Samenvatting pedagogische systemen in de baby- en kindertijd
Sharissa Bommel 6609937
Hoorcollege 1: introductie
3 september 2018
James Watson 18e eeuw: behaviorisme je mag baby’s niet verwennen. Als een baby huilt
terwijl hij alles heeft gehad moet je hem niet oppakken (dan koppelt hij huilen aan opgepakt
worden door mama)
Hier pal tegenover staat Benjamin Spock. Hij stond achter de permissieve opvoeding;
het kind krijgt bijna altijd zijn zin. Veel aandacht voor de wensen en behoeften van het
kind.
Elk persoon ontwikkelt zich door een complex samenspel tussen verschillende factoren, die
geordend zijn in systemen:
Biologische systemen (genen, hersenen, hormonen, lichaam, etc.)
De pedagogische systemen (gezin, familie, buurt, school, studie, vrienden,
culturele groep, etc.) > culturele overdracht
Chronosysteem: De ontwikkelingen in de samenleving (economisch, sociaal,
cultureel, politiek)
Fysische omgeving: huisvesting, veiligheid, kwaliteit, voeding, etc.
Maar ook door toeval!
Daarom is het ook zo moeilijk om de ontwikkeling te voorspellen!!
Wat is pedagogiek?
Een opleiding waar je leert:
Hoe je opvoedprogramma’s kunt ontwikkelen die gedragsproblemen bij jonge kinderen
helpen te verminderen
Hoe je kunt vaststellen welke pedagogische aanpak het meest effectief is
Hoe je een antwoord kunt vinden op de vraag hoe we de kwaliteit van de kinderopvang
kunnen verbeteren
Hoe je kunt onderzoeken wat de factoren zijn die leiden tot radicalisering van jongeren
met een moslimachtergrond
Na te denken over hoe je ouders en leerkrachten het beste kunt adviseren over de
omgang van jongeren met sociale media
Empirisch analytisch pedagogiek:
Empirisch: kennis ontstaat door het systematisch verzamelen van gegevens en deze via
statistische methoden analyseren
Analytisch: reductie, de hele werkelijkheid is te complex om te onderzoeken
Onderzoek moet repliceerbaar zijn
Theorie en kennis moet falsificeerbaar zijn
Niet normatief: de empirisch-analytische pedagogiek schrijft niet voor hoe de
opvoeding eruit moet zien
, o Normatieve pedagogiek is meer filosofisch: waartoe voeden wij op en wat is een
goede opvoeding?*
*Langeveld: voorstander normatieve pedagogiek
De mens is een animal educandum, een wezen dat opgevoed moet worden met als doel
zelfverantwoordelijke zelfbepaling. Een kind moet zich (leren) ontwikkelen en als een
mondige burger een plaats weten te vinden in de wereld. Hier ligt een duidelijke
opdracht en zelfs morele verantwoordelijkheid voor de ouders en andere opvoeders.
A.D. De Groot was hier tegen. Er ontstond een methodestrijd waarbij De Groot achter
de empirische analytische manier van denken stond. Over individuele gevallen zijn geen
wetenschappelijke verantwoorde uitspraken te doen evidence based science
Tegenwoordig werkt men met de empirisch analytische pedagogiek (werken a.d.h.v.
empirische cyclus)
Waar komt de pedagogiek vandaan?
Koops (2016): ‘Een beeld van een kind. Geschiedenis, ontwikkeling en opvoeding van
kinderen’
“De pedagogiek en de ontwikkelingspsychologie hebben dezelfde oorsprong”
Beide disciplines zijn ontstaan tijdens de periode van de Verlichting en Romantiek
“Er was geen pedagogiek of ontwikkelingspsychologie als er geen beeld van een kind
was ontst aan”.
o Middeleeuwen: er was geen daadwerkelijk beeld van het kind. Kind werd gezien
als een miniatuur volwassene en maakte zelfde mee als volwassenen
o Na middeleeuwen: er ontstond belangstelling voor het kind, er was sprake van
infantilisering (verwijdering van het kind uit de wereld van de volwassenen),
scholen gecreëerd zodat de kinderen zich konden ontwikkelen
o Tegenwoordig: er is sprake van de-infantilisering. Kinderen krijgen d.m.v.
sociale media weer toegang tot de volwassenwereld en volwassenen gedragen
zich kinderlijker (doen mee met de jeugd met feesten etc.)
De verlichting (18e eeuw, Rene Descartes)
De Verlichting = een van de pijlers onder de westerse beschaving en zette grote
wijzigingen in gang in het denken over religie, filosofie, kunst, wetenschap en politiek.
Rationalisme: alleen door het gebruik van de rede en het gezonde verstand komt men tot
waarheid
Positivisme: wetenschappelijke kennis en technologie kunnen alle problemen oplossen
Men bestreed het bijgeloof, misbruik van recht in kerk en staat, intolerantie en kwamen
op voor zekere grondrechten.
Zette aan tot modernisering van de samenleving door middel van individualisering,
emancipatie, feminisme, secularisering en globalisering.
Verlichtingsdenken: het gelijkheidsbeginsel, de mensenrechten en de burgerrechten, het
'vrijdenken', het klassiek liberalisme, het socialisme, het anarchisme.
Verlichtingdenkers:
John Locke (1632-1704):
Het kind wordt geboren met een lege lei (tabula rasa) en deze wordt beschreven met de
indrukken die het kind opdoet en die kunnen door de opvoeder gestuurd worden
o Amerikaans behaviorisme (John Watson): kinderen ontwikkelen zich door een
proces van belonen en straffen
Lichamelijke gezondheid en hygiëne: harde opvoeding (‘de wil van het kind moest
gebroken worden’)
2
, Ontwikkeling versnellen
Jean-Jacques Rousseau (1712 – 1778)
Rousseau is de grondlegger van de Westerse pedagogiek en ontwikkelingspsychologie
Boek ‘Émile’ (denkbeeldig jongetje dat uit het gezin gehaald wordt en opgevoed wordt
door een tutor)
o Aanklacht tegen de Franse decadente cultuur
o Opvoeding van de ideale burger in een ideale maatschappij
o Natuurlijke opvoeding, liefst op het platteland
o Het kind moet zelf leren denken, zonder de boekenwijsheid van anderen te
volgen
o Vorming is belangrijker dan kennis
o Ontwikkeling moet niet versneld worden waarom verschillen deze en is het wel
in dezelfde tijd? Waar komt het verschil vandaan?
o Beschrijft de ontwikkeling in fasen
Jean Piaget (cognitieve ontwikkeling): stadiaontwikkeling
Oprichting volksonderwijs: opvoeding tot een goede staatsburger, leerplicht
De Romantiek (18e eeuw)
De Romantiek (18 eeuw): verzet tegen de overwaardering van de rationele zijde van de
e
mens. Romantici keerden zich tegen de koele onverschillige objectiviteit van
rationalistische denkers en hun wetenschap. Het gaat om de subjectieve ervaring.
o De romantiek was tegen de ideeen van Rousseau. Het gaat om de subjectieve
ervaring: spontaniteit van het kind, uitgaan van de ervaringen van het kind zelf.
Pedagogiek ‘Vom Kinde aus’ (Pestalozzi): spontaniteit van het kind, onderwijzer heeft
primair een pedagogische taak, uitgaan van de ervaringen van het kind
Kleuteronderwijs, Kindergarten (Fröbel)
o Kinderen ontwikkelen vanzelf, we moeten ze alleen de ruimte geven om zich te
ontwikkelen
Reformpedagogiek: Jenaplan (samenwerking, sociale ontwikkeling), Dalton-onderwijs,
Montessori (fasenontwikkeling, gevoelige perioden), Vrije School (creativiteit), Freinet-
onderwijs (democratische burgers)
Goorhuis-Brouwer (2010): ‘Kinderen worden op veel te jonge leeftijd klaargestoomd
voor de kenniseconomie. ‘Dat heeft een averechts effect’
Wat moeten we weten van deze namen (reformpedagogiek onderdelen +losse namen)?
Kortom:
Psychologie: rationalisme empirisch-analytische benadering
Pedagogiek: romantiek normatieve benadering empirische-analytische benadering
De winter: (zowel normatief als empirisch-analytische voorstander)
“Ik wil naar een ‘hoopgevende sociale pedagogiek’die bijdraagt aan de ontwikkeling
van democratisch burgerschap“
o Minder problematiseren en meer gericht zijn op groei
o Minder individueel en meer sociaal
o Jeugd gedijt beter in rijke sociale netwerken
Contouren van de ‘hoopgevende sociale pedagogiek’
o Handelingsperspectieven cultiveren: in de handelingsstand zetten
o Onderbreken van impulsieve oordelen en verlangens: ‘pedagogisch
onderbreken’
3
, o Optimisme voorleven
o Participatie bevorderen
Belang van opvoedingsidealen (normatief)
o Relatie opvoeding & democratische rechtstaat
o Opvoeding als tegenwicht voor polarisatie en haat
“De empirisch-analytische pedagogiek is zichzelf steeds meer gaan richten op
individuele problemen en stoornissen.”
“We hebben een enorme neiging tot problematisering die ervoor zorgt dat steeds minder
kinderen en volwassenen ‘normaal’ zijn”.
Als mensen het idee hebben dat ze geen enkele invloed hebben op hun omgeving, en dat
hun stem niet wordt gehoord, dan leidt dat tot pessimisme, moedeloosheid of woede
Uitgangspunten van pedagogische wetenschappen aan de uu
Systemisch perspectief of contextbenadering: het bio-ecologisch model.
o Kinderen groeien niet op in het isolement van het gezin, maar in meerdere
contexten.
Dimensionele en positieve benadering
o Minder nadruk op classificeren (= vaststellen van stoornissen), maar op
profielen en dimensies
o Culturele diversiteit, de ene cultuur is niet ‘beter’ dan de ander
o Minder nadruk op de problemen, maar op kansen, ontwikkelingsmogelijkheden,
participatie, inclusie, optimale benutting van het potentieel van ieder individu
(de Winter: hoop en optimisme)
Mutidisciplinair & multinationaal
4