Deze samenvatting van Hoofdlijnen Nederlands Recht bevat H1, 2, 8, 9, 10, 11 en 12. Niet alleen handig voor blok 1, maar ook voor andere blokken (zelfs in het tweede jaar).
Hoofdstuk 1: Terreinverkenning
De functies van het recht:
- Normatieve functie
normen die zijn vastgelegd als rechtsnormen
- Geschiloplossende functie
de rechterlijke macht oordeelt of mensen schuldig zijn in bepaalde situaties en of ze
gestraft moeten worden, zo wordt eigenrichting voorkomen.
- Additionele functie
uitzonderlijke situaties waar mensen geen rekening mee houden en dus ook geen
afspraken over hebben gemaakt zijn uitgewerkt in de wet
- Instrumentele functie
bepalingen die voor duidelijkheid en veiligheid zorgen
Het Nederlandse recht kent vier rechtsbronnen:
- De wet
- Jurisprudentie (alle gerechtelijke uitspraken
- Het verdrag
- De gewoonte (sprake van een vaste gedragslijn en gevoel van morele verplichting)
Objectieve rechten = algemene rechtsregels
Subjectieve rechten = als een algemene rechtsregel in een specifiek geval wordt toegepast
Personen- en familierecht BW 1
I. Privaatrecht Vermogensrecht BW 3, 5 en 6
Ondernemingsrecht BW 2
Burgerlijkprocesrecht Wetb. V. burg. Rv.
Strafrecht Sr en Sv
II. Publiekrecht Staatsrecht Gw en organieke wetten
Bestuursrecht Awb
Materieel recht = de regels in de wet die gaan over de inhoud van de wet een feitelijke wet
BW en Sr
Formeel recht = procesrecht, hoe kan je je recht halen, het proces
Wetb. v. burg. Rv. en Sv
Dwingend recht = recht waarvan de burgers niet mogen afwijken, geldt voor iedereen.
Aanvullend recht = recht waarvan de burgers wel mogen afwijken, deze regels gelden alleen
als burgers niks over een kwestie hebben afgesproken.
Wanneer aanvullend en wanneer dwingend:
- Moeten dwingend
- Nietigheid dwingend
- Openbare orde wordt geraakt dwingend
- Kunnen aanvullend
1
,Interpretatiemethoden:
1. Grammaticale interpretatiemethode
de betekenis van een woord in het alledaagse spraakgebruik, hierbij wordt
gebruik gemaakt van het woordenboek.
2. Wethistorische interpretatiemethode
op basis van de handelingen van de Eerste en Tweede Kamer achterhalen
wat er met het woord werd bedoeld toen de wet werd ingevoerd.
3. Anticiperende interpretatiemethode
de rechter loopt vooruit op de wetgeving en hanteert wetten die nog niet zijn
ingevoerd en baseert zijn oordeel dus op toekomstig recht.
4. Rechtsvergelijkende interpretatiemethode
de rechter kijkt naar een buitenlands rechtstelsel om de betekenis van een
woord te achterhalen.
5. Systematische interpretatiemethode
de betekenis van een woord/artikel afleiden van het systeem waarvan het deel
uit maakt.
6. Teleologische interpretatiemethode
het gaat niet zozeer om de letterlijke betekenis van een woord maar om het
eigenlijke doel van de wet.
7. Overige interpretatiemethoden
- Precedenteninterpretatie, de uitleg van een woord of zin is afkomstig uit
eerdere uitspraken, er wordt dus gebruikt gemaakt van jurisprudentie.
- Interpretatie naar redelijkheid en billijkheid, redelijkheid en billijkheid hebben
een belangrijke plaats in het privaatrecht en dit wordt hier als uitgangspunt
genomen.
Redeneerwijzen = een bepaalde manier van denken om tot een uitspraak te komen
- A-contrarioredenering
de rechter gaat ervan uit dat een bepaalde rechtsregel niet van toepassing is omdat
die regel uitsluitend geschreven is voor de gevallen die uitdrukkelijk in die regel
worden genoemd.
- Redenering naar analogie
de rechter stelt zich op het standpunt dat een bepaalde kwestie zoveel lijkt op de
kwestie waarin de wet wel voorziet, dat die laatste regel ook van toepassing wordt
verklaard op de niet-geregelde kwestie.
Wetgevers
- Centraal/nationaal niveau, de regering en de Staten-Generaal
- Decentraal niveau, provincie en gemeente, de uitgevaardigde regels heten
verordeningen
- Andere instanties, bijv. waterschappen, product- en berdrijfschappen en de SER
Rangorde tussen wetgevende organen:
1. Hogere regels gaan boven lagere regels
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels
3. Jongere regels gaan boven oudere regels
Wet in formele zin = vaststelling van wetten door de Staten-Generaal en de regering
Wet in de naam
Wet in materiele zin = een algemeen verbindend voorschrift, regels gelden voor iedereen
2
, Hoofdstuk 2: Verbintenissenrecht – de overeenkomst
Soorten overeenkomsten:
- obligatoire overeenkomst
een overeenkomst die is gesloten met als doel dat daaruit rechten en plichten
voortvloeien.
- Wederkerige overeenkomst
dit is een overeenkomst die meebrengt dat beide partijen zowel rechten als plichten
hebben.
- Eenzijdige overeenkomst
afspraken waaruit slechts een verbintenis voortvloeit.
- Consensuele overeenkomst
mag op meerdere manieren worden gesloten (mondeling/schriftelijk)
- Formele overeenkomst
moet volgens de wet op een bepaalde manier worden gesloten.
Een overeenkomst komt tot stand als er een aanbod is en een aanvaarding van dat aanbod.
Een andere invalshoek van de totstandkoming van een overeenkomst is dat de
wilsverklaringen van beide partijen overeenstemmen. De wil moet kenbaar gemaakt zijn door
beide partijen voor er een overeenkomst kan plaatsvinden.
Een bod van een aanbieder kan worden ingetrokken als:
- Het aanbod nog niet is aanvaard.
- Als de aanbieder zijn bod niet onherroepelijk heeft gemaakt.
Wilsdefect = wat ik heb verklaard wilde ik eigenlijk niet, daarom kan er geen overeenkomst
ontstaan zijn.
discrepantie tussen wil en verklaring, de overeenkomst is niet geldig. Tenzij de andere
partij er in redelijkheid op mocht vertrouwen dat de verklaring en de wil van de andere partij
wel in overeenstemming waren (wils- en vertrouwensleer).
Deze regel gaat niet op voor mensen die hun wil hebben verklaard terwijl ze een geestelijke
stoornis hebben (of onder invloed zijn). Hun verklaring was immers wel overeenkomstig met
hun wil. In dit geval gaat de volgende regel op: als iemand tijdens een geestelijke stoornis
iets heeft verklaard, dan wordt aangenomen dat die verklaring net overeenkomstig de wil is
geweest indien:
- De stoornis een redelijke waardering van de bij de handeling betrokken belangen
belette, of
- Indien die verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan (en nadelig is)
Wilsgebrek = mijn wil was gebrekkig gevormd, verklaring en wil komen wel overeen.
Categorieën van wilsgebrek
1. Dwaling = iemand heeft een overeenkomst gesloten terwijl hij niet van de werkelijke
situatie op de hoogte was.
Er moet wel dwaling zijn over de zelfstandigheid van de zaak. Ook moet aan een van
de volgende voorwaarden voldaan zijn:
- De dwaling is te wijten aan de inlichting van de wederpartij.
- De wederpartij had de dwalende moeten inlichten maar heeft dit niet gedaan.
- De wederpartij ging van dezelfde onjuiste veronderstelling uit als de dwalende.
Ondanks dat aan een van deze voorwaarden is voldaan kan een beroep toch niet
slagen wanneer:
- De dwaling een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft.
- De omstandigheden van het geval mee brengen dat de dwaling voor de rekening
van de dwalende behoort.
2. Bedrog = wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde
rechtshandeling beweegt door opzettelijk onjuiste mededelingen te doen of
daar juist opzettelijk van af ziet (gekwalificeerde dwaling).
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper t2000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.