Jaar 2 cursus 1
Seksuele gezondheid
2.1 inleiding
Onder seksuele gezondheid verstaan we: ‘een met seksualiteit verbonden toestand van
fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn’. Het hangt samen met lichamelijke- en
geestelijke gezondheid.
2.2 wetenschappelijk kader
Seksuologie is relatief nieuw. Het eerste boek erover verscheen eind 19 e eeuw waarmee
het onderwerp uit de invloedssfeer van de kerk en wet gelicht werd. Sindsdien zijn er
verschillende theoretische modellen van het seksuele functioneren ontstaan.
2.2.1 de seksuele-responscyclus
De seksuele-responscyclus zijn de fysieke en mentale processen, die een patroon
volgen, bij de beleving van seks. Het 1e onderzoek hiernaar werd gedaan in de jaren 60
door Masters en Johnson. Door observaties van mannen schreven zij een klassiek model:
opwinding, plateau, orgasme, herstel. Na dit onderzoek te doen bij vrouwen leek dit
model niet te kloppen. De fase van ‘verlangen’ kwam erbij en de ‘plateau’ fase verdween.
Nu kent het model: verlangen, opwinding, orgasme en herstel. Andere gaan uit van het
circulaire model, waarin verlangen en opwinding elkaar versterken. Dit model gaat
samen met het verschijnsel dat fysieke opwinding vooraf kan gaan het subjectief ervaren
van verlangen. Mannen reageren sneller op visuele prikkels. Vrouwen kunnen met
genitale opwinding reageren, zonder dat er sprake is van seksueel verlangen.
De seksuele-responscyclus wordt in gang gezet door het waarnemen van interne
(fantasie) of externe (beelden) seksuele prikkels. Ook kunnen we onbewust geprikkeld
worden (dromen). Wanneer er bij voldoende seksuele verlangens het lichaam
gestimuleerd wordt neemt seksuele opwinding toe. Andersom is het ook mogelijk.
In opwindingsfase zijn er bij mannen en vrouwen verschillende lichamelijke reacties.
Bij vrouwen: tepels hard, grotere borsten, rode vlekjes, hartslag/bloeddruk neemt toe,
vagina wordt vochtig (lubricatie), clitoris wordt stijf, schaamlippen worden dikker/langer,
baarmoeder wordt gaat omhoog staan waardoor vagina ruimer wordt.
Bij mannen: penis stijf (erectie), hartslag/bloeddruk neemt toe, scrotum met testes
wordt groter.
Bij veel stimulatie neemt de ademhaling aan het eind van de opwindingsfase toe,
worden lichamelijke reacties intenser, en volgt er een orgasme. Hier bereikt de
ademhaling, bloeddruk en hartslag zijn hoogste punt.
Orgasme bij vrouwen: samentrekkingen spiergroepen, psychisch kan het voelen als jezelf
overgeven.
Orgasme bij mannen: ejaculatie, contracties (samentrekkingen) van de penis etc.
Vrouwen kunnen over het algemeen vaker achter elkaar klaarkomen dan mannen.
Na het orgasme komt de herstelfase, hier keren de lichamelijke functies terug naar
normale waarden. De opwinding verdwijnt en ontspanning neemt toe.
Toch verschilt de seksuele-responscyclus per persoon.
2.2.2 een bio psychosociaal model van seksualiteit
Hoe iemand reageert op seks, waar hij opgewonden van wordt etc. zijn afhankelijk van
veel factoren, die onderling samenhangen.
Het biopsychosociaal model van seksualiteit schept een kader om verschillende
factoren te ordenen en het seksuele- functioneren en beleven te kunnen begrijpen. Alle 3
de factoren werken op elkaar in en beïnvloeden elkaar. Waar de gewenste ervaring en
wat er daadwerkelijk beleefd wordt samenvallen is er sprake van seksuele satisfactie.
Biologische factoren Psychologische factoren
gewenst werkelijk
Sociale factoren
, Biologische factoren
Hoe het lichaam functioneert en eruit ziet heeft invloed op het seksuele functioneren.
Daarnaast spelen lichamelijke functies een rol bij verwerking van seksuele prikkels van
invloed op de seksuele respons, hormonale stelsel, zenuwstelsel en vaatstelsel.
Geslachtshormonen zijn belangrijk voor de ontwikkeling van geslachtsorganen bij de
foetus in de baarmoeder, en bij de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken.
Geslachtshormonen zorgen bij meisjes voor menstrueren, ook hebben ze een functie in
het seksuele responscyclus omdat ze samenhangen met mate van seksuele opwinding.
Een goed functionerend brein en zenuwstelsel zijn van belang voor prikkelgeleiding en
verwerking. De hypothalamus in de hersenen is van belang bij het omzetten van prikkels
in onwillekeurige lichamelijke reacties.
Het sturen van spieren gebeurt via zenuwbanen die naar de ruggenmergcentra en
geslachtsorganen lopen. Een erectie ontstaat doordat spieren gladgetrokken worden,
hierdoor worden de zwellichaampjes gevuld met bloed en wordt de penis stijf. Bij
beschadiging aan het zenuwstelsel is de prikkelgeleiding verstoord en wordt opwinding
moeilijker.
Psychologische factoren
De seksuele-responscyclus wordt ook bepaald door bijv. motivatie, emotie en cognities.
Motivatie om seks te hebben is een bewust en onbewust leerproces. De
‘beloningscircuit’ in de hersenen zorgt ervoor dat een prettig stofje vrijkomt (dopamine),
hierdoor wil je het herhalen. Gevoelens (emoties) als lust werken mee aan het positieve
leerproces. Negatieve gevoelens als schaamte werken tegen. Gedachtes (cognitie)
hebben ook invloed op het seksueel functioneren, positief en negatief.
Sociale factoren
Seksueel gedrag is sociaal gedrag en wordt bepaald door de context waarin we
opgroeien. Wat je als ‘normaal’ hebt aangeleerd neem jij voor lief omdat het menselijk is
ergens bij te horen. Die sociale normen kunnen haaks staan op jou individuele expressie
van seksualiteit. Ook de overheid stelt normen voor seksueel gedrag. Hiernaast is seks
sociaal gedrag omdat het sociale relaties markeert en versterkt.
Aanpassingsvermogen
Over het algemeen bepalen biologische sekse en sociale rolverwachtingen die erbij horen
onze genderrol. Wanneer ons zelfbeeld en psychologie zich hiertegen afzetten kan er
sprake zijn van genderdysforie. Door verschillende redenen als ziekte, psychologische
problemen, iets in de sociale context etc. kan het samenspel tussen deze factoren die
men gewend is, verstoord raken. Dan wordt er gezocht naar nieuw evenwicht.