O&O LIT4: ADOLESCENTIE EN BREIN (12-24)
LITERATUUR:
Hoofdstuk 2: “One second before” uit: Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The biology of
humans at our best and worst.. Penguin.
Hoofdstuk 6: “Adolescence; or Dude, where is my frontal cortex?” uit: Sapolsky, R. M.
(2017). Behave: The biology of humans at our best and worst.. Penguin.
Appendix 1; “Neuroscience 101” uit: Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The biology of humans
at our best and worst.. Penguin.
H2: One Second Before
Wat gebeurt er één seconde voor het gedrag dat het gedrag veroorzaakt? --> brein/neurobiologie
Three metaphorical (but not literal) layers
Triune Brain – MacLean: Evolutionaire ontwikkeling van het brein
Reptielen brein ‘layer 1’ Zoogdieren brein ‘layer 2’ Menselijke brein ‘layer 3’
Hersenstam & cerebellum Limbisch systeem neocortex
Fight or flight Emoties, geheugen, gewoonte Taal, abstract denken,
inbeeldingsvermogen,
bewustzijn
Automatisch wensen/beloning Beslissingen, rationale
Onderscheid achterhaald en model te simplistisch:
Overlap in de drie lagen
Informatiestroom en ‘bevelen’ niet alleen top down (3 --> 2 --> 1)
Automatische aspecten van gedrag (laag 1), emotie (laag 2) en denken/gedachte (laag 3) niet
scheidbaar/los van elkaar
Triune model lijkt te laten geloven dat in evolutie er gewoon lagen bij kwamen zonder dat er
veranderingen in eerdere lagen plaatsvonden --> klopt natuurlijk niet
Het limbisch systeem/limbic system
--> emotie
Onderdelen: o.a. amygdala (agressie en angst), hippocampus (vorming langetermijngeheugen),
nucleus accumbens (beloning, verslaving, genot), hypothalamus (reguleert autonome zenuwstelsel
d.m.v. hormonen)
The autonomic nervous system and the ancient core regions of the brain
,Hypothalamus: ‘koppeling’ tussen laag 1 en laag 2, tussen de belangrijkste regulerende en
emotionele delen van de hersenen. Hypothalamus is het middel waarmee het limbisch systeem de
autonome functies beïnvloedt (hoe emoties lichamelijke functies kunnen veranderen).
--> Autonome zenuwstelsel: onderverdeling
Sympatische zenuwstelsel (SNS): bemiddelt de reactie van het lichaam op opwindende
omstandigheden (bijv. Stress reactie ‘fight/flight’)
Parasympatische zenuwstelsel (PNS): zorgt voor toestand rust in het lichaam.
Dus: Het limbische systeem regelt indirect de autonome functie en hormoonafgifte.
Wat heeft dit met gedrag te maken? Veel, omdat de autonome en hormonale toestand van het
lichaam signalen terugstuurt naar de hersenen en dat beïnvloedt weer het gedrag (meestal
onbewust).
The interface between the limbic system and the cortex
Cortex: De meeste sensorische informatie stroomt hierheen om te worden gedecodeerd. Het is waar
spieren worden bevolen om te bewegen, waar taal wordt begrepen en geproduceerd, waar
herinneringen worden opgeslagen, waar ruimtelijke en wiskundige vaardigheden aanwezig zijn, waar
uitvoerende beslissingen gek zijn.
Frontale cortex: ‘koppeling’ tussen laag 2 (limbisch) en laag 3 (neocortex).
In verschillende omstandigheden stimuleren de frontale cortex en het limbisch systeem elkaar of
remmen ze elkaar, werken ze samen en coördineren of werken ze elkaar juist tegen.
Lateraliteit brein/hemisferische specialisatie: brein heeft linker hersenhelft en rechter hersenhelft
, --> onderdelen brein komen in paren (bijv. Linker en rechter amygdala of hippocampus)
Grootste mate lateraliteit in cortex: linker=analytisch; rechter= intuïtie en creativiteit.
The amygdala
The amygdala and agression
Activiteit amygdala gerelateerd aan agressie
--> Concrete voorbeelden:
Syndroom van Urbach-Wiethe: amygdala chirurgisch vernietigd om ernstige seizures onder
controle te houden. --> minder goed in het detecteren van boze gezichtsuitdrukkingen (maar
normaal bij detecteren andere emotionele staten)
Charles Whitman ‘Texas Tower’ sniper: vrouw en moeder vermoord, vanaf gebouw mensen
neerschieten --> bleek tumor bij amygdala te hebben (‘oorzaak’ van gewelddadig gedrag?
Waarschijnlijk niet, ook andere risicofactoren zoals als kind geslagen)
The amygdala and fear and anxiety
Angst & onzekerheid (vooral in sociale context)
--> Concrete voorbeelden:
Onderzoek waar respondenten onbekende tijd wachten om schok te krijgen:
onvoorspelbaarheid en mindere controle zo aversief dat veel zelf kozen om gelijk de schok
te krijgen & periode van wachten verhoogde steeds meer activiteit amygdala.
PTSD-patiënten: (langer) actieve en grotere amygdala --> overreageren op gemiddeld
beangstigende stimuli en pas lang na activatie amygdala weer kalm: hele tijd angstig en
gespannen en terugdenken aan de vervelende traumatische gebeurtenis.
↓
Sociale angst/onzekerheid:
--> concrete voorbeelden:
Apen & courtship gedrag: een aap die samen met vrouwtje en op gegeven moment uit
elkaar en halen vrouwtje uit kooi bij andere aap die haar hof gaat maken. Andere aap
angstig dat vrouwtje weg is en ander toegang heeft tot zijn vrouwtje
Agression or anxiety?: vooral in deze context amygdala samenhang met angst
X or Y study: in hoeverre mensen meegaan in groepsbeslissingen? Mensen die toch bij
beslissing blijven en zich eigenlijk buiten groep plaatsen --> laten veel amygdala activiteit
zien (sociale context, sociale angst)
Aangeboren & aangeleerde angst: De amygdala helpt zowel aangeboren als aangeleerde angst te
bemiddelen.