O&O LIT5: VOLWASSENHEID (24+)
LITERATUUR:
Hoofdstuk 11: “Us versus Them” uit: Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The biology of humans
at our best and worst. Penguin.
Boduszek, D., & Hyland, P. (2011). The Theoretical Model of Criminal Social Identity: Psycho-
social Perspective. International Journal of Criminology and Sociological Theory, 4(1), 604-
614.
H11: US VERSUS THEM
The strength of Us/Them
Implicit Association Test (IAT)
Door de antitroll bias: langere responsietijd bij troll in combinatie met positieve termen of
mens in combinatie met negatieve termen --> negatieve associaties
Oxytocine: hormoon voor vertrouwen, vrijgevigheid, samenwerking etc. --> bij ‘Us’, maar bij
‘them’ juist bijv. Vijandiger, agressiever, etc.: versterkt Us/them onderscheid
Wat we doen, is willekeurige markeringen koppelen aan betekenisvolle verschillen in waarden en
overtuigingen. Een willekeurig symbool van een Amerikaanse kernwaarde krijgt geleidelijk een eigen
kracht en wordt de betekenis zelf in plaats van de betekenisgever/aanduider van de oorspronkelijke
betekenis (vergelijkbaar: bell=beloning bij Pavlov’s hond).
Zo wordt bijvoorbeeld het verspreiden van kleuren en patronen op doek dat de vlag van een natie
vormt iets dat mensen zullen doden en sterven.
Kinderen die dichotomiseren: belangrijke punten
Kinderen groeien op in omgevingen waar onwillekeurige stimuli tactisch de weg naar
dichomisatie vrijgeven/makkelijk maken: bijv. Kind ziet alleen maar gezichten van één
huidskleur, ziet dan andere huidskleur --> eerste wat kind zal opvallen die kleur
Etnische dichotomieën worden gevormd in een cruciale periode in de ontwikkeling (bewijs:
bij kinderen geadopteerd door ouders andere etniciteit --> andere gezichtsherkenning)
Kinderen leren dichotomieën, zonder slechte bedoelingen: ‘hallo jongens en meisjes’ in de
klas horen --> leren dat dat onderscheid belangrijk is dan andere en dat het betekenis heeft
Kan onuitwisbaar verankerd lijken bij kinderen omdat de ouders die het meest willen
voorkomen, er vaak slecht mee bezig zijn: bijv. ‘Barney is paars, en toch houden we van
hem’ ipv etniciteiten bespreken
Dus: De sterkte van Us/Them-ing te zien door:
De snelheid en minimale sensorische stimuli die nodig zijn voor de hersenen om
groepsverschillen te verwerken;
Het onbewuste automatisme van dergelijke processen;
De aanwezigheid van Us/Them-ing in andere primaten en zeer jonge mensen;
De neiging om te groeperen op basis van willekeurige verschillen, en die markers dan kracht/
betekenis te geven.
Us
Misschien nog meer dan superioriteit, gaan gevoelens over Us over gedeelde verplichtingen, over
bereidheid en verwachting van wederkerigheid. De essentie van een Us-mentaliteit is onwillekeurige
clustering die hogere dan verwachte frequenties van positieve interacties produceert.
Je kan ‘Us’ groep direct helpen en indirect helpen door ‘Them’ groep schade aan te brengen.
, Wat is het doel bij in-group: dat je eigen groep het goed doet, of gewoonweg beter dan Them? (dus
zo groot mogelijke kloof tussen Us en Them creëren)
--> gebeurt allebei, maar in-group parochialisme gaat vooral over het beter doen dan Them.
In overeenstemming daarmee versterkt priming voor loyaliteit favoritisme en identificatie,
terwijl priming voor gelijkheid het tegenovergestelde doet.
--> amygdala: activeert alleen bij het zien van bange gezichten van leden in-group
Them
Er bestaan patronen in hoe we Them zien:
Als bedreigend, boos, en niet te vertrouwen
Concreet voorbeeld: blanke Amerikanen beoordelen in test Afrikaans-Amerikaanse
gezichten als ‘bozer’ dan blanke gezichten, en boze gezichten waar het niet heel
duidelijk is wat de etniciteit is eerder als de andere etniciteit dan blank beoordeeld.
Walging: bijv. Foto's van drugsverslaafden of zwervers activeren vooral de insula ipv de
amygdala --> walging voelen omdat ze bijv. Vieze/schattige/heilige dieren/voedsel eten:
insula hier verantwoordelijk voor biedt momentum om te beslissen dat ze ook walgelijke
ideeën hebben over bijvoorbeeld deontologische ethiek
Essentialisme: Them zijn simpeler en homogener dan Us: simpelere emoties, minder
gevoelig voor pijn
--> versterkt door slechte interacties met Them ‘ze zijn altijd zo geweest en zullen altijd
zo zijn’
--> minder sterk door persoonlijke interacties met Them --> meer uitzonderingen die het
stereotyperen door essentialisme tegengaan
Thoughts versus feelings about Them
Interactie cognitie en invloeden daarop: --> Us/Them-ing proberen te rationaliseren/rechtvaardigen
--> Us/Them-ing kan voortkomen uit cognitieve capaciteiten om te generaliseren, de toekomst voor
te stellen, verborgen motivaties af te leiden en taal te gebruiken om deze cognities af te stemmen
op andere leden van de Us-groep.
↓
Maar: belangrijke invloed door emotie/automatisme
--> stereotyperen is ‘short cut’ cognitie: automatisme wordt aangetoond door de snelheid van de
amygdala en de insula die dergelijke dichotomieën maken - de hersenen die affectief wegen, gaan
aan bewuste afweging vooraf, of er is nooit bewustzijn ervan. Een andere manier van meten van de
affectieve kern van Us/Them-ing is wanneer niemand zelfs de basis van een vooroordeel kent/kan
benoemen.
Dus: --> rationele cognities over Thems komen dus voort uit emotionele en automatische
processen en kunnen onbewust gemanipuleerd worden (zelfs door bijv. Hormonen!)
Individual Intergroup interactions versus group intergroup interactions
Interacties tussen groepen zijn doorgaans competitiever en agressiever dan interacties tussen
individuen.
Unique realms of human Us/Them-ing
Multiple dichotomies: we behoren tot meerdere categorieën van Us, en het relatieve belang
van een Us tegenover een andere groep Us daarvan kunnen heel snel veranderen
Alle Thems zijn niet hetzelfde: we hebben verschillende classificaties over verschillende
typen Thems en de verschillende reacties op die typen