Recht
Onderverdeling recht:
- Nationaal recht: hieronder vallen publiekrecht en privaatrecht.
- Internationaal en Europees recht zoals het VEU en het ESH.
Publiekrecht, overheid is er bij betrokken:
- Strafrecht: de staat treed door middel van het Openbaar Ministerie actief op om sancties te
eisen bij overtreding van de normen.
- Staatsrecht: regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel wordt vormgegeven en de
invloed die de burgers daarop kunnen uitoefenen. Op dit terrein komen de kamers, regering,
verkiezingen en totstandkoming van wetten aan orde.
- Bestuursrecht: wat de overheid kan doen om de samenleving te sturen
Privaatrecht: burgers onder elkaar:
- Burgerlijk procesrecht: hiertoe horen de regels die op het voeren van juridische procedures
op het terrein van het privaatrecht van toepassing zijn
- Ondernemingsrecht: regelt wat ondernemingen en bedrijven betreft. Regelt
rechtspersoonlijkheid.
- Vermogensrecht: hieronder vallen alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers
onderling waaraan juridische gevolgen verbonden zijn.
- Personen- en familierecht: regelt zaken als geboorte, huwelijk, en adoptie.
Vier functies van recht:
- Normatieve functie: gedragsregels (= ethische/rechtsnormen) die moeten worden nageleefd.
- Geschil oplossende functie: eigenrichting is verboden, de rechterlijke macht oordeelt of en
hoe iemand wordt gestraft.
- Additionele functie: het biedt een rechtsregel als partijen vergeten zijn opeen bepaald punt
afspraken te maken. Hebben zij dit wel gedaan, dan gaat die afspraak vóór de wet.
- Instrumentele functie: de wetgever bepaald op welke wijze bepaalde dingen gaan gebeuren.
Rechtsbronnen (waar we recht tegenkomen):
- De wet:
- Het verdrag:
- De jurisprudentie:
- De gewoonte:
De negen wetboeken:
1. Personen- en familierecht
2. Rechtspersonen
3. Vermogensrecht in het algemeen
4. Erfrecht
5. Zakelijke rechten
6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
7. Bijzondere overeenkomsten
8. Verkeersmiddelen en vervoer
10. Internationaal privaatrecht
, Boek 9 is nooit ingevoerd: rechten over auteursrecht en het octrooirecht. Hierover werden steeds
meer internationale afspraken gemaakt.
Procederen: naar de rechter gaan om en geschil te laten beslechten.
Organieke wetten: wetten die op grond van een dergelijke opdracht tot stand komen.
Drie soorten wetgevers:
- Nationale wetgever: samengesteld uit regering en de Staten-Generaal (kamers).
- Decentrale wetgever: provincies en gemeenten. Door hen uitgevaardigde regels zijn geen
wetten maar verordeningen.
- Andere instanties
Rangorde tussen wetgevende organen:
- Hogere regels gaan boven lagere
- Bijzondere boven algemene
- Jongere boven oudere
Wet in formele zin: wet die tot stand is gekomen door de nationale wetgever, door de regering en
Staten-Generaal. Het is een proceswet, er staan procedures in.
Wet in Materiële zin: wet niet tot stand gekomen door nationale wetgever. Regeling bestemd voor
een onbepaald aantal personen. ( APV, Algemene plaatselijke verordening over loslopende honden
in de Gemeente is een wet in materiele zin. Het is gemaakt door de Gemeente en van toepassing op
een onbepaald aantal en niet bij name genoemde personen die honden hebben).
Verdrag: een afspraak, overeenkomst, gesloten door twee of meer staten. Een verdrag tussen twee
landen heet een bilateraal verdrag. Bij meer dan twee staten noemen we dit een multilateraal
verdrag.
Jurisprudentie: = rechtspraak.
Een vonnis wordt gegeven door de rechtbank, een arrest door een gerechtshof en de Hoge Raad.
Interpretatiemethoden: de rechter bezit een aantal hulpmiddelen bij het specificeren van de
betekenis van een woord of zinsnede:
- Grammaticale interpretatiemethode: uitleg van een woord knoopt de rechter aan bij de
betekenis die het heeft in het alledaags spraakgebruik.
- De wetshistorische interpretatiemethode: rechter beroept zich op een passage uit de
parlementaire geschiedenis van de betreffende wet.
- De anticiperende interpretatiemethode: bij het formuleren van zijn regel baseert de rechter
zich in dit geval op toekomstig recht, op bijna-recht.
- Rechtsvergelijkende interpretatiemethode: het verwijzen naar een buitenlands rechtsstelsel
waarin de betreffende materie ook is geregeld.
- Systematische interpretatiemethode: het gebruiken van een regeling waarvan die bepaling
onderdeel uitmaakt.
- Teleologische interpretatiemethode: beroep doen op de bedoeling die de wetgever met de
regeling heeft gehad.
- Overige interpretatiemethode: precedenteninterpretatie (verwijzen naar eerdere uitspraken
van rechters) en interpretatie naar redelijkheid en billijkheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper benthedelaat7. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.