Hoorcollege 1 – 5-9-2019
Doelstellingen
De studenten kunnen:
uiteenzetten wat bedoeld wordt met de "body of knowledge" sportpsychologie, waarin dit
zich onderscheidt van de "algemene" psychologie en waarin dit overeenkomt;
uiteenzetten welke betekenis de sociale psychologie kan hebben voor het stimuleren van
mensen tot meer fysieke activiteit;
een beknopte beschrijving geven van de geschiedenis van de sportpsychologie.
Sportpsychologie
- Definitie studie van gedrag in sportsituaties
o Gedrag van de sporter, coaches, ouders, supporters, media, officials
- Operationele definitie gebied van psychologie met publicaties in tijdschriften op het
gebied van sportpsychologie
Kenmerken sport
- Sport heeft reglementen
- Competitie (winnen/verliezen)
- Lichamelijke inspanning en bewegen
- Onder het oog van toeschouwers
Voldoende kenmerken om te rechtvaardigen dat spotpsychologie apart domein/gebied is, maar het
blijft psychologie
Bestuderen gedrag in sportsituaties dwz
- Beschrijven
- Verklaren
- Voorspellen
- Beheersen/beïnvloeden
Taken sportpsychologie
1. Ontwikkelen van theorieën over/doen van onderzoek naar gedrag in sportsituaties
2. Beïnvloeden van gedrag in sportsituaties
(Sport)psychologie
- Sportpsychologie maakt gebruik van theorieën, begrippen, modellen, instrumenten uit “de”
psychologie
- Niet voorbij gaan aan theorieën van de gewone psychologie
- Maar sport heeft ook aparte kenmerken, dus kan niet zomaar uitgaan van deze theorieën en
moeten deze worden aangepast
Kern psychologie
Kern van de psychologie vormt studie van
- Biologische basis van gedrag
o Belangrijk voor gedrag dat we überhaupt laten zien
o (neuro)fysiologische processen, hormoonhuishouding
- Cognitief-affectieve basis
o Mentale, emotionele, cognitieve processen, denkprocessen
o Gevoelens gedachten en gedrag
o Gedrag gestuurd door wat je weet, waar je over nadenkt
- Sociale basis van het gedrag
, o Al het gedrag zit in een sociale context
o Sociale context, culturele en etnische achtergrond, man/vrouw rollenpatroon
- Individuele verschillen
o Persoonlijkheidsverschillen, verschillen in hoe mensen omgaan met …. Bv emoties,
spanning, druk, autoriteit, tegenslag etc.
Uitgangspunt sportpsychologie
- Op basis van valide vragen uit en over de sport, theorieën en begrippen
verder ontwikkelen en toespitsen tot body of knowledge sportpsychologie
- Self determination & motivation theory
o Lagen van intrinsieke en extrinsieke motivatie
o Essentiële theorie voor motivatie in het algemeen, maar ook in de
sport
Exercise psychology
- Psychologie van fysiek (in)actief gedrag
o Zijn mensen voldoende actief in de maatschappij
o Inactiviteit nog wel eens een probleem
o Wat is de leefstijl van mensen (actief/inactief)
o Wat kunnen we hieraan doen
o Wat is de motivatie
o Hoe laat je het gedrag veranderen (vasthouden, terugval)
o Effecten van fysieke activiteit op psychologische variabelen
Onderscheid
- Fysieke activiteit
o Lichaamsbeweging, skeletspieren, energieverbruik
- Exercise
o Gestructureerde fysieke activiteit (met als doel gezondheid) (bv naar de sportschool
gaan)
- Sport
o Gereglementeerde en gestructureerde fysieke activiteit
Historie
- 1898 sociale facilitatie
o In een groep ga je sneller fietsen/lopen
o Norman Triplett
- 1900 Anderson
o Mentale oefening en transfer
- 1914 Cummings
o Effect basketbaltraining op concentratie/motorische reacties
- 1925 Coleman Griffith begin sportpsychologie
o Mentale alertheid, spiergevoel, reactiesnelheid
o “The more mind is made use of in athletic competition, the greater will be the skill of
our athletes”
- 1955 begin systematische sportpsychologisch onderzoek
Sportpsychologie
- Toegepast (applied)
o Klinisch klinische problemen
, o Educational leren mentale vaardigheden
Tactiek, mentaal
- Experimenteel (onderzoek)
Gardner & Moore
- Klinische sportpsychologie logisch gericht op de ontwikkeling van een omvattend holistisch
begrip van de psycho-sociale werkelijkheid van de sporter, ipv simpele focus op prestatie
alleen
- Kijkt holistisch naar de sporter en alle facetten van de sporter te ontwikkelen, waarvan de
mentale een deel is
Mentale training
- Systematisch leren en oefenen van mentale vaardigheden
o Omgaan met spanning
o Vasthouden concentratie
Centraal element in presteren onder druk
o Sturen emotie
o Gedachten controleren
- In sportsituaties dmv technieken
o Stellen van doelen
o Zelfspraak
o Werken met mentale voorstellingen
o Ontspanning
- Om goed te presteren
- En plezier in sport te behouden
- Behoud van welzijn (well-being)
Mentale begeleidingu
- alle activiteiten waarin bewust en systematisch aandacht wordt besteed aan mentale
aspecten van sportbeoefening
Sociaal
- Exercise en sport
o Beoefend in sociale context
- Sociale psychologie
o Studie van menselijk gedrag in sociale context
- Binnen sociale psychologie gaat het om
o Antecedenten fysiek (in)actief gedrag beschrijven, voorspellen en verklaren
o Interventies – beïnvloeden
Hoorcollege 2 – Motivatie (1)
Motief
- Betrekkelijk stabiele eigenschap die aanzet tot bepaalde activiteiten
- Beweegreden
- Iedereen heeft bepaalde motieven, die heb je niet vandaag wel en morgen niet
- Bv geld/gezondheid/gaming
- Kenmerken
o Doelen/handelingsverwachtingen
Voorstelling van wat je wilt
, o (Leer)ervaringen
Fundamentele psychologische behoeften
o Individuele verschillen
Mensen hebben verschillende motieven
o Dispositie
Geneigdheid om bepaald gedrag te vertonen, dit verschilt per persoon
Waarom sport?
- Plezier, sociale contacten, verbondenheid, fit zijn, afleiding, competentie,
Motieven om te sporten
10 jaar onderzoek: over het geheel genomen 4 categorieën motieven
- Intrinsieke waarde van de activiteit zelf (plezier, prettig, fijn)
- Ervaren gevoelens van competitie ergens goed in willen zijn
- Gezondheidsmotief
- Sociale contacten
Motivatie
- Toestand, verantwoordelijk voor uitvoering activiteiten op bepaald moment
o Toestand op het moment zelf dat je het gaat doen
o Je hebt wel het motief om naar college te gaan (diploma halen), maar vanwege het
weer heb je geen motivatie om daadwerkelijk op dat moment te gaan
Overzicht dia 9 + 10
Van prikkel tot gedrag
- Prikkel = zonnetje
- Motief = gezondheid
- Gedachten = het is mooi weer, wil gezond zijn dus wil gaan hardlopen
- Mogelijkheden
- Toevoeging voor het bepalen van gedrag heb je ook gewoontes
Sportdeelname (Wann)
- Aangeboren toestand (ouders)
- Erfelijkheid kind
- Socialisatieproces (zit je in vanaf je geboorte)
- Zorgen voor trande off om te gaan sporten en
om ermee te sporten