsdenken. Herverdeling wordt volgens hem door velen gezien als iets
dat vanzelfsprekend nagestreefd moet worden, waarbij de enige vraag nog rest hoe en op
welke gronden die rechtvaardige herverdeling er dan uitziet.

Nozick is een libertariër tegen herverdeling (schending eigendomsrecht en self-ownership),
prefereert een vrije markt en is tegen overheidsregulering. Volgens Nozick is herverdeling
niet gerechtvaardigd, niet in de zin van een staat die de macht claimt over iemands
eigendommen en ze vervolgens via een bepaald moreel principe herverdeelt. In een vrije
maatschappij is de enige manier waarop middelen aan een ander kunnen worden
overgedragen via een gift of vrijwillige transactie. Daarbij is het van belang dat die transactie
op eerlijke wijze, en bijvoorbeeld niet door fraude, geweld of diefstal, tot stand is gekomen.
Is dat wel het geval, dan dient er rectificatie plaats te vinden.

Met andere woorden: wat betreft het vraagstuk van een rechtvaardige verdeling moet er
volgens Nozick niet worden gekeken naar wat en hoeveel mensen hebben, maar
naar hoe iets is verkregen. Hij wijst theorieën die uitgaan van een bepaalde abstracte morele
doelstelling (‘iedereen behoort evenveel inkomsten te hebben’) dan ook af. In het ideaal van
Nozick over autonome individuen die in vrijheid kunnen beschikken over zichzelf en hun
middelen. Het idee dat fundamenteel is voor Nozick is dat van self-ownership. In navolging
van John Locke kent Nozick natuurlijke, onvervreemdbare rechten toe aan individuen,
waarbij Nozick de radicale conclusie trekt dat mensen eigenaar van zichzelf zijn. Anders dan
bij Rawls, vindt Nozick dan ook dat niemand, dus ook geen staat, aanspraak kan maken op de
opbrengst van iemands inzet en talenten. Ook al zijn jouw talenten helemaal geen
verdienste, dat maakt de vruchten van jouw talent nog niet tot collectief bezit, vindt Nozick.
Daarmee zet Nozick de deur open voor grote inkomensverschillen, die in zijn ogen dan ook
niet problematisch zijn.

Nozick werkt in zijn Anarchy, State and Utopia het idee uit van een minimale staat die,
anders dan via een ‘sociaal contract’ tussen burgers en staat, vanzelf stapsgewijs ontstaat, en
daarmee zonder schending van individuele rechten tot stand komt. Deze minimale staat
beperkt zich tot de bescherming van burgers tegen geweld, diefstal, fraude, en doet
contracten naleven. Een staat die meer doet dan dat en middelen van individuen gaat
herverdelen om allerlei collectieve doelen te bereiken, maakt volgens Nozick inbreuk op de
individuele rechten van mensen. Belastingheffing is in de ogen van Nozick dan ook net zoiets
als diefstal of dwangarbeid. Hoewel voor de meeste liberalen de libertariër Nozick te ver gaat
met zijn minimale staat die niet mag zorgen voor bijvoorbeeld de aanleg van dijken,
onderwijs, armoedebestrijding of gezondheidszorg, is zijn grondhouding – de mens is
eigenaar van zichzelf en geen collectief bezit – een relevante invalshoek voor liberalen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ambergort. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76449 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,49  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen