Week 1: Angststoornissen
Etiologie, ontstaan en in stand houden Familiefactoren spelen een rol in het ontstaan van angststoornissen.
angststoornis + rol ouders Het is een ‘gen x omgeving’ interactie.
- Genen: met name voor GAS, sociale fobie, agorafobie, OCS en fobieën.
- Overcontrole en overbescherming (artikel Rapee): kind krijgt niet de
kans om sociale vaardigheden te ontwikkelen en autonoom te zijn.
- Negativiteit: afwijzing of vijandigheid, bedreigende omgeving, negatief
zelfbeeld.
- Modelling: kind ziet dat ouder angstig is, dus ouder voedt angstiger op
bidirectioneel verband.
- Ouderlijk conflict zorgt voor indirecte angst, het zorgt voor een
verminderd gevoel van veiligheid.
Rationale angststoornis De angst is niet leeftijdsadequaat, is erger dan je normaal verwacht. Het
is niet goed beheersbaar en angst is buiten proportioneel. Dit maakt dat
normale angst gescheiden wordt van angststoornissen.
DSM-IV versus DSM-5 - OCS en PTSS: niet meer onder angststoornissen, diagnoses op zichzelf.
- Paniekstoornis en agorafobie uit elkaar gehaald.
- Separatieangst en selectief mutisme: nu onder angststoornissen.
Behandeling angststoornis - CGT: kort, gestructureerd, in het heden +toekomstgericht.
- CGT onderdelen:
Psycho-educatie.
cognitieve herstructurering (niet helpende gedachten
vervangen door helpende gedachten). Oefenen middels GGGG-
schema: Gebeurtenis Gedachte Gevoel Gedrag.
Exposure.
Ontspanningsoefeningen.
Behandelprotocollen - Coping Cat (7-13 jaar); effectiviteit: 70%
- Dappere kat (8-18 jaar); effectiviteit: 54%
- Blended (half computer, half echt) (9-13 jaar); effectiviteit: ?
- Coping Koala (7-13 jaar); effectiviteit: 69%
- FRIENDS (8-15 jaar); effectiviteit: 69%
- Denken + Doen = Durven (8-18 jaar); effectiviteit: 52% (in 3 maanden)
- Stepped care (FRIENDS) (8-15 jaar); effectiviteit: 45% 74% vrij van
elke angst of depressie. Doorbehandelen heeft dus zin! Na
doorbehandeling is 74% vrij van angst of depressie.
- FUN FRIENDS (4-7 jaar); effectiviteit: ?
Behandelprotocollen uitgewerkt (behandeld
in college):
Denken + Doen = Durven Denken + Doen = Durven
Individueel (12 sessies) en in groepsverband (8 sessies).
8-18 jaar.
3 oudersessies zowel bij individuele als groepsbehandeling.
Effectief voor behandeling van kinderen met angst.
Onderdelen CGT:
, Psycho-educatie.
cognitieve herstructurering (niet helpende gedachten
vervangen door helpende gedachten). Vb. Oefenen middels
GGGG-schema: Gebeurtenis Gedachte Gevoel Gedrag.
Exposure.
Ontspanningsoefeningen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
FUN FRIENDS protocol FUN FRIENDS protocol (kleuterprotocol)
Groepsverband.
4-7 jaar.
Leren emotionele veerkracht vergroten, sociale vaardigheden.
Leren omgaan met angstige situaties.
Op spel gebaseerde activiteiten (poppen, verkleedpartijtjes,
zingen)
Ouders worden betrokken.
Vb. Oefenen cognitieve herstructurering:
o rode handschoen: niet helpende gedachten;
groene handschoen: helpende gedachten.
Werkzame elementen:
o Positieve bekrachtiging
o Cognitieve herstructurering
o Aandachtstraining
o Exposure
o Fysiologisch bewustzijn
Effectiviteit:
o Minder angst en gedragsinhibitie
o Meer sociale en emotionele competentie, ook 1 jaar na
de interventie.
o Meisjes hebben er meer baat bij dan jongens.
Rol van ouders bij behandeling Denken + Doen = Durven
Ouders krijgen 3 aparte oudersessies:
Hoe omgaan met de angsten van je kind
Effect van eigen angst (modelling)
Disfunctionele cognities
Communicatie met kind over angst
Steunteam (co-parenting): de neuzen van de ouders moeten
dezelfde kant opstaan.
FUN FRIENDS
Ouders wordt betrokken. Doordat ze meer bekend zij met het
programma kunnen ze hun kind thuis beter ondersteunen. Helpen met
het normaliseren van de ervaringen van kinderen met angst. Ouders
staan model voor hun kind. Toegenomen betrokkenheid van verlegen
kinderen.
Week 2: Slaapstoornissen
,Slaapstoornissen: achtergrondinformatie - Slaaphomeostase: is slaapdruk, de druk die je voelt om te gaan slapen.
over slaap Gedragsmatig. Het is een proces waardoor je als je in de nacht wakker
wordt, toch weer kunt slapen. Je kunt dit door gedrag beïnvloeden.
- Circadiaanse ritme: biologisch gestuurd. We kunnen onze slaap
uitstellen. Je hebt cues nodig van je omgeving om je circadiane ritme
kloppend te houden. Belangrijkste cue is licht. Je biologische klok
reguleert het circadiaanse ritme.
Beide beïnvloeden het slaap-waakpatroon.
N-REM slaap: 4 fasen (meer in het begin van de nacht):
1) Stadium 1: inslapen
2) Stadium 2: lichte slaap
3) Stadium 3 en 4: diepe slaap
REM slaap: droomslaap, hersenactiviteit vergelijkbaar met wakker zijn.
Baby’s veel REM slaap. Neemt af als het kind ouder wordt.
Baby’s en jonge kinderen en slaap: de - Slaaphomeostase: 2 maanden.
ontwikkeling van slaap en gevolgen - Circadiaan ritme (24-uurs ritme): 3-6 maanden.
slaapproblemen - Steeds minder overdag slapen en meer ’s nachts.
- Afname night wakes in het eerste levensjaar.
- Veel tijd in de REM slaap.
Gevolgen slaapproblemen:
Negatief effect op verdere ontwikkeling.
Negatief effect op ouder-kind interactie en gezondheid ouders.
Insomnia bij jonge kinderen en adolescenten - Klachten over inslapen, doorslapen en slaapkwaliteit.
- Vanaf 6 maanden: gedragsmatige insomnia ontstaat door weerstand
of weigering bedtijd.
- Verlate inslaaptijd; 3 subtypes:
1) Sleep onset association: moeite om alleen te slapen en
associatie van in slaap vallen met bepaalde omstandigheden
zoals plaats, persoon of activiteit.
2) Limit-setting: kind vertraagt bedtijd met herhaaldelijke
verzoeken, ouder heeft moeite grenzen te stellen.
3) Combined type: kind heeft bepaalde omstandigheden nodig om
in te slapen en ouder heeft moeite grenzen te stellen.
Bij adolescenten: vooral een probleem met in slaap vallen.
Rol van ouders bij insomnia Problemen berusten op aandeel van ouders bij overgang van waken
naar slapen.
Behandeling < 6 maanden - GEEN behandeling ivm ontwikkeling; dus rekening houden met de
leeftijd van het kind!
- Wat wel?:
The Possums approach:
o Aanpassen levensstijl.
o Opsporen obstakels voor gezonde regulatie babyslaap.
o Gezonde stimuluscontrole van slaap (bijv. alleen slapen
wanneer moe).
o Adviezen over veilig slapen.
, o Ontspanning bij ouders en baby.
Richtlijn ‘Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen’:
o Regelmaat, voorspelbaarheid, evt. inbakeren.
5 S’en:
o Swaddling (inbakeren)
o Side/stomach position
o Shushing (ssstttt geluiden maken)
o Swinging (wiegen)
o Sucking (zuigen borst, speen, pink).
Behandeling insomnia bij jonge kinderen en Gedragsmatige interventies jonge kinderen:
adolescenten Extinction: kind laten huilen tot het zelf in slaap valt.
Graduele extinction: kind gecontroleerd laten huilen, langzaam
langere tijd laten liggen tot het zelf in slaap valt.
Bedtime fading: kind leert zelf in slaap vallen op eigen tijd.
Scheduled awakenings: 15 minuten voor wakker worden
wekken en aanmoedigen weer te gaan slapen.
Ouderinterventies: psycho-educatie.
Adolescenten: CGT-I (Cognitieve Gedragstherapie voor Insomnia.
Medicatie vanaf 2 jaar.
Effectiviteit gedragsmatige slaapinterventies - Ja, maar voor jonge kinderen werkt het minder goed.
Kleine toename nachtelijke slaapduur, maar geen afname
aantal night wakes.
- Ja, maar leveren wel veel stress op voor ouders en baby’s en zorgen
voor onveilige hechting en latere gedragsproblemen.
- Ja, maar niet geschikt voor baby’s < 6 maanden.
Aspecten veilig slapen - Leg baby te slapen op de rug, in een wieg of ledikant.
- Leg het kind niet vast in bed.
- Gebruik de eerste 2 jaar geen dekbed.
- Gebruik geen geneesmiddelen met slaapverwekkende bijwerking.
Verminderen slaapinterventies voor baby’s - Er lijkt wat verbetering te zien, maar waarschijnlijk publicatiebias.
ook depressieve klachten bij moeder? - Individuele behandeling moeder aan te raden.
- PND heeft negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van het kind en
ouder-kind interactie.
- Slaap van de baby heeft effect op slaap van de moeder.
- Chronisch slaaptekort leidt tot depressie; langdurig slapen leidt ook
tot depressie.
Etiologie en rol van ouders bij Ouders kunnen de slaapstoornis in stand houden door het kind uit bed
slaapstoornissen te halen of te knuffelen of te voeden waardoor het kind daaraan went:
als ik huil krijg ik dat.
Adolescenten houden hun slaapproblemen in stand door hun
slaaphygiëne niet aan te pakken, elektronica te gebruiken voor het
slapen, de vroege schooltijden zorgen voor vermoeidheid en cafeïne
heeft invloed op hoe goed iemand slaapt.
Rationale slaapstoornissen - Benadrukken dat slaapproblemen bij kinderen anders zijn dan bij