Praktisch ondernemingsrecht
Hoofdstuk 2 Personenvennootschappen en eenmanszaak
Eenmanszaak
Bij een eenmanszaak werkt iemand zelfstandig zonder te hoeven
samenwerken met een partner of ondergeschikt te zijn aan een baas. Bij
een eenmanszaak zijn er ook geen formele oprichtingsvereisten of -
kosten. De eenmanszaak moet alleen wel ingeschreven worden in het
Handelsregister van de KvK zodat anderen weten dat het bestaat (art. 5
sub b Hrw).
De eenmanszaak is niet wettelijk geregeld. Bij een eenmanszaak
vertegenwoordigt maar één persoon de zaak, maar er kunnen wel
personen werkzaam zijn binnen de zaak, zoals bij een kapperszaak,
kledingzaak of rijschool. Zolang er één persoon hoofdelijk de rechten en
plichten van de zaak draagt, is het een eenmanszaak. Er wordt hierbij
geen onderscheid gemaakt tussen privé- en bedrijfsvermogen. Hierdoor
kunnen schuldeisers ook aanspraak maken op privébezit van de
eigenaar van de eenmanszaak. Als een eenmanszaak failliet gaat, dan
gaat de ondernemer privé ook failliet.
Een eenmanszaak betaald geen vennootschapsbelasting, maar
inkomstenbelasting. Een eenmanszaak heeft ook recht op
belastingvoordelen, zoals de zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling.
Ondernemers die net zijn gestart, hebben ook recht op startersaftrek.
Wanneer de eigenaar van een eenmanszaak getrouwd is in
gemeenschap van goederen of een geregistreerd partnerschap heeft,
dan is de partner ook aansprakelijk voor alle schulden. Dit kan met
huwelijkse voorwaarden voorkomen worden, maar hiervoor is wel een
notariële akte vereist.
Personenvennootschappen (rechtsvorm zonder
rechtspersoonlijkheid)
Een personenvennootschap is een rechtsvorm waarbij een aantal
personen op kleine schaal samenwerken binnen het uitoefenen van een
beroep of beroep. Wanneer een eenmanszaak wil samenwerken met
een of meerderen, dan kan de eenmanszaak overgaan in een
personenvennootschap.
Een mondelinge overeenkomst is meestal in beginsel voldoende om een
eenmanszaak om te zetten in een personenvennootschap. Een
personenvennootschap heeft ook weinig administratieve lasten of
handelingen. Als er onderlinge afspraken gemaakt of gewijzigd worden,
1
,Praktisch ondernemingsrecht
dan hoeft dit ook nooit in de statuten gewijzigd te worden door middel
van een notaris. Ook is een eenvoudige boekhouding voldoende.
Ook bij een personenvennootschap blijven alle ondernemers privé
aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf.
Soorten personenvennootschappen
Er zijn drie wettelijk geregelde personenvennootschappen:
Maatschap (art. 7A:1655 t/m 7A:1688 BW): een maatschap is
een vennootschap waarin een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend.
Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen een stille en een
openbare maatschap. Een stille maatschap is bedoeld beroeps-
OF bedrijfsuitoefening. De openbare maatschap wordt uitsluitend
bedoeld voor beroepsuitoefening.
V.o.f. (art. 15 t/m 18 en 22 t/m 34 WvK): V.o.f. staat voor
vennootschap onder firma. Dit is een vennootschap waarin onder
een gemeenschappelijke naam een bedrijf wordt uitgeoefend.
C.v. (art. 19 t/m 21 WvK): C.v. staat voor commanditaire
vennootschap. Dit is ook een vennootschap waarin onder
gemeenschappelijke naam een bedrijf wordt uitgeoefend. Hier is
alleen wel sprake van één of meer commanditaire vennoten, die
ook wel stille vennoten worden genoemd. Dit zijn vennoten die
alleen geld hebben ingebracht, maar niet werken binnen of
namens de vennootschap. Zulke vennoten doen mee met het
innen van de winst. Wanneer er verlies is, dan verliezen ze slecht
tot de hoogte van hun inbreng.
Maatschap
Een maatschap is een overeenkomst waarbij twee of meerdere personen
zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het doel om het
daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen (art. 7A:1655 BW). Er zijn
twee soorten maatschappen: stille maatschap en openbare maatschap.
In de wet wordt er geen onderscheid gemaakt tussen een stille en
openbare maatschap. De stille maatschap is puur uit de literatuur
ontstaan.
Stille maatschap
Bij een stille maatschap, ook wel kosten maatschap genoemd, werken
alle maten in hun eigen praktijk en onder hun eigen naam, maar ze
kunnen samen personeel aannemen of apparatuur aanschaffen.
Voorbeeld: twee boeren die samen een dure machine kopen die zij
samen gebruiken en waarvan ieder dus maar de helft hoeft te betalen. In
2
,Praktisch ondernemingsrecht
een stille maatschap kan een beroep en een bedrijf worden uitgeoefend.
Als een stille maatschap andere handelingen uitvoert, dan doen ze dat
op eigen hun eigen naam, dus niet samen met de andere maatschap.
Hiermee is de samenwerking onzichtbaar, waarbij ze samenwerken op
sommige vlakken, maar verder wel onafhankelijk hun eigen bedrijf
voeren. Door de onzichtbaarheid van de samenwerkingsverbanden
wordt zo’n maatschap een stille maatschap genoemd.
Een stille maatschap is verplicht om zich in te schrijven in het
Handelsregister als zij wordt geacht een onderneming te drijven, zoals
dat ze belastingplichtig zijn. Omdat de stille maatschap geen
gemeenschappelijke naam heeft, moeten hierbij de persoonsnamen van
de vennoten gebruikt worden, evenals bij de openbare maatschap en
v.o.f. Er moet wel bijgezet worden dat het een stille maatschap betreft.
Openbare maatschap
Wanneervennoten gaan samenwerken onder een gemeenschappelijke
naam, spreken we van een openbare maatschap, net zoals bij een v.o.f.
Het verschil tussen deze twee is dat een openbare maatschap alleen
uitoefent in beroep en een v.o.f. alleen uitoefent in bedrijf.
Oprichting van de maatschap
Voor de oprichting van een maatschap zijn er volgens art. 7A:1655 BW
minstens twee mensen nodig op deze op te richten, dus een meerzijdige
handeling. Dit mag mondeling of schriftelijk zijn. Op grond van art.
7A:1661 BW begint de maatschap op het moment van het sluiten van
deze overeenkomst, tenzij er een ander tijdstip is bepaald.
Uitvoering van de maatschap, v.o.f. en c.v.
Het doel van de maatschap is om er voordeel uit te halen en dit met
elkaar te delen. De hoeveelheid winst die een maat krijgt verschilt
natuurlijk met hoeveel diegene ingebracht heeft in de maatschap. Iedere
maat is verplicht tot het inbrengen van ‘iets’ volgens art. 7A:1662 lid 1
BW. Deze inbreng kan bestaan uit geld, goederen, genot van goederen
en arbeid (art. 7A:1662 lid 1 BW).
Het is niet mogelijk om het hele vermogen van iemand in te brengen in
een maatschap (art. 7A:1657 jo 1658 BW). Ook niet alle soorten
goederen kunnen ingebracht worden in de maatschap.
De hoeveelheid inbreng is dus van belang om het winstaandeel te
bepalen die iedere maat krijgt of in hoeverre hij van het verlies moet
bijdragen. Als er hier geen afspraken onderling over zijn gemaakt, dan
geldt dat iedereen een aandeel heeft dat evenredig is aan hetgeen hij in
3
, Praktisch ondernemingsrecht
de maatschap heeft ingebracht volgens art. 7A:1670 lid 1 BW. Als
iemand arbeid i.p.v. geld of goederen inbrengt, dan geldt volgens lid 2
dat diegene een even groot aandeel heeft als degene die het minste
heeft ingebracht.
Wanneer alle maten alleen arbeid inbrengen en geen geld of goederen,
dan is lid 1 van art. 7A:1670 BW niet van toepassing. De Hoge Raad
heeft hierbij geoordeeld dat wanneer iedereen alleen arbeid inbrengt, dat
lid 2 van het artikel aangehouden moet worden. Hierdoor heeft iedereen
dan bij inbreng van arbeid een gelijk aandeel in de winst en in verlies.
Zijn er wel hierover onderling afspraken gemaakt, dan geldt art. 7A:1670
BW niet. De winst mag ook niet alleen aan één maat uitgekeerd worden
(art. 7A:1672 BW). Maar al het verlies mag wel door één iemand
gedragen worden volgens lid 2, als dit onderling afgesproken is. Het is
ook niet toegestaan dat één van de vennoten of een derde beslist hoe
groot ieders aandeel in de winst of het verlies zal zijn (art. 7A:1671 BW).
Handelen namens de maatschap
Binnen de maatschap wordt er in de wet onderscheid gemaakt tussen
volgende twee handelingen:
1. Beheersdaden;
2. Beschikkingsdaden.
Beheersdaden (artt. 7A:1673 t/m 1676 BW)
Beheersdaden zijn handelingen die tot de normale uitoefening van de
ondernemersactiviteiten behoren. Als er onderling niks afgesproken is
wie de beheertaken mag uitvoeren, dan geldt er op grond van art.
7A:1676 lid 1 BW dat alle vennoten (maatschap is een soort
personenvennoot) elkaar de macht hebben gegeven om beheersdaden
te verrichten zonder toestemming nog te hebben van anderen. Een
vennoot kan wel een beheershandeling tegenhouden zolang die nog niet
gesloten is en ertegen verzet volgens lid 1. Als vennoten dit niet willen,
moeten zij vooraf hier afspraken over maken (aanhef art. 7A:1676 lid 1
BW). Een vennoot mag ook zonder toestemming een derde belasten
met het beheer van de maatschap volgens art. 7A:1678 BW).
Beschikkingsdaden
Beschikkingsdaden zijn handelingen die niet tot de beheersdaden
behoren, zoals aanschaf van bedrijfsauto of bedrijfspand.
Bij het verrichten van een beheersdaad is slechts de handelende
vennoot gebonden en aansprakelijk als de artikelen 7A:1673 t/m 1676
BW aangehouden worden, maar hij heeft dan wel het recht op regres.
4