Samenvatting Perspectief vanuit School
Week 1
Boek: Inleiding
Het Nederlandse onderwijsstelsel
Regulier onderwijs: vanaf 4 jaar, lesaanbod is in principe voor iedereen gelijk > wel onderlinge
verschillen tussen leerlingen, maar ze behalen dezelfde leerdoelen. Kinderen stromen door naar
regulier voortgezet onderwijs
Speciaal basisonderwijs (SBO): moeilijk lerende kinderen, kinderen met gedrags- of
opvoedingsproblemen en kinderen die om andere redenen extra ondersteuning en aandacht
nodig hebben
o Er wordt gewerkt aan dezelfde kerndoelen als bij het reguliere basisonderwijs, maar er zijn
hier kleinere klassen, meer zorgspecialisten en leerkrachten die zijn opgeleid om meet leer-
en gedragsproblemen om te gaan
o Leerlingen stromen hierna vaak door naar het praktijkonderwijs
Speciaal onderwijs (SO): voor kinderen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
beperking en kinderen met gedragstoornissen. Dit bestaat uit vier clusters. De term cluster is
echter niet meer de officiële benadering sinds de komst van passend onderwijs > cluster 3 en 4
vallen onder regionale samenwerkingsverbanden waar ook de scholen voor regulier onderwijs en
speciaal basisonderwijs onder vallen. Cluster 1 en 2 worden landelijk georganiseerd
o Cluster 1: onderwijs voor blinde en slechtziende kinderen
o Cluster 2: onderwijs voor doven/slechthorenden, ernstige spraak- of taalmoeilijkheden, ook
communicatieve problemen (zoals bij sommige vormen van autisme)
o Cluster 3: onderwijs voor gehandicapten (lichamelijk of verstandelijk), langdurige zieke, zeer
moeilijk lerende kinderen en leerlingen met epilepsie
o Cluster 4: onderwijs voor kinderen met psychiatrische stoornissen en gedragsproblemen
Er wordt op SO-scholen niet gewerkt aan de kerndoelen van het regulier onderwijs,
maar wordt afgestemd op de onderwijsbehoeften van elke individuele leerling > onder
andere door het gebruik van speciale onderwijsmaterialen of didactische
werkvormen, speciale onderwijssettings, speciale faciliteiten binnen school,
aanwezigheid gespecialiseerde professionals en een afgestemd lesaanbod
Kinderen kunnen doorstromen naar voortgezet speciaal onderwijs, maar er wordt wel
altijd gekeken of het kind misschien (zelfs al voor de overgang naar middelbare) kan
worden teruggeplaatst naar het regulier (voortgezet) onderwijs
Handelingsgericht werken (HGW)
HGW is een werkwijze die op veel Nederlandse scholen wordt toegepast om de zorg rondom
leerlingen vorm te geven en heeft zeven uitgangspunten:
1 Onderwijsbehoeften staan centraal: niet zozeer kijken wat er mis is met het kind, maar naar
welke aanpak een positief effect heeft > hoe kan het kind het beste functioneren?
2 Het gaat om afstemming en wisselwerking: interactie met omgeving meenemen, zoals met
ouders, leerkrachten, groep en kenmerken leerling zelf
3 De leerkracht doet ertoe: binnen de school is de leerkracht de belangrijkste factor die
invloed heeft op leerlingen > kijken wat de leerkracht nodig heeft om een leerling of groep
optimaal te begeleiden
4 Positieve aspecten zijn van groot belang: kijken waarin het probleem zich niet voordoet,
zodat er krachten ontstaan die misschien aanknopingspunten bieden voor de interventie
5 We werken constructief samen (met leerkrachten, ouders en leerlingen): open
communicatie over verwachtingen, doelen en (on)mogelijkheden met ouders en
leerkrachten. Leerling is daarnaast ook betrokken, ze zijn regisseur van hun leerproces
6 Ons handelen is doelgericht: ambitieuze doelen en effectieve feedback zijn belangrijke
kenmerken. Er wordt gewerkt met korte- en lange termijn doelen
7 De werkwijze is systematisch en transparant: HGW loopt via systematische stappen en het
is voor alle betrokkenen duidelijk wat er gebeurt en waarom
Cyclus HGW (op groepsniveau):
o Fase 1: signaleren: observaties, toetsen, gesprekken met leerlingen en ouders. SMART
doelen worden opgezet
o Fase 2: analyseren: onderwijsbehoeften van afzonderlijke leerlingen worden benoemd
1
, o Fase 3: plannen: per leergebied worden leerlingen met gelijke onderwijsbehoeften
geclusterd tot subgroepen en er wordt een groepsplan opgesteld
o Fase 4: realiseren: plan wordt uitgevoerd en elke drie maanden geëvalueerd
Om dit te vertalen naar een concrete en integrale aanpak op zowel groepsniveau,
schoolniveau als bovenschools niveau, is er de 1-Zorg route ontwikkeld: binnen deze
route wordt binnen scholen, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden gewerkt
volgens dezelfde aanpak
Passend onderwijs: sinds 1 aug 2014 is de Wet Passend Onderwijs van start gegaan, wat
betekent dat scholen een zorgplicht hebben en elke leerling een passende onderwijsplek moeten
bieden. De doelen hiervan zijn:
o Duidelijkheid over toewijzing extra ondersteuning: voor ouders en zorgprofessionals
duidelijk maken welke ondersteuning geboden wordt door verschillende scholen in het
samenwerkingsverband en wanneer leerlingen in aanmerking komen voor extra
ondersteuning
o Minder bureaucratie: vroeger veel formulieren invullen voordat er hulp geboden werd en
was de hoeveelheid geld vastgesteld door het probleem dat aanwezig was (het loonde om
een ‘label’ te hebben)
o Goede docenten voor de klas: streven om lerarenopleidingen te verhogen
o Geen thuiszitters: door zorgplicht moet iedereen naar school, en met dit plan moet er voor
elk kind een passende school gevonden worden
Hoofdstuk 2: Dyslexie
Theorie
Dyslexie is een leerstoornis die specifiek is voor het leren lezen en spellen: door inadequaat
onderwijs, tweetaligheid, algemene leerproblemen, ADHD-problematiek. 40% van de zwakke
lezers in Nederland vertoont en typisch dyslectisch profiel
Vroeger werd een discrepantie tussen IQ een leesvaardigheid als kenmerkende criterium gezien,
nu niet meer. Dyslexie is een specifieke lees- en spellingstoornis met neurobiologische basis, die
wordt veroorzaakt door cognitieve verwerkingsstoornissen op het raakvlak van fonologische en
orthografische taalverwerking. Deze wijken af van overige cognitieve, en taalverwerkingsprofiel en
leiden tot ernstig probleem met lezen en spellen van woorden ondanks regelmatig onderwijs:
-geen nauwkeurige abstracte representaties opbouwen van de klankstructuur van de taal
Er is een specifiek probleem met integreren van auditieve en visuele informatie, moeilijkheden met
de talige aspecten van rekenen (moeite aanleren tafels en vermenigvuldiging), problemen
verwerven informatie uit studieteksten, in loop van tijd sociaal-emotionele en motivationele
problemen ontwikkelen, verhoogde kans vroegtijdig schoolverlaten en lager opleidingsniveau van
op grond van algemene competenties mag worden verwacht
Diagnostiek
Protocollen voor leesproblemen en dyslexie in onderwijs. Protocol voor diagnostiek en
behandeling van dyslexie in de zorg. Goed voor het proces van signalering en begeleiding in
onderwijs
Signalering van leesproblemen in het onderwijs: Masterplan Dyslexie, om leesproblemen in
onderwijs te beperken door een vroege, eenduidige signalering van leesproblemen en dyslexie,
en een adequate begeleiding van leerlingen met leesproblemen zowel op klassikaal als
individueel niveau
Leesproblemen moeten hardnekkig zijn RTI (response to instruction) wordt de instructie
aangepast zodra leesontwikkeling van leerling stagneert; bij zwakste 25% opletten, bij zwakste
10% is mogelijk sprake van ernstige leesproblemen
Diagnostiek van leesproblemen en dyslexie in de zorg
Symptoomniveau: kijken naar de ernst van de functionele beperking (bepalen ernst lees-
spellingsproblemen)
Verklaringsniveau: verschillende oorzakelijke factoren onderzocht
Insluiting voor dyslexie kenmerkende problematiek en uitsluiting alternatieve verklaringen kan de
diagnose dyslexie worden gemaakt
Anamnese:
o Medisch; beperkingen gezichtsvermogen, voorkomen dyslexie familie
o Psychologisch; gedragsproblemen, sociaal-emotionele problemen, motivationele problemen
2
, o Onderwijssituatie; nauwkeurig overzicht geboden extra ondersteuning, schoolse prestaties
o Thuissituatie; meertaligheid, voldoende ondersteuning.
Testafname
Technisch lezen van een tekst te meten en spellingvaardigheid in kaart te brengen. Vergoeding
voor ernstige dyslexie. Lees-spellingvaardigheid laagste 10% behoren, leesvaardigheden laagste
16% en bij het spellen laagste 10%
Verstoring in fonologische verwerking is het kernprobleem bij dyslexie. Waarop komt verstoorde
fonologische verwerkingssysteem tot uitdrukking:
o Het fonologische bewustzijn (wat krijg je als je k weghaalt uit balk)
o Tijdelijk actief houden van fonologische informatie in het korte termijn geheugen
(omgekeerde volgorde noemen van reeks gehoorde cijfers)
o Efficiëntie van activatie van de fonologische vorm van woorden (snel benoemen van
plaatjes van simpele objecten)
o Sterkte van associaties tussen fonologische eenheden en grafische symbolen (snel
beoordelen of de klank die je hoort en de letter die je kort ziet al dan niet overeenkomen)
Dyslexieverklaring
Algemeen gebruik om dyslexieverklaring op te stellen op basis van de richtlijnen van de Stichting
Dyslexie Nederland: ‘Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig
probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van lezen en/of het spellen op woordniveau’
Lezen op woordniveau en/of spelling significant onder het gegeven leeftijd en omstandigheden
gevraagde niveau ligt (criterium achterstand) en ondanks het voorziek van adequate instructie en
oefening blijft voortbestaan (criterium didactische resistentie). De geldigheidsduur is onbepaald
Mogelijkheden voor aanpassingen in het onderwijs:
o Bij cito auditieve ondersteuning en extra tijd worden geboden
o Bij eindexamens extra tijd en spellingsfouten worden niet meegerekend
o ICT hulpmiddelen
o Begrip tonen voor problematiek, niet telkens vergelijken met andere klasgenoten
Begeleiding en interventie in het onderwijs
Bieden effectieve interventies tijdens basisschool (25 miljoen per jaar) een verwachte opbrengst
oplevert over iemand arbeidsproductieve leven van 3 miljard euro
o Onderwijs > goede aanpak zorgen (heeft eerste verantwoordelijkheid voor de interventie)
o Voor activeren van leergedrag als het versterken van de motivatie is het van belang dat het
juiste niveau te kiezen, zodat de uitbreiding van de leertijd effectief is
o Expliciete instructie van belang
o Begeleiding, het leesniveau van de tutor moet tenminste twee avis niveaus hoger liggen
dan van de zwakke lezer
o RALFI = repeated, assisted, level, feedback, interactie en instructie. 5 afzonderlijke sessies
dezelfde tekst gelezen
Behandeling van dyslexie in de zorg
Geschreven taal is kunstmatig verlengstuk van de gesproken taal, waarbij de letters verwijzen
naar de klanken van de taal. Dyslexie gekenmerkt door verstoring in de fonologische
taalverwerking. Daarom training gericht op relatie tussen gesproken en geschreven taal kern.
Ingrediënten van een klinisch effectieve behandeling:
o Klankkennis = training foneembewustzijn en expliciete kennis van klankstructuur.
Bewustmaken dat woorden uit klanken bestaan, segmenteren en manipuleren van klank in
woorden. Kennis alle klanken en klankstructuur van een taal
o Klank-letterassociaties = combineren van foneembewustzijnstraining met training klank-
letterkoppelingen. Relatie gesproken klanken en hun grafische representatie in geschreven
taal (t/aa/l – t/a/a/l)
o Regelgestuurde strategieën = aanleren strategieën voor oplossen van voorspelbare
onregelmatigheden in klank-letterrelaties
o Korte visuele aanbieding = visueel aanbieden van woorden kan bijdrage leveren aan
behandeling indien dit gebeurt onder tijdsdruk. Flitskaartparadigma, woorden worden
kortdurend visueel op computerscherm aangeboden en deze dienen gelezen te worden
o Intensief: training moet intensief karakter hebben, expliciet gericht op fonemische structuren
3
, o Gestructureerd = training moet een systematisch karakter hebben. Zet een zelf lerend
mechanisme in werking waarmee leesvaardigheid zich kan ontplooien
Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling: ‘best practice’ behandeling beschreven. Kenmerkt
zich door training die gericht is op spraakklankvaardigheden en koppelingen tussen
klankeenheden en lettergroepen. Vanuit algoritmes die zijn gebaseerd op fonologische en
morfologische principes worden spellingregelmatigheden aangeleerd. Uitgangspunt is de
klankstructuur. Inhoudelijk gestructureerde, hiërarchisch geordende modules. Behandeling is
individueel, wekelijkse sessies van een uur, samen met thuisoefeningen 3 tot 5x per week. 12 a
18 maanden
LEXY en Gramma: computergestuurde behandelprogramma’s, omvatten bovengenoemde
ingrediënten van behandeling dyslexie. Uitgangspunt is de klankstructuur
Evaluatie
Uiteindelijke doelstellingen van de behandeling, evaluatie moet beantwoorden in hoeverre deze
zijn bereikt
Het klinisch nut, in welke mate is een klinisch relevant niveau bereikt. Vertalen naar niveau van
lezen en spellen dat zich binnen normale bereik bevindt
Transfer van het geleerde. Algemene toetsen, bestaande uit niet-getrainde woorden te gebruiken,
zodat de transfer van het geleerde naar uiteindelijke vaardigheden kan worden beoordeeld
Ecologische relevantie: doel algemene niveau van lezen en spellen te verbeteren
Lange termijn effecten: naast de tussenmetingen tijdens de behandeling en de evaluatie bij
afsluiting van behandeling is het cruciaal een follow-up meting te verrichten, bijv half jaar na
afloop. Behandeling pas nut als er een blijvend verbetering heeft plaatsgevonden
Snellings et al. (2009) - Enhancing the Reading Fluency and Comprehension of Children With
Reading Disabilities in an Orthographically Transparent Language
Onderzoeksvraag:
In dit onderzoek wordt gekeken of decoding rate en begrip (comprehension) bij Nederlandse kinderen
kan worden verhoogd. De studie is een training experiment voor versnelde leessnelheid van
Nederlandse kinderen met reading difficulties (RD) en normally achieving lezen (NA)
Methode:
59 NL kinderen waarvan 24 RD en 35 NA lezers in groep 4 (gem 10 jaar en 2 maanden oud)
Design: kinderen werden random verdeeld in twee training condities: een versnelde lees conditie
en een niet versnelde lees conditie
Materialen:
o Drie minuten test: meet vloeiend lezen
o Vocabulary test: meet passieve woordenschat
o Raven’s Standard Progressive Matrices: meet nonverbale IQ
o Fluency of sentence reading: werd voor en na training gemeten > timen en vragen naar
betekenis
o Alle kinderen krijgen dezelfde set van zinnen in dezelfde volgorde tijdens het trainen en
testen. Elke zin werd op een computerscherm gepresenteerd, waarbij ze een multiple
choice vraag met vier mogelijke antwoorden moesten beantwoorden over de betekenis van
de zin. Alles werd in stilte gedaan
o Versnelde training conditie: de zinnen werden sneller laten zien als je 4 van de 5 zinnen
achter elkaar goed had. In de zinnen werden de letters 1 voor 1 weggehaald
(“disappearing”)
o Niet versnelde training conditie: kregen dezelfde training, maar zonder de versnelde
manipulatie (ze bepaalden hier zelf de snelheid door de volgende te klikken)
o Pre- en posttests:
Self-paced test: voor en na training afgenomen > 5 oefen zinnen en 12 test zinnen
waarbij het kind zelf de snelheid bepaald door op volgende te klikken. Daarnaast na
elke zin een comprehension test question > meet lees tijd en betekenis
Fast-paced test: voor en na training afgenomen > 5 oefen items, 24 test items met
zinnen die letter voor letter verdwijnen met na elke vraag een comprehension
question
4