Antwoordindicatie Open vragen hertentamen IFR 16 juli 2021:
Het tentamen en de modelantwoorden (zowel die op Remindo als op Canvas
zijn geplaatst) zijn onderworpen aan auteursrecht. U mag dit alleen voor
persoonlijke doeleinden gebruiken. Het is u niet toegestaan om het tentamen
en de standaardantwoorden met derden te delen of aan derden over te dragen
die dit al dan niet voor commerciële doeleinden aanwenden.
Vraag 1, Versie 1 (10 punten)
Vraag:
Janneke is 45 jaar en woont alleen in een huurhuis in Rotterdam.
Janneke maakt op 1 januari 2021 een overzicht van haar vermogen. Het overzicht op 1
januari 2021 ziet er als volgt uit:
-1 januari 2021: € 25.000 spaargeld
-1 januari 2021: € 45.000 auto waarmee ze naar haar werk rijdt
-1 januari 2021: € 43.200 10% aandelenbelang in Digital B.V.
-1 januari 2021: € 100.000 vakantiewoning Texel
-1 januari 2021: € 5.000 2% aandelenbelang in Kaasmaker B.V.
-1 januari 2021: € 53.200 schuld met betrekking tot vakantiewoning in Texel
Bereken de grondslag sparen en beleggen van Janneke in 2021. Vermeld hierbij de
relevante wetsartikelen.
Antwoord:
NB: hieronder staan elementen waar we punten voor hebben gegeven. We hebben echter
ook aftrek toegepast voor foute elementen in het antwoord. Deze vindt u in de feed back in
Remindo. Een regelmatig gemaakte fout was het niet antwoord geven op de vraag en in
plaats van het geven van de grondslag sparen en beleggen, het geven van het voordeel
sparen en beleggen of de belasting. Voor dergelijke antwoorden hebben wij aftrek
toegepast, omdat u hiermee onvoldoende blijk geeft de wet te kunnen toepassen en de
begrippen in de wet te begrijpen.
Art 5.2 lid 1 → de grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag sparen en
beleggen uit art 5.3 Wet IB 2001 minus het heffingvrije vermogen. 1 punt
Art 5.3 lid 1 → rendementsgrondslag is de van de waarde bezittingen minus waarde
schulden. 1 punt
[NB: als bovenstaande artikelen later in het antwoord worden genoemd is dat natuurlijk ook
goed]
Art 5.3 lid 2 sub a, e en f → bezittingen: benoemen artikel (met alle en juiste leden) en juiste
bezittingen 1 punt
€ 25.000 spaargeld
€ 100.000 vakantiewoning Texel
, € 5.000 2% aandelenbelang in Kaasmaker B.V. ter waarde van € 7.500
Totaal: € 130.000 . 1 punt
1 punt als de student terecht niet meeneemt:
-1 januari 2021: € 45.000 auto (roerende zaak in persoonlijk gebruik)
-1 januari 2021: € 43.200 10% aandelenbelang in Digital BV (ab)
Schulden:
€ 53.200 schuld met betrekking tot vakantiewoning in Texel
Drempel € 3.200 uit art 5.3 lid 3 onder f Wet IB 2001 1 punt
Totaal: € 50.000 1 punt
Rendementsgrondslag = 130.000 – 50.000 = € 80.000 1 punt
Art 5.5 1 punt
Grondslag sparen en beleggen: Rendementsgrondslag minus heffingvrije vermogen = 80.000
– 50.000 = 30.000 1 punt
Vraag 1, versie 2 (10 punten)
Vraag:
Jelle is 35 jaar en woont alleen in een huurhuis in Rotterdam.
Jelle maakt op 1 januari 2021 een overzicht van zijn vermogen. Het overzicht op 1 januari
2021 ziet er als volgt uit:
-1 januari 2021: € 35.000 spaargeld;
-1 januari 2021: € 35.000 auto waarmee ze naar haar werk rijdt
-1 januari 2021: € 33.200 10% aandelenbelang in Rev B.V.
-1 januari 2021: € 95.000 vakantiewoning Terschelling;
-1 januari 2021: € 10.000 2% aandelenbelang in Broodbakker B.V.
-1 januari 2021: € 63.200 schuld met betrekking tot vakantiewoning in Terschelling.
Bereken de grondslag sparen en beleggen van Jelle in 2021. Vermeld hierbij de relevante
wetsartikelen.
Antwoord:
NB: hieronder staan elementen waar we punten voor hebben gegeven. We hebben echter
ook aftrek toegepast voor foute elementen in het antwoord. Deze vindt u in de feed back in
Remindo. Een regelmatig gemaakte fout was het niet antwoord geven op de vraag en in
plaats van het geven van de grondslag sparen en beleggen, het geven van het voordeel
sparen en beleggen of de belasting. Voor dergelijke antwoorden hebben wij aftrek
toegepast, omdat u hiermee onvoldoende blijk geeft de wet te kunnen toepassen en de
begrippen in de wet te begrijpen.
Art 5.2 lid 1 → de grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag sparen en
beleggen uit art 5.3 Wet IB 2001 minus het heffingvrije vermogen. 1 punt
Art 5.3 lid 1 → rendementsgrondslag is de waarde bezittingen minus waarde schulden. 1
punt
[NB: als bovenstaande artikelen later in het antwoord worden genoemd is dat natuurlijk ook
goed]
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Max1998. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.