Samenvatting: Basisboek
Huiselijk geweld
Auteurs: Hans Janssen, Wendela Wentzel
Vierde druk
Deel 1: Geweld in gezinnen
Hoofdstuk 1: Definitie en begripsafbakening
1.1 Geweld in gezinnen: an inconvenient truth
Van alle vormen van geweld komt huiselijk geweld verreweg het meeste voor. Volgens onderzoek
doen zich in ons land elk jaar 200.000 ernstige incidenten voor. Geweld in gezinnen vormt een
inconvenient truth: veel mensen weten dat het er is, maar hebben het er liever niet over.
1.2 Kenmerken van geweld in gezinnen
Geweld in de publieke en semipublieke ruimte is in de meeste gevallen openlijk geweld, terwijl
geweld in gezinnen voor de buitenwereld doorgaans onzichtbaar is. De pleger doet er vaak alles
aan om te voorkomen dat het slachtoffer ermee naar buiten treedt. Het slachtoffer schaamt zich,
legt de schuld vaak bij zichzelf of wil de pleger niet afvallen en zwijgt erover. Daardoor kan het
gebeuren dat vrouwen (zij zijn meestal het slachtoffer) vele malen worden mishandeld voordat ze
ermee naar buiten treden of via anderen, familie of buren, een melding bij de politie doen. Een
belangrijk kenmerk van geweld in gezinnen is dus de onzichtbaarheid, in stand gehouden door
geheimhouding (als gevolg van schaamte). Daarnaast wordt dit geweld gekenmerkt door de
omvang (per jaar meer dan 65.000 melding van huiselijk geweld). Veel geweldincidenten die
achter de voordeur plaatsvinden worden nooit bekend.
Geweld in de privésfeer kan zich eenmalig voordoen, maar in de meeste gevallen keert het met
grote regelmaat terug. Als het geweld zich eenmalig voordoet of als er sprake is van hooguit
enkele incidenten, gaat het om incidenteel geweld. Als iemand slachtoffer is van herhaald geweld
dat wekelijks of zelfs dagelijks voorkomt, spreken we van structureel geweld.
Het geweld doet zich voor in zeer verschillende vormen:
Fysieke mishandeling
Seksuele mishandeling
Psychische of emotionele mishandeling
Fysieke verwaarlozing
Psychische of emotionele verwaarlozing
Financiële uitbuiting
Cyclisch verloop van huiselijk geweld
Fase 1: Oplopende spanningen. Slachtoffer en pleger bouwen een patroon van
woordenwisselingen, schelden, uitdagen en dreigen op. Er is sprake van onenigheid zonder
oplossing.
Fase 2: Aanloop naar (nieuw) geweld. De spanningen leiden tot angst, onderwerping en
aanstekelijke woede. Beide partners verliezen controle.
Fase 3: De geweldsuitbarsting. De spanningen escaleren in fysiek, seksueel of psychisch
geweld. Het geweld kan eenzijdig of wederzijds zijn.
Fase 4: Wittebroodsweken. Schock, ontkenning, ongeloof en schaamte. De pleger voelt
zich schuldig en tracht de relatie weer goed te krijgen.
1
,Deze cyclus doet zich vooral voor bij één type huiselijk geweld, dat we doorgaans aanduiden met
de term common couple violence (uit de hand gelopen ruzies).
1.3 Gevolgen van huiselijk geweld
De gevolgen van huiselijk geweld kunnen verschillend van aard zijn:
Fysieke gevolgen: Bijv. brandwonden, snijwonden, botbreuken
Psychische gevolgen: Bijv. negatief zelfbeeld, depressieve gevoelens, angst
Psychosociale gevolgen: Bijv. scheiding, werk verliezen
Transgenerationele gevolgen: Geweld en slachtofferschap wordt vaak van de ene
generatie op de andere overgedragen.
Maatschappelijke gevolgen: Kosten voor hulp en opvang voor slachtoffers, kosten voor
behandeling en kosten voor inzet van politie etc.
Factoren die de ernst van de gevolgen kunnen afzwakken zijn onder meer de overlevingskracht en
draagkracht van het slachtoffer en de steun vanuit de omgeving.
1.4 Huiselijk geweld vanuit verschillende perspectieven
Huiselijk geweld als uiting van psychopathologie
Een deel van de plegers van partnergeweld is psychopathisch. Er is bijvoorbeeld een tijdlang veel
aandacht geweest voor moeders die leden aan het syndroom dat bekendstaat onder de naam
Münchhausen by proxy. Moeders die daaraan lijden, zijn in staat hun kind ernstig te mishandelen in
de hoop daarmee zelf aandacht te krijgen. Redenerend uit de gedragstheorie kan geweld een
aangeleerde manier van communiceren in het gezin zijn. Dat betekent dat het ook moet kunnen
worden afgeleerd.
Huiselijk geweld als uiting van machtsverschillen
Na de jaren 70 van de vorige eeuw werd geweld in gezinnen vooral gezien als een gevolg van
machtsverschillen tussen mannen en vrouwen. Huiselijk geweld wordt in overgrote meerderheid
door mannen gepleegd en vrouwen zijn bijna altijd het slachtoffer. In Nederland hebben de
vrouwen inmiddels een flinke inhaalslag gemaakt (hoger opgeleid, economisch onafhankelijk). Veel
vrouwen uit migrantenkringen moeten die inhaalslag nog maken. Vanuit dit perspectief is er alle
reden om aan te nemen dat huiselijk geweld in migrantenkringen vaker voorkomt dan daarbuiten.
Machtsverschillen zijn er ook tussen ouders en kinderen.
Huiselijk geweld, gedefinieerd vanuit het strafrecht
Gewelddadig gedrag is delictgedrag. Niet alleen fysiek en seksueel geweld, maar ook dreigementen
en andere vormen van psychisch geweld zijn strafbaar en moeten dus aangepakt worden. Het
wetboek van strafrecht maakt onderscheid tussen: mishandeling en andere vormen van fysiek
geweld, psychisch geweld en belaging (stalking).
Huiselijk geweld vanuit systeemtheoretisch perspectief
De systeemtheorie ziet huiselijk geweld niet als de daad van één gezinslid tegen een ander, maar
als een verschijnsel dat zich in de wisselwerking tussen beiden voordoet. Vanuit de
systeembenadering is er oog voor de interactiepatronen en omstandigheden die het gezin
‘vatbaarder’ maken voor geweld. De systeembenadering ‘contextualiseert’ huiselijk geweld, dat wil
zeggen: huiselijk geweld wordt gezien als iets dat ontstaat en kan blijven bestaan in een specifieke
context.
1.5 Ontwikkelingen in vogelvlucht
Een paar jaar geleden zijn enkele nieuwe wetten van kracht geworden die hebben geleid tot een
complete stelselwijziging en ook tot een nieuwe visie op hulp en zorg. De nieuwe Jeugdwet, de
WMO en de Participatiewet leggen niet alleen de verantwoordelijkheid voor die terreinen bij
gemeenten, ze gaan ook uit van andere vertrekpunten dan de ‘oude verzorgingsstaat’. De overheid
treedt steeds meer terug en geeft steeds meer ruimte aan eigen initiatief van burgers. Er wordt
2
,steeds meer gewerkt vanuit sociale wijkteams, waarin vaak professionals van verschillende
disciplines samenwerken. Men zou dat een generalistische benadering kunnen noemen. Een
generalist is een professional die in staat is antwoord te geven op een diversiteit aan hulpvragen.
Tot het einde van de vorige eeuw bemoeide de overheid zich het liefst zo min mogelijk met
huiselijk geweld, omdat het als een persoonlijke aangelegenheid werd beschouwd. De overheid
heeft met de kabinetsnota privé geweld – publieke zaak een andere toon gezet. Huiselijk geweld
wordt in deze nota beschreven als delictgedrag. Daarom is de overheid verplicht om in te grijpen.
Decentralisatie: aanpak op maat
Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor tal van taken die tot die tijd onder
verantwoordelijkheid van rijk of provincies vielen. Leidende gedachte achter de decentralisatie van
onder meer de jeugdzorg, is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun zelfredzaamheid en
participatie en dat ze eerst hun eigen mogelijkheden en sociale netwerk moeten aanspreken,
voordat ze een beroep doen op voorzieningen die met publiek geld worden gefinancierd. Elke
gemeente voert sinds 2015 een eigen beleid voor de aanpak van huiselijk geweld en
kindermishandeling. Dat beleid wordt gekenmerkt door een aanpak op wijkniveau – onder meer
door de inschakeling van wijkteams.
1.6 Een werkdefinitie en een uitgewerkte definitie van huiselijk geweld
De definitie van huiselijk geweld die in de kabinetsnota wordt gehanteerd en die ook door de
meeste gemeenten gebruikt wordt, luidt: “Huiselijk geweld is geweld dat gepleegd wordt door
iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer”. Intussen heeft de overheid de definitie van
huiselijk geweld gepreciseerd. In de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt
huiselijk geweld omschreven als: “Fysiek, psychisch of seksueel geweld of bedreiging daarmee dat
gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Daaronder kunnen tevens
worden verstaan: eer gerelateerd geweld en ouderenmishandeling”. In de definitie uit de
kabinetsnota en in de uitgebreidere definitie zitten een aantal sleutelwoorden die bepalend zijn
voor de verdere invulling van het begrip huiselijk geweld. Deze sleutelwoorden zijn:
Geweld: Hieronder valt fysiek geweld, seksueel geweld en psychisch geweld.
Huiselijke kring: Kenmerkend voor geweld in gezinnen is dat de pleger uit de huiselijke
kring van het slachtoffer afkomstig is. In de eerste plaats worden daar medegezinsleden
mee bedoeld, zoals partners, kinderen, ouders, broers en zussen. In de tweede plaats
worden er nabije familieleden mee bedoeld. Ten slotte kunnen sommige huisvrienden tot
de huiselijke kring gerekend worden, maar dan gaat het wel om huisvrienden die heel
frequent over de vloer komen.
Het slachtoffer: Er wordt bij huiselijk geweld onderscheid gemaakt tussen
partner/relatiegeweld, kindermishandeling, oudermishandeling en ouderenmishandeling. Er
is lang niet altijd sprake van één slachtoffer en één pleger. Vaak zijn er meer slachtoffers
en vaak gaat het om wederkerig geweld, waarbij geen onderscheid meer gemaakt kan
worden tussen pleger en slachtoffer.
Wat valt er niet onder de definitie van huiselijk geweld?
Problemen met loverboys
Kindermishandeling en seksueel geweld tegen kinderen dat gepleegd wordt door
niet-familieleden: Bijv. door sportleiders of wildvreemden.
Jongensbesnijdenis: Meisjesbesnijdenis wordt wel gezien als huiselijk geweld, omdat het
in de meeste gevallen plaatsvindt op verzoek van de ouders en in hun aanwezigheid.
Jongensbesnijdenis heeft het doel – beperking van seksuele vrijheid en seksueel genot –
niet. Het kan een pijnlijke ingreep zijn, maar heeft uiteindelijk vooral vergroting van de
hygiëne tot doel.
Ouderenmishandeling in tehuizen: Hoewel mishandeling kan plaatsvinden in het huis
waar de oudere woonachtig is, wordt het niet als huiselijk geweld gezien maar als vorm
van misbehandeling die in eerste instantie valt onder het tuchtrecht.
3
, Mishandeling van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking in
tehuizen: Ook dit wordt gezien als een vorm van misbehandeling en valt onder het
tuchtrecht van de sector.
Hoofdstuk 2: Geweld tegen (ex-)partners, kinderen, ouders en ouderen
In de definitie van huiselijk geweld worden 3 vormen onderscheiden: partnergeweld,
kindermishandeling en geweld tegen ouders en ouderen.
2.1 Partnergeweld
Partnergeweld is geweld dat door de (ex-)partner van het slachtoffer gepleegd wordt. In veel
gevallen is partnergeweld een uiting van machtsverschillen: de ene partner (vaak de man) oefent
macht uit over de ander (vaak de vrouw). Mannen kunnen vrouwen volkomen in hun macht
krijgen. Dit type geweld zou kunnen worden aangeduid met de term partnerterreur: intentioneel,
opzettelijk geweld. Lang niet alle vormen van partnergeweld kunnen echter getypeerd worden als
partnerterreur. Al geruime tijd is er aandacht voor wat we ‘de typologie van geweld’ zouden
kunnen noemen. Kelly en Johnson beschrijven 4 typen partnergeweld:
1. Situationeel geweld (common couple violence): Dit type geweld komt het meeste
voor en wordt in gelijke mate door mannen en door vrouwen gepleegd. Vaak ontstaat er
tussen partners geweld uit onmacht. Er is sprake van een slechte manier van ruziemaken.
2. Partnerterreur (intimate terrorism): Bij partnerterreur gaat het doorgaans om
stelselmatig, intentioneel geweld door de partner die zich machtiger voelt dan de ander.
Het geweld kan verschillende vormen aannemen zoals controle, intimidatie, isolatie en
opzettelijk, emotioneel kil fysiek geweld.
3. Gewelddadig verzet (violent resistance): Als de ene partner de andere dreigt aan te
vallen, kan die ander in verzet komen. Soms gaat die zelfverdediging echter erg ver en
vindt er bovenmatig geweld plaats als reactie op een dreiging of aanval.
4. Geweld bij scheidingen (divorce violence): In sommige gevallen kan het gebeuren dat
iemand de controle over zichzelf verliest en als het ware wild om zich heen slaat, met
voorwerpen gooit of dingen van de ander kapotmaakt. Dit type geweld is doorgaans vrij
mild en van tijdelijke aard. Als de scheiding eenmaal verwerkt is, komt het in principe niet
meer voor.
Typologie van slachtoffers van partnergeweld
Er zijn twee typen slachtoffers: incidentele en chronische slachtoffers.
Incidentele slachtoffers: Vrouwen of mannen die eenmalig het slachtoffer worden van
een gewelddadige partner. Deze personen hebben geen kenmerken die als risicofactor
gelden voor slachtofferschap. Zij treffen puur toevallig een mishandelende partner.
Chronische slachtoffers: Er zijn vrouwen en mannen die steeds weer een gewelddadige/
mishandelende partner treffen. Zij zijn onder te verdelen in:
- Traumarepeterende slachtoffers: Slachtoffers die vanaf hun kindertijd steeds
opnieuw mishandeld worden in relaties. Deze slachtoffers zoeken bewust of onbewust
mishandelende partners uit of lokken in hun relatie gewelddadig gedrag uit bij hun
partner.
- Afhankelijke slachtoffers: Vrouwen en mannen met een negatief zelfbeeld en weinig
zelfvertrouwen. Zoeken vaak een sterke partner en stellen zich afhankelijk op. Deze
slachtoffers laten toe dat ze geïntimideerd of mishandeld worden en geven altijd toe
aan de wensen van hun partner.
- Psychologisch agressieve slachtoffers: Zij roepen door gedrag of met woorden
negatieve gevoelens bij de ander op en lokken zelf fysiek geweld uit. In conflicten
willen ze winnen en gelijk krijgen.
- Slachtoffers met borderlinepersoonlijkheid: Zij hebben vaak intense, maar ook
instabiele relaties.
- Verslaafde slachtoffers: Zij kunnen niet zonder alcohol of drugs. Ze zoeken en
vinden meestal partners binnen hun eigen kring van verslaafden wat voor een
verhoogd risico op het treffen van een mishandelende partner zorgt.
4