Samenvatting
Samenvatting Leerdoelen uitgewerkt Gezin, Opvoeding en Hulpverlening
Leerdoelen uitgewerkt Gezin, Opvoeding en Hulpverlening
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 25 pagina's
Voorbeeld 3 van de 25 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Voorbeeld van de inhoud
Leerdoelen: Gezin Opvoeding en HulpverleningWeek 1:
Leerdoel 1: Je kunt de concepten opvoeding en socialisatie beschrijven en uitleggen
Opvoeding: het begeleiden van kinderen op weg naar hun volwassenheid.
Socialisatie: een kind krijgt (bewust en onbewust) waarden/normen/cultuur eigenschappen
aangeleerd. Ook de rol die ouders hebben in het opvoeden van een kind, die verandert met
de jaren.
Vindt plaats op verschillende niveaus
primaire groep, gezin, opvoeding, vriendengroep
secundaire groep, formeel, school, werk, gemeenschap
tertiaire groep, media, religie
Verband: ouders hebben eigen visie op opvoeding, die beïnvloed is door cultuur. Op basis
hiervan brengen ze hun kind groot.
Leerdoel 2: Je kunt het belang van gezin en sociale relaties voor welzijn beschrijven
Het gezin is de basis, hiermee kunnen we langdurige relaties opbouwen, wat belangrijk is
voor een ontwikkeling. Het biedt een stabiele omgeving, vanwaar je sociale relaties kan gaan
opbouwen. Het gezin valt onder de primaire socialisatie. Het is dus de dichtstbijzijnde kring
die jou als persoon vormt. Sociale relaties is een fundamentele behoefte van de mens. Dit
houdt in dat het een behoefte is om interpersoonlijke relaties aan te gaan en dat je zonder dit
niet kan leven. Dit is een aangeboren motivatie voor frequente, harmonieuze, wederkerige
interpersoonlijke relaties.
Als er sociale uitsluiting plaatsvindt worden vier behoeften voor de ontwikkeling bedreigd.
1. “the need to belong”
2. Zelfwaardering
a. Sociale relaties = zelfwaardering
3. Controle
a. Uitsluiting, in tegenstelling tot conflict, kunnen mensen niet controleren
b. Gebrek aan controle = aangeleerde hulpeloosheid
4. Betekenisvol leven
Het gezin en de sociale relaties zijn dus van groot belang voor het welzijn van een kind.
Leerdoel 3: Je kunt voorbeelden van invloeden op opvoeding geven
- Geschiedenis; de manier waarop deskundigen keken naar opvoeding.
o Lay theories = vermoedens van volken zonder empirisch bewijs.
- Politiek; verwachtingen vanuit de politiek.
- Sociale verwachtingen; van de mensen om ouders heen.
- Cultuur; normen en waarden bv.
Filosofen:
Aristoteles beschrijft het kind als een witte bladzijde die door levenservaringen en door zijn
ouders worden gevormd. Hij legt hierbij dus de nadruk op de omgeving bij de vorming van
het kind.
John Locke zei dat kinderen een warme en sympathieke omgeving nodig hebben.
Rousseau geloofde dat de maatschappij de onschuldige natuur van het kind ‘’besmet’’.
,Omdat kinderen van zichzelf kunnen ontwikkelen en dat ouders alleen een klein zetje
moeten geven. Moeders door borstvoeding te geven.
Religieuze leiders:
In alle drie de werelds grootste religies (christendom, jodendom en islam) wordt het belang
van het gezin benadrukt en moedigen ouders aan om tijd en liefde aan hun kind te
schenken. Kinderen zijn van oorsprong slecht, het is de rol van de ouders (vooral de vader)
om dit probleem te corrigeren. Gehoorzaamheid aan de ouders is van groot belang voor de
ontwikkeling. Wanneer het kind ongehoorzaam zijn, moet het kind gestraft worden.
Over straffen bestaan verschillende ideeën:
Calvijn: ouders moeten kinderen onderwijzen en disciplineren. Dit moeten ouders
doen door kinderen vriendelijke correcties te geven, zodat kinderen zich prettig
voelen bij gehoorzamen
Robinson: wanneer kinderen ongehoorzaam zijn moeten zij daar hard en lichamelijk
voor gestraft worden.
Later werden lichamelijke straffen niet meer goedgekeurd door de kerk.
Leerdoel 4: Je kunt sociale uitsluiting beschrijven en uitleggen welke gevolgen sociale
uitsluiting heeft voor mensen en hoe deze gevolgen zich in de loop van de tijd
ontwikkelen
Sociale uitsluiting: voelt koud, heeft sterk negatief effect op persoon. We zijn geëvolueerd als
sociale wezens, samen sta je sterker, minder kans om dood te gaan.
Twee vormen
1. Ostracisme, negeren van individuen of groepen door individuen of groepen
2. Afwijzing, een expliciet signaal dat een individu of groep ongewenst is. Gebrek aan
relaties vormt een risico voor groei en ontwikkeling.
Alarmsysteem -> om uitsluiting te voorkomen (vaak pijn als alarm).
Sociale uitsluiting bedreigt verschillende behoeften (Williams)
1. The need to belong
Uitsluiting is anders dan negatieve interacties of conflict. Bij negatieve interacties is er
geen uitsluiting maar wordt iemand negatief benaderd.
2. Zelfwaardering
Sociometer = hypothese, sociale relaties = zelfwaardering, brandstof voor
zelfwaardering
3. Controle
Uitsluiting, in tegenstelling tot conflict, kunnen mensen niet controleren.
4. Betekenisvol leven (Michael Steger), Als je leven niets meer betekent voor je….
Leerdoel 5: Je kunt het verschil tussen sociale uitsluiting en negatieve interacties
uitleggen
Je kunt het verschil tussen sociale uitsluiting en negatieve interacties uitleggen.
Bij negatieve uitsluiting is er nog wel sprake van verbondenheid, omdat je nog wel contact
met elkaar hebt. Bij uitsluiting is er geen verbondenheid meer, want je hebt geen contact
meer met elkaar.
, Leerdoel 6: Je kunt het verschil tussen wetenschappelijke theorie en leken theorie
uitleggen.
Wetenschappelijke theorie:
theorie die gebaseerd is op wetenschappelijke
informatie, getest en onderzocht is. Empirisch bewijs voor de theorie.
Leken theorie: theorie die door het volk bedacht is, bijvoorbeeld de appel valt niet ver
van de boom. Dit is niet onderzocht en bewezen en daarom dus een leken theorie.
Informele onwetenschappelijke theorie die berust op conventionele wijze.
Leken theorie heeft vaak een basis in een wetenschappelijke theorie, deze wordt dan
vaak verkeerd geïnterpreteerd of een eigen draai aangegeven. Zo denken sommige mensen
dat je een kind verwend door hem te veel aandacht te geven. Dit is gebaseerd op de
klassieke leer/ gedragstheorie van Watson. (Over simplificatie)
Leerdoel 7: Je kunt centrale theoretische benaderingen over opvoeding benoemen en
de belangrijkste verschillen tussen deze benaderingen beschrijven
Evolutietheorie (Darwin):
Volgens Darwin’s evolutietheorie hebben de individuen die beter aangepast zijn aan de
omgeving een grotere kans op overleving en krijgen zij meer nakomelingen. Door dit proces
van natuurlijke selectie komen bepaalde trekken en kenmerken in een bepaalde populatie
meer of minder voor.
Hechtingstheorie (Bowlby & Ainsworth):
De hechtingstheorie focust zich op de ontwikkeling en het behoud en de gevolgen van
hechting tussen ouders en kinderen. De ouder-kind relatie is een reflectie van het
gedragssysteem van het kind. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen drie vormen van
gehechtheid.
Veilig gehecht
Het kind gaat zelf op onderzoek uit als de ouder aanwezig is, maar zoekt
nabijheid in tijden van angst of als het kind hulp nodig heeft. Wanneer de
ouder weggaat huilt het kind maar is vervolgens makkelijk te troosten als de
ouder terugkeert.
Onveilig afwerend (ambivalent) gehecht
Angstig-vermijdend gehechte kinderen merken nauwelijks dat hun moeder
teruggekeerd is, of negeren haar terugkeer.
Onveilig vermijdend gehecht
Angstig-afwerend, of ambivalent, gehechte kinderen zijn van streek als hun
moeder vertrekt en benaderen haar als ze terugkeert, maar weigeren
vastgehouden te worden.
Gedesoriënteerd gehecht
De gedesorganiseerde hechting beschrijft kinderen die onveilig gehecht zijn,
maar niet geclassificeerd kunnen worden als vermijdend of afwerend. Deze
kinderen vertonen geen consistent reactiepatroon. Een gedesorganiseerde
hechting kan het gevolg zijn van misbruik of een ander trauma.
Een veilige gehechte relatie wordt gestimuleerd door sensitiviteit van de ouders. Bij een
sensitieve opvoeding reageert de ouder snel, gepast en consistent op de behoeften van het
kind.
Sociaal cognitieve theorie (Bandura)
De sociaal-cognitieve theorie richt zich op de manier waarop sociaal gedrag door sociale
ervaringen verandert. Volgens de sociale leertheorie van Albert
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper orthopedagogiekstudentleerkracht. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen
