Recht | HS. 2
Overeenkomsten: verbintenissenrecht: ook wel: obligatoire of verbintenis scheppende
overeenkomst: er wordt een afspraak gemaakt die moet worden nagekomen.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.
Schenkingsovereenkomst: wil van ontvanger én gever belangrijk (recht en plicht)
Is een eenzijdige overeenkomst: komt van één kant, geen verplichtingen aan kant van ontvanger
Bij een overeenkomst een
- Aanbod (wil + verklaring)
- Aanvaarding (wil + verklaring)
Verklaring om duidelijk de motivatie aan te geven van je keuze
Uitnodiging tot het doen van een aanbod: er is geen overeenkomst als men slechts uitnodigt,
bijvoorbeeld bij ‘prijs n.o.t.k.’.
Wilsverklaringen: ik ga iets kopen, dat wil ik, dit moet ik kenbaar maken, vervolgens moet de
wederpartij dit ook willen, en dat verklaren, en dan is het een overeenkomst.
Maar soms levert dit ook problemen op:
- Bij een wilsdefect: wat ik verklaard heb, wilde ik eigenlijk niet, en hoewel jij dacht dat ik het
wél wilde, kan er geen overeenkomst ontstaan.
>> discrepantie tussen wil en verklaring: een verklaring niet overeenkomstig je wil is
ongeldig, en dus is er geen overeenkomst tot stand gekomen
- Bij een wilsgebrek: de verklaring komt wel overeen met de wil, maar is gebrekkig tot stand
gekomen: dit is het geval bij
1. Dwaling: koper was bij overeenkomst niet op de hoogte van werkelijke situatie,
bijvoorbeeld als er onterecht niet is ingelicht, als er verkeerd is ingelicht, als de
wederpartij net als de dwalende niet beter wist
2. Bedrog: opzettelijk onjuiste informatie geven, of opzettelijk daar vanaf zien (voordeel: als
je het bedrog kan aantonen, krijg je altijd de schade terug.)
3. Bedreiging: voorbeeld van ‘je geld of je leven’
4. Misbruik van omstandigheden: bijvoorbeeld in een abnormale geestestoestand
Maar: al zijn wil en verklaring overeen met elkaar, en er dus geen wilsdefect is, maar ook zelfs geen
wilsgebrek, dan nog kan een overeenkomst verklaard worden. Dit is het geval wanneer deze in strijd
in met de goede zeden of de openbare orde. Als deze in strijd is met de wet, wordt deze eveneens
nietig verklaard.
Rechtsfeit: juridisch relevante feiten, een bepaald rechtsgevolg wordt aan een feit verbonden.
(Voorbeeld: een greep uit de kassa is een rechtsfeit, want het gevolg is ontslag op staande voet). Of
iets een rechtsfeit is, hangt af van de omstandigheden. (Voorbeeld: slapende arts met nachtdienst)
De rechtshandeling = een rechtsfeit, maar wel met een gewild rechtsgevolg. De wil staat dus centraal
hierbij, het zijn dus meerzijdige rechtshandelingen. Maar, er zijn ook eenzijdige: het testament.