Effectief omgaan met zwakke rekenaars
Hoofdstuk 1 Effectief reken-wiskundeonderwijs
1.1 Knelpunten in het Nederlandse rekenonderwijs
PISA 2006
PISA 2006: programme for international student assessment. Internationaal vergelijkend onderzoek
naar de opbrengsten van het onderwijs. Onderzoeksgebied beperkt zich tot natuurwetenschappen,
leesvaardigheid en wiskundige geletterdheid.
Wiskundige geletterdheid: de vaardigheid om, met behulp van wiskundige kennis, vraagstukken in
een realistische context te benaderen en op te lossen.
Samenvattend: Nederlandse 15-jarigen behoren tot de top van de wereld wanneer het gaat om
wiskunde. Het lijkt erop dat Nederland deze hoge score echter niet weet vast te houden. Vergelijking
met andere landen laat zien dat leerlingen uit diverse Oost-Aziatische landen beter presteren dan
Nederlandse leerlingen. Leerlingen uit Vlaanderen doen het al jaren beter dan Nederlandse kinderen.
PPON – rekenonderwijs op peil?
PPON: Periodiek Peilingsonderzoek van het Onderwijsniveau in Nederland. Peilingsonderzoeken
moeten inzicht geven in het leeraanbod en de leeropbrengsten van het basisonderwijs. De resultaten
worden gepubliceerd in balansrapporten. Ze maken het mogelijk om de opbrengst van verschillende
deelvaardigheden van het rekenonderwijs in kaart te brengen.
Conclusie 20 jaar PPON: er is weinig of geen ontwikkeling over de laatste 20 jaar, niet in positief en
niet in negatief opzicht voor het kennis- en vaardigheidsniveau van de leerlingen.
Uitzondering: het domein rekenen-wiskunde -> negatieve trend bij de bewerkingsopgaven en
positieve trend bij basale vaardigheden en procenten.
Samenvattend: er is sprake van een discrepantie tussen wat deskundigen verwachten van leerlingen
aan het einde van de basisschool en de rekenvaardigheid die leerlingen uiteindelijk aan de dag
leggen. De prestaties op het gebied van meten zijn teleurstellend en het onderdeel bewerkingen is
beduidend minder goed geworden.
De staat van het onderwijs
De onderwijsinspectie doet jaarlijks verslag van de staat van het onderwijs. Wanneer we de
onderwijsverslagen van de afgelopen jaren naast elkaar leggen, zien we dat de zorgen van de
inspectie met betrekking tot de opbrengst van het rekenonderwijs steeds krachtiger onder woorden
worden gebracht.
Bassischolen hebben meestal wel een goede kijk op de mogelijkheden van hun leerlingen. Dat is te
verklaren door het feit dat leerkrachten hun leerlingen dagelijks zien. Het voortgezet onderwijs kent
echter geen eenduidig systeem van genormeerde toetsen om de ontwikkeling van leerlingen op taal
en rekenen te volgen en de leerlingen hebben te maken met verschillende docenten.
Basisscholen krijgen het advies om de tijd na de cito eindtoets beter te benutten door gerichter te
werken aan de overgang naar het voortgezet onderwijs -> de overgang van basisonderwijs naar
voortgezet onderwijs behoeft verbetering. Met name de goede aansluiting van onderwijsinhoud en
van de pedagogisch-didactische aanpak blijft een weerbarstig probleem. Een grote groep leerlingen
kan aan het begin van het voortgezet onderwijs onvoldoende rekenen en lezen.
Kenmerk goede zorg en begeleiding: dat kinderen voldoende tijd krijgen om zich bepaalde zaken
eigen te maken. Risicoleerlingen hebben meer tijd nodig waarin zij extra instructie krijgen of er meer
met ze wordt geoefend.
Remedial teaching: leerlingen worden uit de klas gehaald om individueel of in een klein groepje extra
hulp te krijgen.
,De veranderingen in de rekenprestaties gaan samen met de invoering van realistische reken-
wiskundemethoden. Er is vrijwel geen basisschool meer die nog een mechanistische methode
gebruik.
Aspecten die een rol spelen bij het aanmerken of een school rekensterk dan wel rekenzwak is
hebben te maken met kwaliteitszorg, didactisch handelen, leerlingenzorg en geplande onderwijstijd.
Waar het de leerlingenzorg betreft, wordt gemeld dat op het overgrote deel van de scholen
rekenproblemen bij leerlingen wel gesignaleerd worden.
Expertgroep
Om beter zicht te krijgen op de problematiek stelden de minister en staatssecretarissen een
expertgroep in. Opdracht expertgroep doorlopende leerlijnen taal en rekenen: advies geven over wat
leerlingen nu precies van taal en rekenen moeten kennen en kunnen.
Conclusie expertgroep: over een groot aantal jaren, en de laatste jaren zelfs versneld, treedt een
daling op van de leesvaardigheid en rekenvaardigheid bij leerlingen in de leerplichtige leeftijd.
1.2 Discussie over de effectiviteit van realistisch reken-wiskundeonderwijs
Handige trucjes
Voornaamste kritiek Van der Craats: het gebrek aan systematisch opgebouwd oefenmateriaal en het
gebruik van verschillende methodes.
Kern kritiek: dat universele rekenprincipes in de realistische rekendidactiek hebben plaatsgemaakt
voor handige trucjes die sterk afhankelijk zijn van het type som.
Realistische didactiek: gaat er vanuit dat een leerling een som eerst moet begrijpen voordat hij
ermee kan oefenen.
Van der Craats en anderen: een leerling moet een sommetje eerst honderd keer uitvoeren en er
vertrouwd mee raken. Daarna kan hij er desgewenst over nadenken waarom het eigenlijk zo werkt.
Interne structuur van de wiskunde
Volgen Opmeer wordt te weinig aandacht besteed aan standaardprocedures en de interne structuur
van de wiskunde. Daarnaast heeft hij kritiek op de vele contextopgaven die veel algemene kennis en
veel minder wiskundige kennis veronderstellen bij kinderen. Gevolg: dat de realistische didactiek
vooral geschikt is voor wat hij noemt de blanke middenklasse en veel minder voor zwakke of juist
betere rekenaars.
Nascholing en methoden
Treffers: stond aan de wieg van het realistische rekenen. De discussie over de realistische didactiek
vindt hij weinig zinvol. Het is volgens hem beter om aandacht te besteden aan nascholing op
rekenen-wiskunde en het verder verbeteren van de methoden.
Kolomsgewijs rekenen
Van Uittenbogaard: hoofdrekenen was vroeger uit je hoofd rekenen, maar hoofdrekenen in de
realistische didactiek is vooral met je hoofd rekenen. Het cijferen dat we vroeger leerden onder het
motto vlug, foutloos voor later heeft zijn betekenis verloren (niet meer nodig). Hij pleit ervoor om het
reken-wiskundeonderwijs te beperken tot het handig rekenen en kolomsgewijs rekenen en
kolomsgewijs rekenen niet te gebruiken als opstap naar traditionele cijferalgoritmen.
Onderzoek
De discussie over wat goed rekenonderwijs is maakt duidelijk dat er nog onvoldoende onderzoek is
gedaan naar de effectiviteit van (realistisch) reken-wiskundeonderwijs. Ook roept de discussie de
vraag op of de implementatie van de realistische didactiek wel voldoende aandacht heeft gehad.
, 1.3 Effectief rekenonderwijs
Evidence based rekenonderwijs
Evidence based onderwijs: leerkrachten werken met methoden en aanpakken die gebaseerd zijn op
wetenschappelijk bewijs, aanpakken waarvan is aangetoond dat ze werken.
Onderwijsraad: hoogste adviesorgaan van het Ministerie van Onderwijs. Pleit ervoor onderwijs te
geven waarvan wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het werkt.
Concreet: een enthousiast verhaal van enkele gebruikers over een methode biedt onvoldoende basis
om een methode in te voeren. Het uittesten van een bepaalde rekenaanpak bij een klein groepje
leerlingen is eveneens te mager bewijs voor het doen van grote uitspraken.
Schoolbrede aanpak
Wanneer een team aan de slag gaat om de kwaliteit van het rekenonderwijs te versterken is het
belangrijk dat alle teamleden daarbij worden ingeschakeld.
Bij schoolontwikkeling is aandacht voor de rol van de leerkracht belangrijk. Per slot van rekening is
het de leerkracht die de leerlingen kent, hen dagelijks dingen uitlegt en weet wat elke individuele
leerling nodig heeft.
Daarnaast is de rol van de schoolleider belangrijk. Hij is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van
het rekenonderwijs op hun school.
Goede schoolleiders: onderwijskundige leiders -> zij kennen prioriteit toe aan de basisvaardigheden
omdat ze zich bewust zijn van de grote belangen die daarmee gemoeid zijn, de toekomst van
kinderen is in het geding.
Intern begeleider: coördineert de leerlingenzorg binnen de school. Hij begeleidt groepsleerkrachten
en heeft als kerntaak om de draagkracht van leerkrachten te vergroten.
Uitgangspunten voor kwaliteitsversterking reken-wiskundeonderwijs: om te komen tot een
duurzame kwaliteitsversterking van het rekenonderwijs moet een school kiezen voor een aanpak die
aan de volgende twee uitgangspunten voldoet:
- Evidence based rekenonderwijs: werk met methoden en volgens aanpakken waarvan
wetenschappelijk onderzoek heeft bewezen dat ze effectief zijn.
- Schoolbrede aanpak: kwaliteitsversterking van het rekenonderwijs is alleen effectief wanneer
het hele team erbij wordt betrokken. Een speciale rol bij schoolontwikkeling is weggelegd
voor de leerkracht, schoolleider en interne begeleider.
Dimensies van effectief rekenonderwijs
Kenmerken effectief rekenonderwijs:
- Doelgericht rekenonderwijs en hoge verwachtingen: hoge verwachtingen ten aanzien van de
mogelijkheden van leerlingen en het stellen van hoge, realistische doelen zijn cruciaal voor
het leren van leerlingen.
Pygmalion-effect: verwachtingen van leerkrachten kunnen het gedrag van leerlingen
zodanig beïnvloeden dat deze uiteindelijk werkelijkheid worden.
- Voldoende tijd besteden aan rekenonderwijs: men dient terughoudend te zijn in het verlagen
van de doelen voor risicoleerlingen -> kan ertoe leiden dat een leerling uit groep 6 de
groepsinstructie niet meer kan volgen omdat hij in een eerder stadium essentiële onderdelen
niet heeft gehad of nog niet beheerst.
- Extra tijd voor zwakke rekenaars
- Effectieve rekeninstructie
- Effectief omgaan met verschillen
- Een goede rekenstart: kinderen die veel uitgedaagd worden door hun ouders hebben een
betere rekenstart dan kinderen die dat niet worden.
- Monitoren van het rekenonderwijs
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ERitsma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.