100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Nederlandse samenvatting boek Developmental Neuropsychology: A Clinical Approach (2e editie, 9781848722026) voor het vak Developmental Neuropsychology (PSB3E-CN03) €13,49
In winkelwagen

Samenvatting

Nederlandse samenvatting boek Developmental Neuropsychology: A Clinical Approach (2e editie, 9781848722026) voor het vak Developmental Neuropsychology (PSB3E-CN03)

9 beoordelingen
 44 keer verkocht

Nederlandse samenvatting van het boek Developmental Neuropsychology: A Clinical Approach (2e editie, ISBN: 2026) voor het derdejaars vak Developmental Neuropsychologie (PSB3E-CN03) van de studie Psychologie aan de RUG. Alle hoofdstukken zijn samengevat met uitzondering van H5.

Voorbeeld 4 van de 180  pagina's

  • Ja
  • 20 augustus 2019
  • 180
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)

9  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: sannebrouwer6 • 3 jaar geleden

Stukken lijken letterlijk vertaald met Google translate. Daarnaast onoverzichtelijk qua hoofdstukken..

review-writer-avatar

Door: roelofvellema • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: larsniestijl • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: robinkeijzer • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: marialevina • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: dijk1560 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: femke-deboer • 5 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
kellyhassing
Aantekeningen boek Developmental neuropsychology: A clinical approach (2nd
edition)

College 1: H1, H3 & H11
H1: Child neuropsychology (College 1)
Theory and practice

Kinderneuropsychologie of pediatrische neuropsychologie, verwijst naar de studie van
hersengedragsrelaties in de context van een onvolgroeide, maar snel ontwikkelende
hersenen en de implementatie van de opgedane kennis in de klinische praktijk. Kinder
neuropsychologie informeert ons begrip van de typische ontwikkeling van het kind door een
kader te bieden waarbinnen parallellen tussen hersenontwikkeling en cognitieve en sociaal-
emotionele ontwikkeling onderzocht en in kaart gebracht kunnen worden. Tot op heden was
de primaire focus voor het veld van kinderneuropsychologie het genereren van een
ontwikkeling gebaseerde kennisbasis die een optimaal inzicht biedt in de impact van vroeg
hersenletsel of verstoring op de latere hersenontwikkeling en de functie van het kind, als
richtlijn voor het ontwerp van evidence-based interventies om invaliditeit te minimaliseren.
Kinderneuropsychologie neemt de basis van volwassen neuropsychologische modellen,
gebruikmakend van reeds bestaande inzichten van cerebrale lokalisatie en geïntegreerde
hersensystemen om een beoordeling van het functioneren van de jonge hersenen te
ontwikkelen. Terwijl volwassen modellen oorspronkelijk de basis vormden voor onze kennis
van hersenaandoeningen bij kinderen, werd snel duidelijk dat volwassen neuropsychologie
betrekking heeft op een meer ‘statisch’, strak georganiseerd systeem, die niet in staat is om
de dynamische impact van hersenpathologie gemakkelijk te accommoderen die het gevolg is
van hersenletsel of een milieuprobleem in de vroege kinderjaren.
In een poging volwassen gebaseerde modellen aan te passen om relevant te zijn voor
implementatie bij baby’s, kinderen en adolescenten, haalden kinderneuropsychologen
aanvankelijk informatie uit een reeks bijbehorende velden om een kennisbasis te creëren
om de unieke consequenties van vroege hersenverstoring te begrijpen. Ontwikkelings-,
cognitieve en sociale psychologische specialiteiten en de neurowetenschappen zijn cruciale
elementen geweest voor het in kaart brengen van de verwachte veranderingen die zich in de
hersenen voordoen tijdens de kleutertijd en kindertijd, totdat de hersenen relatieve
stabiliteit en volwassenheid bereiken in de vroege volwassenheid. Van specifiek belang zijn
onderzoeksresultaten die parallellen ondersteunen tussen groeispurten in de hersenen en
toename van cognitieve en sociaal-emotionele vermogens. Hoewel niet verwonderlijk,
ondersteunen deze convergente bevindingen de nauwe relatie tussen hersenen en gedrag.
Kennis van typische ontwikkeling is vooral belangrijk in kinderneuropsychologie, omdat het
een sjabloon biedt voor het meten van afwijkingen m.b.t. vroege schade en daaropvolgende
onderbreking van normale groeiprocessen over een reeks van functionele domeinen –
neurologisch, cognitief, sociaal-emotioneel – niet alleen op het moment van letsel, maar ook
op de langere termijn. De waarschijnlijkheid dat voortdurende ontwikkeling kan worden
beïnvloed door een vroeg cerebraal letsel of verstoring tijdens de kinderjaren is niet nieuw
of onredelijk. De uitdaging voor de kinderneuropsycholoog is om te worstelen met de
interacties tussen biologische, cognitieve, sociale en ontwikkelingsfactoren om inzicht te
krijgen in hoe deze factoren het kind beïnvloeden en tot waargenomen resultaten leiden.
Dit hoofdstuk heeft tot doel het domein van de kinderneuropsychologie te verkennen,
waarbij een ontwikkelings-, biopsychosociale benadering wordt gevolgd om een veld te


1

,beschrijven waar uitgebreide beoordeling en diagnose van hersenstoornissen centraal staan
in de klinische praktijk. Klinische ervaring leert ons dat er geen definitieve formules zijn die
de uitkomst van vroeg hersenletsel kunnen voorspellen: sommige kinderen met ernstige
verwondingen doen het goed, terwijl anderen met relatief kleine letsels levenslange
invaliditeit ervaren. Het is onze uitgangspunt om de gevolgen op lange termijn van
hersendisfunctie tijdens de kindertijd volledig te begrijpen, het is essentieel om de ‘totaliteit’
van het kind aan te pakken – de medische, cognitieve en psychosociale ervaringen die op
elkaar inwerken om het herstel en de ontwikkeling te beïnvloeden. Verder zal het belang van
het bekijken van kinderen als meer dan alleen ‘kleine volwassenen’ worden onderzocht, met
nadruk op het dynamische pad van rijping en ontwikkeling en het potentieel voor verstoring
van dit proces.

Child neuropsychology: historical perspectives
Plasticity, vulnerability and critical periods
De vroegste theoretische bijdragen aan kinderneuropsychologie kunnen worden herleid tot
beschrijvingen van plasticiteit en herstel van functie na hersenschade uit de kindertijd.
Onderzoekers zoals Kennard (1936; 1940) en Teuber (1974) staan bekend om hun
baanbrekende werken die relatieve functiebehoud beschrijven na een vroege
hersenbeschadiging, met het Kennard-principe, geïnterpreteerd door Teuber, dat
suggereert: als je hersenschade krijgt, krijg het dan vroeg. Deze vroege theoretici
documenteerden een relatief goed herstel na een vroege hersenbeschadiging. Studies naar
aanleiding van hersteltrajecten voor afasie wijzen er bijv. op dat, waar ernst van de
verwonding equivalent is, er een grotere verbetering is bij kinderen dan bij volwassenen.
Dergelijke resultaten worden geïnterpreteerd volgens een theorie van functieherstel,
waarbij de hersenen van het jonge kind minder gedifferentieerd zijn dan die van de
volgroeide volwassene en meer in staat zijn functies over te dragen van beschadigd
hersenweefsel naar gezond hersenweefsel. Hoewel er nog steeds veel discussie is over de
conclusies van dit vroege onderzoek, vertegenwoordigen de resulterende theorieën een
belangrijke bijdrage aan het gebied van kinderneuropsychologie, niet in de laatste plaats
omdat ze de unieke processen erkennen die mogelijk werken in de zich ontwikkelende
hersenen na cerebraal letsel.
Begrippen uit kritieke perioden van ontwikkeling, hoewel ze geen specifieke
neuropsychologische theorie vormen, hebben ook een breder beeld gegeven van ons begrip
van de mechanismen die spelen na de vroege hersenbeschadiging. Mogford en Bishop
(1993) definiëren een kritieke periode als ‘het tijdvenster waarin externe invloeden een
significant effect hebben’. In overeenstemming met deze visie hebben anderen betoogd dat
vroege hersenletsels verschillende gevolgen zullen hebben op verschillende tijdstippen
gedurende de ontwikkeling en in sommige gevallen schadelijker kunnen zijn dan latere
letsels, omdat sommige aspecten van cognitieve ontwikkeling kritisch afhankelijk zijn van de
integriteit van bepaalde cerebrale structuren in bepaalde stadia van ontwikkeling. Dus als
een cerebraal gebied beschadigd wordt of disfunctioneel is in een kritieke fase van
cognitieve ontwikkeling, kan het zijn dat de cognitieve vaardigheden ondergebracht door dat
gebied onomkeerbaar beperkt is. Verder suggereert onderzoek dat hoewel er in het begin
van de levensduur functionele plasticiteit aanwezig kan zijn, het tijdsbestek nogal beperkt is
en niet noodzakelijk gerelateerd is aan de leeftijd op een lineaire manier.
Een overzicht van het veld van kinderneuropsychologie, aangezien het als een afzonderlijke
entiteit ontstaan is, levert slechts een handvol pogingen op om hersengedragsparadigma’s


2

,van een echt ontwikkelingskarakter te formuleren. Tot op heden is er geen theoretisch kader
gelukt om biologische, psychologische en milieudimensies op een klinisch zinvolle manier te
integreren. Twee rudimentaire modellen uit de late jaren 80, de non-verbale leerstoornis
(1989) van Byron Rourke en de multidimensionale leeftijd op het moment van letsel
benadering (1989) van Maureen Dennis hebben echter allebei een grote invloed op het veld
gehad en hebben dat nog steeds. In feite kan worden beargumenteerd dat er weinig
theoretische vooruitgang is geweest buiten deze twee modellen gedurende meerdere
decennia.

Non-verbal learning disability (NVLD)
In de jaren 80 schreef Rourke (1988; 1989; 1995) zijn klinisch gestuurde notie van NVLD om
rekening te houden met een consistent patroon van neurologische gedragstekorten die
werden waargenomen bij kinderen met een voorgeschiedenis van vroege, gegeneraliseerde
hersendysfunctie als gevolg van hersenletsel tijdens de perinatale periode of in de kindertijd.
De kenmerkende eigenschappen van NVLD omvatten:
- Bilaterale tactiele perceptuele tekorten, meer uitgesproken aan de linkerkant van het
lichaam.
- Verminderde visuele erkenning en discriminatie en visueel-ruimtelijke
organisatorische tekorten.
- Bilaterale psychomotorische coördinatieproblemen, meer uitgesproken aan de
linkerkant van het lichaam.
- Problemen bij het beheer van nieuwe informatie.
Kinderen met NVLD kunnen ook een reeks intacte vaardigheden vertonen, voornamelijk
binnen het auditieve/verbale domein. Rourke noemt deze als:
- Eenvoudige motorische vaardigheden
- Auditieve perceptie
- Rote learning
- Selectieve en aanhoudende aandacht voor auditief-verbale informatie
- Basis expressieve en receptieve taal
- Woord lezen en spelling
Rourke’s model is vooral opmerkelijk vanuit een ontwikkelingsperspectief, omdat de kennis
van de veranderende hersenen, de neurodimensie, incorporeert met de ontwikkeling van
een specifiek cognitief profiel, de psychische dimensie, in een echt hersengedragsmodel.
Rourke (1988) bleef bijna 20 jaar op dit model voortbouwen en beschreef verdere
beschrijvingen van sociale en cognitieve kenmerken van NVLD en hun relevantie voor
verschillende stoornissen, met het argument dat de timing van het letsel van primair belang
is. De NVLD-theorie verklaart het spectrum van de neurologische gedragingen en invaliditeit
van kinderen, evenals de ontwikkelingstrajecten van de 3 belangrijkste assen die van belang
zijn in hersengedragsrelaties: links-rechts, up-down en anterior-posterior. Verdere
elementen voor opname in dergelijke modellen kunnen verklaringen zijn van interacties
tussen biologische, cognitieve en psychosociale factoren uit een dynamisch
ontwikkelingskader.
Eén van de grootste bijdragen van het NVLD-model is het koppelen van cognitieve
kenmerken aan een onderliggende neurologische verklaring: de ‘white matter-hypothese’.
Het model van Rourke is gebaseerd op de aanname dat normale ontwikkeling van de witte
stof essentieel is voor de intacte ontwikkeling van een kind. NVLD treedt op wanneer er een
verstoring is van de ontwikkeling van de witte stof tijdens kritieke stadia van de vroege


3

, jeugd. Ter ondersteuning van de NVLD-hypothese zijn er aanwijzingen voor pathologie van
de witte stof in veel van de stoornisgroepen die symptomen van NVLD vertonen, waaronder
traumatisch hersenletsel, hydrocephalus, prematuriteit en craniale bestraling. Vroegtijdig
hersenletsel leidt echter niet altijd tot symptomen die overeenkomen met NVLD, met enkele
vroege letsels, zoals een herseninfectie, presentaties met taalproblemen of executieve
dysfunctie, maar intacte non-verbale vaardigheden of globale cognitieve beperkingen.

Developmental stage at insult and cognitive outcome
De tweede invloedrijke theorie voor het veld kinderneuropsychologie is voorgesteld door
Maureen Dennis (1989), gebaseerd op haar uitgebreide onderzoek naar
kinderhersenstoornissen, waaronder traumatisch hersenletsel en spina bifida. Dennis
‘heuristiek’ stelt geen specifiek neurologisch mechanisme voor haar theorie voor, hoewel
andere onderzoekers mogelijke biologische verklaringen hebben aangeboden. Het richt zich
veeleer op leeftijd/ontwikkelingsfase op het moment van het letsel en progressie in
cognitieve vaardigheden met de tijd sinds het letsel. Haar heuristiek beschrijft de impact van
hersenschade op taalontwikkeling. Ze verdeelt de ontwikkeling van vaardigheden in
verschillende niveaus:
- In opkomst (emerging), waarbij een vaardigheid zich in een vroeg stadium van
acquisitie bevindt, maar nog niet functioneel is
- Ontwikkeling (developing), waarbij een capaciteit gedeeltelijk is verworven, maar
niet volledig functioneel is.
- Gevestigd (established), waar capaciteiten volledig volgroeid zijn.
Dennis integreert deze ontwikkelingsvaardigheidsniveaus met 3 cruciale leeftijd
gerelateerde variabelen:
1. Leeftijd op het moment van de laesie: bepaalt de aard van de cognitieve dysfunctie.
Vroegtijdige laesies verstoren bijv. het begin en de snelheid van de taalontwikkeling,
terwijl latere laesies geassocieerd zijn met een specifiek symptoompatroon, zoals
high-level taaldysfunctie (bijv. beperkte pragmatische vaardigheden).
2. Leeftijd op het moment van testen: dit is ook belangrijk, omdat zelfs jonge kinderen
variëren in hun vermogen om cognitieve taken uit te voeren in verschillende
ontwikkelingsstadia.
3. Tijd sinds de laesie: verwijst naar verschillende prestatiepatronen geïdentificeerd in
verschillende stadia van herstel, met toenames in sommige cognitieve vaardigheden,
maar het falen om anderen te ontwikkelen.
In dit verband benadrukt Dennis dat hoewel een hersenletsel relatief weinig problemen lijkt
te veroorzaken in de vroege periode na de verwonding, met een voortdurende ontwikkeling,
kinderen kunnen ‘groeien tot tekorten’ (‘growing into’ deficits) als ze niet de voor de leeftijd
verwachte vaardigheden verwerven. Het model van Dennis stelt geen specifiek neurologisch
mechanisme voor, maar impliceert eerder dat de volledige impact van hersenletsel bij
kinderen niet duidelijk is totdat de hersenrijping in de vroege volwassenheid bereikt is. Er is
een reeks onderzoeken die de algemene strekking van het model van Dennis ondersteunen.
Veel studies wijzen op de grotere impact van jongere leeftijd bij letsel, en anderen
beschrijven een patroon van toenemende functionele beperkingen met de tijd sinds letsel.

Current multi-dimensional theoretical approaches
Vooruitging in de neurowetenschappen, in het bijzonder neuro-imaging en neurogenetica,
hebben geleid tot theorieën die een complexe relatie tussen risicofactoren voorstellen, die


4

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kellyhassing. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€13,49  44x  verkocht
  • (9)
In winkelwagen
Toegevoegd