Sensorische functies pijn
Zorgthema 2
De sensorische functies zijn er om allerlei prikkels in de omgeving te registeren. Deze prikkels gaan indien sterk
genoeg naar het zenuwstelsel, waar ze verwerkt worden en betekenis krijgen.
De volgende organen zijn betrokken bij de sensorische functies: oren, ogen, tong, neus, huid, spieren, pezen,
gewrichten, vliezen, botvlies, interne organen, buikvlies en longvliezen
Het sensorische, neurologische en motorische systeem functioneert eigenlijk als een geheel: van prikkeling
naar verwerking tot spier- of klierreacties. Bij uitval of verstoorde zintuigfuncties kan die persoon dus ook niet
meer waarnemen.
1 klinische aandachtspunten
1 sensorische functies
Het zenuwstelsel krijgt continue informatie via de zintuigen. Zintuigelijke, neurologische en motorische
systemen zijn volkomen afhankelijk van elkaar en vormen eigenlijk een integraal functioneren.
Prikkeling verwerking reactie
Functie: het waarnemen van externe en interne prikkels, waarop het lichaam adequaat kan inspelen.
Zintuigen zijn de organen voor onze waarneming. Zintuigen bevatten gespecialiseerde cellen (sensoren), die
impulsen in zenuwcellen opwekken. Deze signalen worden pas in de hersenen waargenomen (perceptie).
Exterosensoren: is de groep die reageert op licht, druk, geluidsgolven, chemische stoffen, enzovoort uit de
buitenwereld
Propriosensoren: deze groep houd zich bezig met de positie van het lichaam ten opzichte van de omgeving
monitort.
Interosensoren: is de groep die zich bezighoudt met het meten van de bloedruk in de bloedvaten, de vulling
van de maag, de temperatuur van het bloed, de glucosespiegel, enzovoort. Deze sensoren bevinden zich in alle
organen. Een groot deel van deze info gaat naar het autonome zenuwstelsel en leidt meestal tot
bewustwording. Af en toe leiden de impulsen van een lege maag, volle blaas, enzovoort wel tot bewustzijn,
zodat er gereageerd kan worden.
Visus, oog (zien)
Gezichtsvermogen is het vermogen om objecten waar licht op valt waar te nemen. Gezichtsvermogen staat
voor het voldoende scherp zien, vanuit de ooghoek kunnen zien, kleuren waarnemen, diepte kunnen zien, ogen
in alle richtingen bewegen en afbeeldingen op het netvlies te kunnen projecteren en om goed te
accommoderen. Visus behoort tot informatie van de proprioceptie.
Gehoor, oor (horen)
Gehoorzin is het vermogen om geluiden waar te nemen. De functie van het gehoor is het lokaliseren van
geluidsbronnen en het herkennen van geluiden. Het gehoor is belangrijk voor het communiceren en het
onderhouden van sociale contacten.
Horen onder water gaat via botgeleiding. Horen boven water gaat via de gehoorgang en gehoorbeentjes.
, Vestibulair, evenwichtsorgaan (positie)
Evenwichtszin is het vermogen om versnelling, vertraging en draaiing van het hoofd waar te nemen en tevens
om de drie dimensionale positie van het hoofd bij het bewegen te bepalen.
Smaak, tong (proeven)
Smaak is het vermogen om bepaalde chemische samenstellingen als smaken waar te nemen. Achter in de
mondholte en op de tong liggen de smaakreceptoren. Deze kunnen chemische samenstellingen omzetten in
prikkels, die via de hersenzenuwen naar het brein gaan. De reukzin speelt ook een belangrijke rol in de
smaaksensatie.
Reuk, neus (ruiken)
Reukzin is het vermogen om stoffen in de lucht waar te nemen. Het orgaan bevindt zich in de neusholte. De
primaire functie van de reukzin is het voorkomen van het innemen van bedorven voedsel. Mensen hebben
geheugen voor geuren.
Tast, huid (voelen)
De tastzin is het vermogen om aanraking of druk waar te nemen of te voelen. De tastzin bevindt zich in de huid.
Gespecialiseerde zintuigcellen en zenuwuiteinden vlak onder de huid sturen de signalen over de sensatie naar
de hersenen. De term voelen wordt overigens ook gebruikt bij het waarnemen van temperatuur en pijn
(thermoceptie en nociceptie). Warmte, koude- en pijngevoel hebben alle drie hun eigen gespecialiseerde
receptoren.
Propriocepsis
Zintuigen in spieren, pezen, gewrichten en vliezen registreren prikkels die ervoor zorgen dat de positie van het
eigenlichaam en de lichaamsdelen waargenomen wordt.
Voorbeelden van functiestoornissen met betrekking tot sensorische functies
- Visusklachten: netvliesloslating, migraine, CVA, bloeding in en om het oog
- Gehoorstoornis: Langdurige blootstelling harde geluiden, hoofdletsel, meningitis, tumor
- Smaakstoornis: Ouderdom, infectie, ontsteking of beschadiging van de tong
- Reukstoornis: beschadiging reukepitheel, virale luchtinfectie, toxisch door medicatie
- Evenwichtsstoornis: commotio cerebri, ziekte van meniere, toxische vestibulopathie
- Hemi-anesthesie: CVA of ernstig letsel van de sensibele schors
- Neuropathie: pijzin neemt af: alcohol, DM, MS, CVA, vitaminetekort, aids
- Paresthesie: lichte aanraking wordt als pijnlijk ervaren, intoxicatie, DM, MS, CVA
Voorbeelden van waarnemingsstoornissen waarbij probleem in de hersenen zit
- Hemianopsie: Hierbij gaat het om een probleem dat is de visuele schors ligt. Men mist helft van het
gezichtsveld, oorzaak: CVA, of ernstig letsel optische schors
- Visuele agnosie: problemen bij het herkennen van wat de ogen zien, stoornis in het interpreteren.
- Cerebrale Visuele Stoornis: beschadiging van het zenuwstelsel
2. Pijn
Pijn is een zelfstandige zintuigfunctie, en geeft een pijnsensatie. Propriosensoren worden boven een bepaalde
belasting als pijnlijk ervaren, zoals een te warm bad of een te hard geluid. De pijn dwingt ons om het aan te
passen.
Functie: het waarnemen van prikkels van extreme en schadelijke prikkels, waarop het lichaam adequaat kan
inspelen
Nociceptie
Naast de zintuigcellen, die bij overprikkeling een pijnsensatie voortbrengen, zijn er ook echte pijnsensoren.
Vooral het deel van het lichaam dat contact heeft met de buitenwereld is rijkelijk voorzien. Bijna alle weefsel
zijn voorzien van pijnsensoren, behalve het zenuwweefsel.