Inhoudsopgave
• Verwachtingen, korte inhoud pagina 2
• Titel, opbouw pagina 5
• Taal en stijl, motto, waardeoordeel pagina 6
• Literaire stroming, historische en culturele context, schrijver pagina 7
• Motieven pagina 8
• Thema’s pagina 9
1 van 9
, Nederlands Literatuur
Naam
Boekopdracht 14
Titel, ondertitel De Engelenmaker
Auteur Stefan Brijs
Jaar 1e druk Oktober 2005
Gelezen druk Vierde, 2006
Aantal pagina’s 428
Niveau Lezen voor de Lijst Niveau 4
Inleverdatum
1. Verwachtingen
Geef aan wat je van het boek verwachtte. Wat las je op Lezen voor de Lijst?
Ik verwachtte dat het boek een mysterie zou zijn doordat er op Lezen voor de Lijst stond dat
maar één jongetje de 3 baby’s heeft kunnen zien.
2. Korte inhoud
Geef de korte inhoud. Gebruik minimaal 300 woorden. Verdeel de samenvatting in vijf delen
zet boven elk deel een passend tussenkopje.
Deel II:
Op vier juni 1945 wordt Victor Hoppe geboren. Hij heeft echter de hazenlip van zijn vader
geërfd. Zijn moeder vindt hem afstotelijk en schreeuwt tegen haar man dat hij ‘het’ weg
moet halen. Hij brengt de baby naar een gesticht, waar hij debiel verklaard wordt, iets dat
zijn vader enorm oplucht, zodat hij geen schuldcomplex hoeft te hebben. Victor is echter
verre van debiel, en kan op zijn vierde al lezen. De jonge novice Marthe helpt hem daarbij.
Zij is de enige, aangezien de andere zusters denken dat hij inderdaad debiel is. Dit komt
omdat hij niet spreekt tegen mensen die hij niet vertrouwd. In het gesticht leert hij over God
en Jezus. Victor heeft het syndroom van Asperger, dat toen nog niet bekend was, en vat
alles letterlijk op. Ook kan hij de begrippen als goed en kwaad alleen maar zwart-wit zien.
Hij denkt over God na, en komt tot de conclusie dat die slecht is, terwijl Jezus goed is.
Zuster Marthe vertelt zijn vader uiteindelijk dat Victor niet debiel is, en die neemt hem dan
ook weer mee naar huis. Hierna gaat hij naar huis, waar zijn moeder ernstig ziek is. Hij
weet echter niet dat het zijn moeder is, maar denkt dat het een patiënt van zijn vader is.
Wanneer op een avond ze niet meer ademt, bidt hij voor haar. Het is de eerste keer dat zijn
vader zijn stem hoort. Na de begrafenis van zijn moeder gaat Victor naar een internaat.
Victor heeft het syndroom van Asperger, dat toen nog niet bekend was, en vat alles letterlijk
op. Ook kan hij de begrippen goed en kwaad alleen maar zwart-wit zien. Hij denkt over God
na, en komt tot de conclusie dat die slecht is, terwijl Jezus goed is. In het internaat wordt dit
beeld versterkt, naarmate hij meer over God en Jezus leert. Hij verfoeit God, omdat die zijn
zoon in de steek liet bij zijn dood. De woorden: Eli, Eli, Lamma sabaktáni –mijn god, mijn
god, waarom hebt u mij verlaten -, maken dan ook grote indruk op hem. Hij krijgt straf
wanneer hij dit uitroept aan de voet van een Jezus kruis bij een schooluitstapje.
2 van 9