Verpleegkunde
Week 1
Expertisegebied wijkverpleegkundige
De competenties van de wijkverpleegkundige
Een wijkverpleegkundige is eerst en vooral een verpleegkundige en beschikt dan ook over
alle competenties van de verpleegkundige, zoals die worden beschreven in het
Beroepsprofiel verpleegkundige.
De zorgverlener
Aanvullende kennis wijkverpleegkundige:
- Weet hoe gezondheid wordt bepaald en welke factoren daarop van invloed en
beïnvloedbaar zijn
Aanvullende vaardigheden en attitude wijkverpleegkundige:
- Is in staat om te signaleren, (her)indiceren, verwijzen, bemiddelen, coördineren en
evalueren van de zorg- en dienstverlening met de zorgvrager en mantelzorger
- Is in staat breder te kijken dan de oorspronkelijke hulpvraag
- Is in staat (medisch technische) zorg te verlenen in de woning van de zorgvrager in
complexe, niet stabiele situaties aan mensen met één of meer chronische
aandoeningen of handicaps en aan mensen in de terminale fase. Adviseert en
instrueert de zorgvrager en mantelzorger
- Is in staat de afweging te maken tussen zorg voor ziekte en bevorderen van gezond
gedrag, met accent op wat cliënt nog wel kan
- Is in staat de draaglast en draagkracht van de mantelzorger in te schatten, de
zelfredzaamheid van cliënt en mantelzorger te stimuleren
- Is in staat zorgmijders en minder mondige burgers met (dreigende)
gezondheidsproblemen op te sporen in samenwerking met het multidisciplinaire
samenwerkingsverband of andere hulpverleners welzijn, GGZ en GGD,
buurtregisseurs, buurthuizen en opvangcentra (outreachend werken)
- Is in staat privacy, autonomie, waarden, normen en cultuurgebonden gebruiken van
mensen in hun eigen leefomgeving en sociale context te respecteren en de zorg- en
dienstverlening hierop af te stemmen
- Is in staat de financiële grenzen van de zorguitvoering en dienstverlening te bewaken
en met de zorgvrager en zijn sociale systeem te bespreken
- Heeft lef, is creatief en flexibel en kan inspelen op uiteenlopende cliënten en situaties
De communicator
Aanvullende vaardigheden en attitude wijkverpleegkundige:
- Is in staat de dialoog te voeren met zorgvrager en zijn sociale systeem, met specifieke
aandacht voor de draagkracht en draaglast van de mantelzorger. Schat in welke
informatiebehoefte en begripsvermogen de zorgvrager en zijn sociale systeem
hebben
, - Communiceert effectief met gemeenten over verbeteringen op het gebied van
wonen, zorg en welzijn
- Is in staat om te gaan met zorg op afstand, E-health, internet en mobiele telefonie
- Is in staat vragen uit de wijk te beantwoorden of zorgvragers te verwijzen
- Is in staat om de informatie die de cliënt zelf heeft gevonden te beoordelen en de
cliënt te begeleiden in het gebruik
De samenwerker
Aanvullende kennis wijkverpleegkundige:
- Is op de hoogte van de sociale kaart van de wijk/buurt, dorp/stad en regio en
informeert zorgvrager en sociale systeem over de mogelijkheden
Aanvullende vaardigheden en attitude wijkverpleegkundige:
- Is in staat een netwerk op te bouwen en te onderhouden in de wijk
- Is in staat initiatief te nemen tot multidisciplinair samenwerken van professionals
zorg en welzijn, gemeente en wooncorporaties en dit te coördineren, regisseren en
te bevorderen
- Is in staat haar eigen functie/meerwaarde te benoemen in relatie met
samenwerkingspartners en cliënten
- Is in staat zichzelf binnen de wijk te profileren bij cliënten, zorgverleners en andere
relevante instanties
De reflectieve beroepsbeoefenaar en praktijkonderzoeker
Aanvullende vaardigheden en attitude wijkverpleegkundige:
- Is in staat duidelijke grenzen aan te geven: wat is de verantwoordelijkheid van de
cliënt en wanneer moet er professioneel worden ingegrepen?
- Is in staat een monitor en/of wijkanalyse om te zetten in een passende aanpak
gericht op preventie en oplossen van gezondheidsproblemen
De gezondheidsbevorderaar
Aanvullende kennis wijkverpleegkundige:
- Is op de hoogte van de demografische samenstelling van de wijk, het voorkomen van
ziektes en kwetsbare doelgroepen
- Heeft kennis van het bevorderen van een gezonde leefomgeving, zowel binnen als
buiten de woning
Aanvullende vaardigheden en attitude wijkverpleegkundige:
- Is in staat problemen vroegtijdig te onderekennen om zo in een vroeg stadium te
kunnen ingrijpen
- Is vanuit haar maatschappelijke functie in staat verbeterpunten op het gebied van
zorg en welzijn te signaleren, analyseren en initiatief te nemen om verbetering aan te
brengen ten behoeve van de gemeenschap en het individu
- Is in staat mee te bouwen aan zorgstructuren die specifiek gericht zijn op de
behoeftes van wijkbewoners
- Kan activiteiten voor doelgroepen in de wijk opzetten en uitvoeren die gericht zijn op
het bevorderen van gezondheid
, De organisator
Aanvullende kennis wijkverpleegkundige:
- Heeft kennis van maatschappelijke wet- en regelgeving: o.a. schuldhulpverlening,
hulpmiddelen/aanpassingen, AWBZ, WMO en Zvw
- Is op de hoogte van financiering van zorg- en welzijnsdiensten en kan een kosten-
batenanalyse maken met betrekking tot zorg- en dienstverlening
Aanvullende vaardigheden en attitude wijkverpleegkundige:
- Is in staat zorg te dragen voor de veiligheid van de zorgvrager en zijn sociale systeem
in relatie tot de specifieke zorgaspecten, draagt zorg voor continuïteit bij afwezigheid
en calamiteitenzorg
- Is in staat organisatiebelangen en belangen van de zorgvrager af te wegen en
knelpunten te bespreken in de eigen organisatie
- Heeft zicht op de expertise van haar team en weet hoe ze de vaardigheden van haar
teamgenoten optimaal kan benutten, neemt hiervoor de verantwoordelijkheid en
toont leiderschap
De professional en kwaliteitsbevorderaar
Deze kennis, vaardigheden en attitude komen overeen met die van een verpleegkundige.
Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de
eigen omgeving
Normen
Er zijn zes normen beschreven die gelden voor de extramurale verpleegkundige
indicatiestelling en organisatie van zorg.
Norm 1: Indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van professionele
autonomie
Professionele autonomie wil zeggen dat de verpleegkundige zich bij de indicatiestelling en
organisatie van zorg laat leiden door haar professionele inzichten in relatie tot het belang
van de cliënt.
Norm 2: Indiceren en organiseren van zorg wordt gedaan door een bachelor of master
opgeleide verpleegkundige
Indicatiestelling en zorgtoewijzing wordt gedaan door:
- De verpleegkundig specialist (artikel 14, wet BIG, hbo-master)
- De verpleegkundige (artikel 3, wet BIG, hbo-bachelor)
Norm 3: Indiceren en organiseren van zorg is gericht op het versterken van eigen regie en
zelfredzaamheid van cliënten en het cliëntsysteem
Versterking van eigen regie en zelfredzaamheid is een voorwaarde voor kwaliteit van leven.
Wijkverpleegkundigen geven aan dat bij het versterken van eigen regie en zelfredzaamheid
de volgende vragen centraal staan:
- Wat wilt u, wat zijn uw persoonlijke doelen?
, - Welke problemen heeft u daarbij?
- Hoe komt dat en wat kunt u zelf doen?
- Wat kan de mantelzorg/familie/sociale steunsysteem doen?
- Wat kan de (wijk)verpleegkundige doen?
Norm 4: Besluitvorming rond indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van het
verpleegkundig proces
In de nieuwe situatie gaat het niet meer om een eenmalige inschatting van de zorgbehoefte
door een onafhankelijke instantie (CIZ) maar om de integratie van indicatie en organisatie
van zorg in het verpleegkundig proces dat dynamisch van karakter is. Via vraagverheldering
wordt duidelijk welke vragen er spelen en hoe vragen onderling met elkaar samenhangen.
Norm 5: De verslaglegging voldoet aan de V&VN richtlijn voor verslaglegging
In de richtlijn wordt het doel van de verslaglegging, de onderdelen van de verslaglegging, de
verslaglegging zelf, rechten en plichten van cliënten en hulpverleners beschreven. De
richtlijn is van toepassing op papieren en elektronische dossiers. In het individueel zorgplaan
staat in ieder geval informatie over aard, omvang, duur en doelen van de zorg, inclusief het
gewenste resultaat.
Norm 6: De verpleegkundige overdracht voldoet aan de V&VN standaard voor overdracht
van zorg
Een goede overdracht is van groot belang voor continuïteit van zorg tussen alle
zorgdomeinen. Er zijn afspraken gemaakt over inhoud (welke zorggegevens worden
vastgelegd) en informatie-uitwisseling (hoe worden gegevens vastgelegd- op
terminologieniveau).
Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid
De CanMEDS-rollen
Een competentie is een bekwaamheid en bevat zowel kennis-, vaardigheids- als
houdingsaspecten. Voor de verpleegkundige zijn de volgende competentiegebieden
benoemd met bijbehorende rollen:
- Vakinhoudelijk handelen zorgverlener
- Communicatie communicator
- Samenwerking samenwerkingspartner
- Kennis en wetenschap reflectieve professional
- Maatschappelijk handelen gezondheidsbevorderaar
- Organisatie organisator
- Professionaliteit en kwaliteit professional en kwaliteitsbevorderaar
Het handelen van de verpleegkundige maatschappij en gezondheid is primair gericht op het
versterken van het zelfmanagement van de cliënt. Het uitgangspunt daarbij is dat de
kwaliteit van leven van mensen hoger is naarmate zij beter in staat zijn de regie over hun
eigen leven te behouden. Twee fundamentele aspecten van adequaat professioneel
handelen zijn de dialoog en het verpleegkundig redeneren. De relatie tussen de cliënt en de
verpleegkundige is het belangrijkste onderdeel van het verpleegkundig handelen. Een
dialoog is een gesprek of ontmoeting tussen twee of meer personen. Verpleegkundig
redeneren is een op het domein van de verpleegkundige maatschappij en gezondheid