Tentamen Geestelijke stromingen - De vijf religies van de wereld
Hindoeïsme
Naam & oorsprong
Het hindoeïsme is veelkleurig en veelvormig. Er is een enorme verscheidenheid in goden en
religieuze oefeningen. De Indiërs noemen hun religie ‘Sanatana Dharma’ = eeuwige leer of
bestemming. Ontstaan van de naam: rivier de Indus.
Het hindoeïsme heeft geen stichter. Er worden telkens nieuwe sociale of religieuze elementen
opgenomen. De grote verscheidenheid is geen probleem. Alle religieuze wegen brengen je naar
hetzelfde doel: de uiteindelijke verlossing.
Het hindoeïsme is te onderscheiden in 2 lagen:
1) De oeroude natuurreligie van de oorspronkelijke bewoners van India.
Allerlei natuurkrachten werden als goden (deva’s) of geesten gezien. (bijv: god v/d aarde).
2) De religie van de Ariërs. Later uitgegroeid tot het kastenstelsel.
Dharma – bestemming – kosmische orde - kaste
De uiteindelijke bestemming ligt in het goddelijke. In de wereld heerst een kosmische orde, die alles
in evenwicht houdt. Tot die orde behoort ook het kastenstelsel. Door geboorte kom je in een kaste of
varna (=kleur). Kaste = een sociale groep met dezelfde naam, beroep, tradities en religieuze
praktijken.
De 4 hoofdkasten:
Brahmanen Priesters, zieners, filosofen (hogere beroepen)
Ksatriya’s Strijders: ridders, prinsen, koningen
Vaisya’s Boeren, kooplieden, handelaren, ongeschoolde arbeiders
Sjoedra’s / dasa’s Ongeschoolde arbeiders, slaven, bedienden
een deel van de oorspronkelijke bevolking van India kwam in de vierde kaste terecht. Een ander deel
viel buiten het systeem, de onaanraakbaren (=dalits). Zij verrichtten onrein werk.
Om uiteindelijke verlossing te bereiken moet je je houden aan de regels van je kaste. Je hoort binnen
je eigen kaste te trouwen. Je oefent meestal hetzelfde soort beroep uit als je vader of moeder. Dat is
je ‘ jati’.
Naast de regels van je kaste zijn er belangrijke meer algemene principes van de dharma voor de
morele orde: geduld, tevredenheid, respecteren van andermans bezit, een rein leven naar lichaam en
geest, etc.
De bronnen
Veda = verzamelingen van gebeden, lofzangen, offerspreuken. Alleen de brahmanen kunnen de
veda’s lezen en uitleggen.
Oepanisjaden = zij zoeken naar de laatste waarheid achter het bestaan van de wereld en haar goden.
Mahabharata = het grote verhaal. Een mix van allerlei spannende verhalen en diepzinnige gedachten.
,Bhagavadgita = een onderdeel van de Mahabharata. Het geldt als het hart van het hindoeïsme en is
te vergelijken met de bijbel voor de christenen. Het wordt uitgelegd als een spirituele strijd van het
goede tegen het kwade, die in elk mens gestreden moet worden.
Krisjna = een avatara van de god Visjnoe.
Een mens kan alleen een lichaam doden, niet de kern (atman) van de mens, die keert weer terug in
een nieuw leven.
Ramayana = oud Indisch verhaal over Rama & Sita.
Het hindoeïsme gaat ervan uit dat er achter de zichtbare materiele wereld een bovennatuurlijke
werkelijkheid schuilgaat. Dit is abstract.
Verlossingswegen Karma & Reïncarnatie
Brahman = staat voor het eeuwig goddelijke, onstoffelijke, onveranderlijke, de onwankelbare orde
van rust en harmonie. Brahman is geen persoon of schepper. Uit Brahman komt alles voort en in
Brahman keert alles weer terug. Hoe alles is ontstaan is voor de hindoe niet van belang. Want we
leven in eindeloze tijdperken van opgang, ondergang en wederkeer.
Atman = een goddelijke essentie die in ieder mens huist.
Reincarnatie = het omvat al het bestaan. Na de dood kun je dan ook als mens en als dier
wedergeboren worden. Tussen de dood en wedergeboorte kun je een periode in de hemel of
onderwereld verblijven, maar dit is nooit eeuwig.
Samsara = een cirkelgang van leven en dood. Dit betreft de hele wereld.
Karma = handeling. De intentie waarmee je handelt. Na je dood wordt de balans opgemaakt en
bepaalt in welk leven je terechtkomt. Door telkens goed te handelen met de juiste intentie, kun je in
een steeds beter leven worden wedergeboren.
Moksja = ware verlossing. De hindoe is opzoek naar de werkelijkheid die de gewone werkelijkheid
overstijgt. De spirituele werkelijkheid wordt beschouwd als de ware werkelijkheid.
Marga’s = verlossingswegen. Soms ook de yoga. In de yoga gaat het om de methode van oefening en
inspanning. Deze 3 verlossingswegen worden genoemd in de Bhagavadgita.
1) Karma-Marga de weg van het handelen.
Je houdt je volledig aan de dharma. Je doet wat je volgens je kaste moet doen. Alleen de
juiste intentie maakt je vrij van de gevolgen van karma. Zonder karma is er geen reincarnatie
meer.
2) Bhakti-Marga de weg van de liefdevolle overgave.
Je richt je op de godheid van je keuze (Visjnoe, Krisjna, Sjiva). Het gaat om pure liefde zonder
doel. In de praktijk van het hindoeïsme is dit de meest gevolgde weg.
3) Jnana-Marga de weg van het inzicht.
Op deze weg wil men door studie en meditatie komen tot een dieper verstaan van de
eenheid van Brahman en atman. Dit is de eenheid van het vergankelijke en het
onvergankelijke (mens en kosmos). Wie in deze ervaring opgaat wordt niet meer
wedergeborden, want zijn atman keert terug.
, De godenwereld
Polytheïsme = Het hindoeïsme is een verzameling van diverse Indische tradities, met elk hun eigen
namen en gestalten. In de verering van de goden spelen afbeeldingen een grote rol, omdat in de
afbeelding de essentie van de godheid aanwezig is. Goden worden vereerd door gebeden, rituelen en
door eten & drinken voor te zetten. Daarna eet de mens dit zelf op. Onzichtbaar hebben de goden
het voedsel aangeraakt en waardoor het voedsel een zegenende werking krijgt.
Visjnoe Vriendelijke, welwillende godheid. hij heeft het goed voor met de mensen. Hij redt
de mensheid van gevaar en wijst de juiste levensweg aan.
Visjnoe heeft 10 avatara’s. Vooral in het noorden van India vereerd.
Laksjmi De eerste vrouw van Visjnoe. Ze is de godin van voorspoed en geluk.
Sjiva Symboliseert de kringloop van het universum. Het is de god van de asceten die
zoeken naar de waarheid. Vooral in het zuiden van India vereerd.
Durga Zij is de vrouw van Sjiva. Ook bekend als Devi, Parvati en Kali. Zij is verbonden met
vruchtbaarheid en welvaart. In de gestalte van Kali is ze luguber en vrees
aanjagend.
Brahma De schepper-god. Erg bekend maar weinig vereerd. De god van de wijsheid.
Sarasvati Soms als vrouw en soms als dochter van Brahma. De godin van de creativiteit,
kunst en wetenschap.
Ganesha Populaire godheid. Hij wordt afgebeeld als een dikmens met een olifantenkop. De
god van de wijsheid, vooral in het opruimen van allerlei obstakels op je levensweg.
Hanuman De apenkoning. Voorbeeld van trouw en eerlijkheid.
Trimoerti De drie-eenheid van Visjnoe (beschermer), Sjiva (vernietiger) en Brahma
(schepper). Ze vertegenwoordigen samen de universele kringloop. Soms worden
hun vrouwen ook als een drie-eenheid gezien.
Istadevata De godheid van je eigen keuze. Die god vereer je elke dag. Je kunt meerdere goden
vereren. Bij verschillende omstandigheden passen verschillende goden.
Heilige koe De koe staat voor vruchtbaarheid en overvloed. De koe wordt gezien als incarnatie
van een godin. Het vlees mag niet gegeten worden. Ze mogen vrij rondlopen. Het
meest opvallende kenmerk van het hindoeïsme.
Ethiek
In India is ethiek minder uitgewerkt omdat de religieuze dimensie van de verlossing belangrijker is.
De ethiek is verbonden met de kosmische wet van karma: het goede werkt het goede uit, het kwade
werkt het kwade uit.
De leefregels zijn verbonden met je kaste waardoor ze verschillend zijn, want elke kaste heeft zijn
eigen dharma.
- Brahmanen: zijn verplicht om les te geven in het onderwijs en verrichten offers/rutuelen en
liefdadigheid.
- Ksatriya’s: zijn verplicht tot het beschermen van hun onderdanen door goed bestuur en
liefdadigheid.
- Vaisya’s: behoren hun beroep goed uit te oefenen en moeten liefdadig te zijn.
- Sjoedra’s: zijn verplicht om dienstbaar te zijn aan de hogere kasten.
- Kastelozen/dalits: staan helemaal onder aan de ladder en doen het laagste werk.
De ethiek is sterk persoonlijk georiënteerd, omdat de religie individueel van aard is. Het gaat om je
eigen leven en her karma dat je door je handelen produceert. Er is geen sociale ethiek. De sociale
orde is verbonden met de dharma van heel de samenleving. Arjuna is het grote voorbeeld van
iemand die moet doen wat hij doen moet, ongeacht banden van familie en vriendschap.