Samenvatting van het boek 'Algemene Economie en Bedrijfsomgeving' van A.J. Marijs. De samenvatting is geschreven ten behoeve van het vak OE154 Finance binnen de opleiding Business Studies, afstudeerrichting Marketing. De samenvatting bevat de leerstof voor het tentamen.
1. Macro-economisch risico
Hoofdstuk 21. Internationale economische ontwikkelingen
De wereldeconomie in beeld
Feiten en cijfers
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) onderscheidt drie categorieën landen:
- De ontwikkelde industrielanden (advanced economies)
- De opkomende industrielanden (emerging markets)
- De ontwikkelingslanden (developing countries)
De ontwikkelde industrielanden domineren de wereldeconomie. Deze landen nemen
ruim de helft van de wereldproductie en 2/3 van de wereldhandel voor hun rekening.
Slechts 15% van de wereldbevolking leeft in deze landen.
Het belang van de Aziatische regio in de wereldeconomie neemt snel toe. Als de
huidige economische ontwikkelingen in de toekomst doorzetten, mogen we
verwachten dat over enkele decennia China de Verenigde Staten zal aflossen als
grootste economie ter wereld.
Opkomst nieuwe industrielanden in Azië
We kunnen twee generaties ‘emerging markets’ in Azië onderscheiden.
Eerste generatie/nieuwe industrielanden:
- Hongkong, Singapore, Taiwan en Zuid-Korea
Tweede generatie/opkomende industrielanden:
- Maleisië, Indonesië, Thailand, de Filippijnen, Vietnam, China en India
Het economische succes van Oost-Azië kan niet alleen worden verklaard uit de lage
lonen. Drie belangrijke oorzaken:
- Onderwijsbeleid is gericht op alle lagen van de bevolking
- Hoge binnenlandse besparingen en investeringen
- Overheidsbeleid is geheel op economische groei gericht
De toekomst voor Oost-Azië lijkt rooskleurig. De enorme bevolkingsconcentratie
biedt goede marktkansen. Bedreigingen voor de toekomst:
- Politieke, religieuze en etnische conflicten
- Risico dat de ontwikkeling van de fysieke, financiële en juridische
infrastructuur geen gelijke tred houdt met de economische ontwikkeling.
- Groeivertraging door hoge spaarquote, arbeidsreserves en technologische
ontwikkeling
Globalisering
Dimensies van globalisering
Globalisering is een proces waardoor iedereen veel meer dan vroeger deel uitmaakt
van en beïnvloed wordt door de wereldgemeenschap. Globalisering wordt ook wel
‘de ontgrenzing van de aarde’ genoemd.
Dimensies van globalisering:
- Economische dimensie
- Sociale dimensie
- Politieke dimensie
Er is een globaliseringsindex die meet hoe ver het proces van globalisering in een
land is gevorderd. Kleine rijke industrielanden voeren de ranglijst aan.
,Feiten en cijfers over globalisering
De economische dimensie van globalisering is een proces van wereldwijde integratie
van economieën door een snelle toename van internationale handel en
grensoverschrijdende investeringen.
In de periode 195-2010 was de groei van de wereldhandel groter dan de groei van
de wereldproductie. Er is een recente versnelling in het proces van internationale
integratie opgetreden. Dit kan worden gemeten met behulp van de
wereldexportquote (wereldhandel gedeeld door wereldproductie).
In de internationale handel kunnen we onderscheiden: handel met landen binnen de
eigen regio (intraregionale handel) en handel buiten de eigen regio (interregionale
handel).
Globalisering wordt mogelijk gemaakt door wereldwijde export of productie. Productie
verplaatsen naar het buitenland kan door de productie uit te besteden aan een
buitenlandse onderneming (internationaal uitbesteden) of door zelf de producten te
maken in het buitenland (offshoring), dit is een directe investering. Redenen om in
het buitenland te investeren:
- Toegang een buitenlandse afzetmarkt
- Toegang tot productiefactoren
- Mogelijkheid om efficiënter te produceren
Voor ontwikkelingslanden zijn deze investeringen weer een motor voor economische
groei. Deze landen hebben vaak een gebrek aan kapitaal, managementexpertise en
technische kennis.
Oorzaken van globalisering
Oorzaken van globalisering:
- Technologische ontwikkeling: verbeteringen in de transporttechnologieën, in
ICT etc.
- Deregulering en liberalisering: Het kapitaalverkeer is vrij en het
handelsverkeer tussen industrielanden ondervindt steeds minder
belemmeringen.
Gevolgen van globalisering: het globaliseringsdebat
Het debat over globalisering spitst zich vooral toe op de gevolgen ervan voor
ontwikkelingslanden. Voorstanders stellen dat de handel de welvaart van landen
vergroot. Tegenstanders hebben als grootste weerstand:
1. Globalisering leidt tot een verlies van nationale soevereiniteit en gaat ten
koste van culturele identiteit.
2. Globalisering legt een eenzijdige nadruk op de economie en leidt tot een
schevere inkomensverdeling op wereldschaal.
In ontwikkelingslanden zijn er vaak minder regels op het gebied van sociale
zekerheid en worden deze minder streng gehandhaafd. Volgens anti-globalisten gaat
het verlies van nationale soevereiniteit ook ten koste van culturele identiteit. Zij zien
isolationisme en protectionisme als de oplossingen om de kwalijke gevolgen van
globalisering tegen te gaan.
,Hoofdstuk 22. Vrijhandel en protectionisme
Comparatieve kostentheorie en vrijhandel
Absolute en comparatieve kosten
Handel ontstaat door internationale kostenverschillen. In bijvoorbeeld Thailand is de
productie van zuivel niet voordelig, terwijl in Nederland de productie van zuivel wel
voordelig is, maar die van textiel niet. Als landen zich specialiseren, gaat de totale
productie in die landen met minder kosten gepaard. Hiermee is het voordeel van
internationale handel duidelijk.
Absolute kosten zijn de totale kosten van producten, terwijl relatieve kosten de
kosten per product of eenheid zijn. De internationale ruilverhouding is de verhouding
tussen producten binnen verschillende landen. De comparatieve kostentheorie houdt
geen rekening met aanpassingskosten. Landen zullen voortdurend moeten
overschakelen van sectoren met comparatieve kostennadelen op sectoren met
comparatieve kostenvoordelen. Dit brengt kapitaalvernietiging en tijdelijke
werkloosheid met zich mee.
Oorzaken van comparatieve kostenverschillen
Er zijn twee oorzaken voor comparatieve kostenverschillen:
- Verschillen in de prijzen: hangt vooral af van beschikbaarheid ervan
- Verschillen in de productiviteit van productiefactoren: kwaliteit van
productiefactor arbeid
Relatieve kostenvoordelen veranderen voortdurend onder invloed van ontwikkelingen
in de prijs en de productiviteit van productiefactoren. Dit leidt tot een voortdurende
verschuiving in handelspatronen.
Productlevenscyclus:
1. Introductiefase: kennisintensiteit is hoog
2. Groei- en verzadigingsfase: standaardisatie treedt op, gaat gepaard met een
afname van de kennisintensiteit en een toename van de kapitaalintensiteit
3. Teruggangsfase: er is alleen nog ongeschoolde arbeid nodig.
Protectionisme
Argumenten voor protectionisme
- Oneerlijke concurrentie door:
o Dumping: producten voor een lage prijs aanbieden om lokale
handelaren waardoor deze een nadeel ondervinden
o Lage lonen
o Sociale dumping: door een verschil in normen en waarden kan er in
bepaalde landen goedkoper worden geproduceerd
o Represaille voor bovenstaande acties
- Onafhankelijkheid ten opzichte van het buitenland/strategische
handelspolitiek
Vormen van protectionisme
- Invoertarief
- Prohibitief tarief (zo hoog dat er geen rendabele import mogelijk is)
- Non-tarifaire belemmeringen
o Importquota
o Vrijwillige exportbeperkingen
o Productvoorschriften
o Subsidies
o Aankoopbeleid van de overheid
- Goedkope munt
- (Export)subsidies
, - Aankoopbeleid van de overheid
Gevolgen van protectionisme
Het grootste bezwaar tegen protectionisme is dat een land schaarse
productiefactoren inzet voor de productie van goederen en diensten die elders
efficiënter kunnen worden gemaakt.
Gevolgen van protectionisme:
Direct Indirect
Hogere prijzen Hogere kosten voor onbeschermde
bedrijfstakken
Minder keuzevrijheid Minder innovatie in de beschermde
bedrijfstak
Lagere consumptie Vergelding die onbeschermde
bedrijfstakken treft
Behoud van productie en Lagere productie en werkgelegenheid in
werkgelegenheid in de beschermde niet-beschermde bedrijfstakken
bedrijfstak
Betalingsbalans
Geldstromen van en naar het buitenland worden geregistreerd in de betalingsbalans.
Indeling en saldi
De betalingsbalans is onderverdeeld in de lopende rekening, de
vermogensoverdrachtenrekening en de financiële rekening.
- Lopende rekening: registreert hoeveel een land per saldo in de handel met
het buitenland verdient. Bestaat uit:
o Goederen- en dienstenrekening: alle ontvangsten en uitgaven
o De inkomensrekening: grensoverschrijdende betalingen voor het
gebruik van productiefactoren
o Inkomensoverdrachtenrekening: grensoverschrijdende betalingen
waar geen tegenprestatie tegenover staat.
- Vermogensoverdrachtenrekening: grensoverschrijdende transacties in de
vermogenssfeer waar geen directe tegenprestatie tegenover staat
(schenkingen, schuldkwijtschelding en financiële activa van migranten.
- Financiële rekening: op de financiële risico zien we hoe een eventueel tekort
is gefinancierd. Bestaat uit 3 delen:
o Saldo directe investeringen: verschil tussen inkomende en uitgaande
directe investeringen
o Saldo effectenverkeer
o Overige financiële transacties
De officiële reserves bevinden zich bij de centrale bank en bestaan hoofdzakelijk uit
vorderingen op buitenlandse banken luidend in vreemde valuta’s. Formeel gezien is
de betalingsbalans altijd in evenwicht.
Analyse van de betalingsbalans
Een overschot op de lopende rekening is positief en een tekort negatief. Het saldo is
een indicator voor de concurrentiepositie van een land. Een overschot kan ook
komen door een trage groei van bestedingen in een land. Een tekort kan
samenhangen met een hoog niveau van bestedingen, waaronder investeringen. Een
tekort dat wordt gefinancierd door instroom van directe investeringen is beter dan
een tekort gefinancierd door kortlopende leningen. Het valutarisico is groot in een
land met lage bestedingen en een tekort. Lage bestedingen gaan normaal gepaard
met een lage import en een overschot. Zo niet, dan is dit een fundamentele
onevenwichtigheid. Een langdurig tekort kan zorgen voor een vertrouwenscrisis.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper businessstudies. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.