Boek week 1
Een uitgave leidt tot een verandering in de liquide middelen.
Een auto is bijvoorbeeld wel een uitgave, maar geen kostenpost voor de onderneming. De jaarlijkse
waardeverminderingen van de auto zijn kosten voor de onderneming, maar geen uitgaven.
De balans is een momentopname van de financiële positie van een bepaalde op onderneming op een
bepaald moment. Dat moment is meestal 31 december. De hoofdindeling van de balans staat
vermeld in artikel 2:364 BW. De winst- en verliesrekening daarentegen geeft de financiële positie van
een bepaalde onderneming over een bepaalde periode weer (2:377 BW). Het verschil tussen de
credit- en de debetzijde is het resultaat, de winst.
Credit omhoog? Aan ervoor
Debet naar beneden? Aan ervoor
Fiscale winstbepaling van een eenmanszaak
Artikel 3.2 IB -> belastbare winst uit onderneming
De ondernemer is een natuurlijke persoon die winst geniet. De ondernemer kan alleen dan winst
genieten indien sprake is van een onderneming.
Onderneming: een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee wordt deelgenomen aan
het economische verkeer met het oogmerk om winst te behalen en waarbij de winst ook redelijkerwijs
te verwachten is.
- Objectieve criteria
Winst
Totaalwinst- gedurende het gehele bestaan van de onderneming (3.8 IB)
Jaarwinst – jaarlijkse heffing van inkomstenbelasting (3.25 IB)
De jaarwinst kan op twee manieren worden berekend. Beide berekeningen leiden tot hetzelfde
resultaat:
1. Opbrengsten verminderd met kosten is jaarwinst;
2. Fiscaal eindvermogen (jaar x) min fiscaal beginvermogen (jaar x) pluk privé-onttrekkingen
min privéstortingen (in jaar x) is jaarwinst.
De winst wordt bepaald volgens het uitgangspunt van goed koopmansgebruik. Goed
koopmansgebruik is een dynamisch begrip, het is aan verandering onderhevig omdat het begrip zich
aanpast aan gewijzigde inzichten die in de loop der tijd zijn ontstaan.
“de boekhouding op een algemeen geaccepteerde manier voeren”.
Bestendige gedragslijn: een eenmaal gekozen methode moet de jaren daarna gevolgd worden. Alleen
indien goed koopmansgebruik dat rechtvaardigt, mag van winstberekeningsmethode worden
gewisseld. Het behalen van een eenmalig belastingvoordeel is geen rechtvaardigingsgrond voor het
wisselen van winstberekeningsmethode.
Belangrijke beginselen van goed koopmansgebruik:
1
, - Realiteitsbeginsel: opbrengsten en kosten moeten zo goed mogelijk worden toegerekend aan
de jaren waarop ze betrekking hebben
- Voorzichtigheidsbeginsel: kosten nemen wanneer zij in het vooruitzicht zijn en opbrengsten
pas tot uitdrukking brengen bij het bepalen van de winst wanneer het zo goed als zeker is dat
deze opbrengst is bepaald.
- Eenvoudigheidsbeginsel: van een kleine onderneming hoeft, voor de toerekening van kosten
en opbrengsten aan de jaren, niet verwacht te worden dat de ondernemer uiterst
ingewikkelde berekeningen maakt.
Privéstortingen en privéonttrekkingen
Een eenmanszaak heeft geen afgescheiden vermogen.
Om te beoordelen of de gebeurtenissen zijn toe te rekenen aan de ondernemingssfeer of aan de
niet-ondernemingssfeer zijn de causaliteit (hebben de voordelen en/of de nadelen een rechtstreeks
verband met de ondernemingsactiviteiten) en de finaliteit (het doel van de handeling) van belang.
De fiscus mag niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten. Het is aan de ondernemer te bepalen
welke kosten hij als ondernemer noodzakelijk acht. Dat is echter anders als er een zodanige
wanverhouding bestaat tussen een uitgave en het nut daarvan dat geen weldenkende ondernemer
vol kan houden dat deze is gedaan in het zakelijke belang van de onderneming (Cessna-arrest).
Vanuit privé geld in de onderneming – storting
Privéuitgaven ten laste van de zakelijke rekening – onttrekkingen
Het gaat om de sfeer waarin de uitgaven worden gedaan.
Beginsel van balanscontinuïteit: eindbalans moet gelijk zijn aan beginbalans.
Door dit beginsel wordt bereikt dat geen deel van de winst onbelast blijft dan wel dat een deel van
de totale winst twee keer in de heffing wordt betrokken.
Foutenleer
De foutenleer heeft betrekking op rechtens onjuiste balanswaarderingen op de fiscale balans, die
gevolgen hebben voor meerdere boekjaren. De onjuistheid komt vast te staan nadat het
eindvermogen van het vorige boekjaar onherroepelijk is vast komen te staan. Deze fout kan dan niet
meer worden gecorrigeerd door middel van een aanslag, een navordering of het instellen van
bezwaar of beroep. Bijvoorbeeld indien een ondernemer een fout ontdekt in de waardering van een
balanspost heeft dit gevolgen voor de balanscontinuïteit.
De ontdekte fout moet gecorrigeerd worden. Bij de correctie van deze fouten wordt allereerst de
beginbalans gewijzigd van het oudste jaar waarover de aanslag nog moet worden vastgesteld. Om te
2
, verhinderen dat het verschil tussen deze beginbalans en de eindbalans van het voorafgaande jaar
aan de belastingheffing zou ontsnappen, moeten de aanslagen van het vorige jaar worden verbeterd.
De fout wordt dus hersteld in het jaar waarin de fout de winst heeft beïnvloed.
Is de aanslag van het betreffende jaar waarin de fout is gemaakt door de belastingdienst al definitief
opgelegd en is de navorderingstermijn verstreken dan wel indien de inspecteur ambtshalve
vermindering weigert, dan wordt de fout hersteld in het oudste nog openstaande boekjaar.
Zakelijke kosten
Zakelijke kosten zijn kosten die nodig zijn voor de uitoefening van de onderneming of rechtstreeks
betrekking hebben op de onderneming dan wel uit zakelijke overwegingen zijn gedaan. Hebben de
kosten geen zakelijk karakter, dan kunnen zij niet ten laste van de winst worden gebracht.
Objectieve vrijstellingen
In artikel 3.11 tot en met 3.13 IB zijn objectieve vrijstellingen opgenomen. In deze gevallen zijn
bepaalde voordelen vrijgesteld van belastingheffing. Voordelen zijn onbelast en nadelen zijn niet
aftrekbaar.
Van aftrek uitgesloten en in aftrek beperkte kosten
In de artikelen 3.14 tot en met 3.17 IB staan de van aftrek uitgesloten algemene kosten, in aftrek
beperkte algemene kosten, de van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtige
en de in aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige.
Nadat eerst is vastgesteld of een uitgave een (overheersend) zakelijk karakter dan wel een
privékarakter heeft, moet vervolgens worden bepaald of de bepaalde uitgave fiscaal geaccepteerd is.
Bij artikel 3.15 IB geldt een drempelbedrag van € 4.500. Alles wat daarboven zit is wel aftrekbaar.
Tevens kun je op grond van lid 5 ervoor kiezen om de kosten genoemd in het eerste lid onder
onderdeel a tot en met c voor 80% in aftrek te nemen. 20% is dan niet aftrekbaar.
Je moet kijken wat het voordeligste is.
Artikel 3.20 IB -> bijtelling privégebruik auto (auto is als ondernemingsvermogen geëtiketteerd)
Artikel 3.17 IB -> auto is als privévermogen geëtiketteerd
Gevolgen voor de BTW bij privégebruik zakelijke auto
Wordt als een fictieve dienst belast naar het werkelijke privégebruik van de auto. Woon-werkverkeer
wordt gezien als privégebruik.
De BTW moet bij privégebruik gecorrigeerd worden.
Er zijn twee manieren om de voorbelasting te corrigeren:
1. Op basis van het werkelijke privégebruik;
2. Op basis van een forfaitair percentage
Ter bepaling van het werkelijke privégebruik moet de ondernemer een sluitende
kilometeradministratie voeren. Aan de hand van de kilometeradministratie wordt vervolgens de
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merelcolle. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.