Oratie van Hans Hoeken - hoofdzaken in het tentamen
Communicatie- en informatiewetenschappen (CIW) beschrijft en verklaart communicatie en
mediagebruik vanuit een functioneel kader; CIW beschrijft de relaties tussen de doelen van
communicatiepartners, de vorm en inhoud van communicatie en de mogelijkheden die media
bieden, en vanuit die beschrijving probeert CIW de bedoelde en onbedoelde gevolgen te verklaren
Constitutieve benadering van communicatie = communicatie kan iets creëren of tot bestaan
brengen dat er nog niet eerder is geweest (afspraak, contract, identiteit, etc.); communicatie
produceert en reproduceert relaties, identiteiten en culturen
Drie communicatiedoelen
- Verzoek = communicatie gericht op het beïnvloeden van het gedrag van de ander; eigenbelang ligt
ten grondslag
VB. ‘Heb je iets te eten voor me?
- Informeren = communicatie gericht op het vertellen van iets waarvan je denkt dat de ander het nog
niet weet, maar wel zou willen weten; in het belang van de ander en niet in jouw eigenbelang;
altruïstisch gedrag wordt verklaard door het helpen van elkaar
VB. ‘Het is twaalf minuten lopen naar het station’
- Delen/’sharing’ = construeren en delen van gedeelde groepsnormen door middel van verhalen
• Directe wederkerigheid à Ik doe iets voor jou en jij doet iets voor mij
VB. ik betaal nu jouw eten, en jij betaalt de volgende keer mijn eten
• Indirecte wederkerigheid à groepsnorm om mensen te helpen; als jij je niet houdt aan de
groepsnormen val je niet binnen de groep en mensen willen dit voorkomen; lidmaatschap
van een groep is essentieel voor je welzijn en biedt steun, informatie en vermaak;
groepsnormen zorgen ervoor dat we elkaars verzoeken inwilligen en elkaar voorzien van
relevante informatie
VB. als iemand zijn jas vergeet in de trein diegene zijn jas aangeven
Mensen kunnen verzoeken, informeren en delen; apen kunnen slechts verzoeken doen
Media stellen ons in staat communicatiedoelen ook na te streven bij mensen van wie we door ruimte
en tijd gescheiden zijn; technologieën bieden nieuwe affordances (unieke kenmerken van media)
Affordances = wijze waarop het medium mogelijkheden van de gebruiker vergroot, of beperkt, om
bepaalde doelen te bereiken
Drie mediagebruiksdoelen
- Informatie (toename van kennis)
- Vermaak
- Verbondenheid (gevoel dat je erbij hoort)
‘Uses and gratifications’-benadering verklaart communicatie en mediagebruik vanuit een
functioneel perspectief; mediagebruik (uses) wordt verklaard vanuit de beloningen (gratifications)
die dat mediagebruik oplevert
- Kennis à behoefte om zicht te hebben op de ontwikkelingen om ons heen
- Vermaak à behoefte aan verhalen, die ons vrolijk maken of tot nadenken stemmen
- Sociale gratificaties à behoefte om in contact te staan met anderen
Twee vormen van welbevinden (Ryan en Deci)
- Hedonistisch welbevinden à aanwezigheid van positieve gevoelens en afwezigheid van negatieve
gevoelens; wanneer positieve gevoelens (blijdschap, tevredenheid, etc.) sterker aanwezig zijn dan
negatieve gevoelens (verveling, verdriet, etc.) voelen we ons beter
1
, VB. comedy biedt vermaak en verdrijft verveling
- Eudaimonisch welbevinden à persoonlijke groei tot een beter, wijzer mens; talenten inzetten voor
wezenlijke doelen; gevoel van autonomie, competentie en verbondenheid
• Autonomie à zelfbeschikking van een individu zonder overheersing door een andere
entiteit (onafhankelijkheid); controle over ons gedrag
• Competentie à vermogen om een taak met de juiste kennis en vaardigheden te verrichten
(bekwaamheid, deskundigheid)
• Verbondenheid à gevoel dat je bij elkaar hoort, of dat je als individu bij een groep hoort
(saamhorigheid, solidariteit); gevoel dat je een gewaardeerd en gerespecteerd lid van een
groep bent
Communicatie en mediagebruik is doelgericht; we bereiken echter niet altijd onze doelen
Factoren die een functionele verklaring van communicatie en mediagebruik geven
- Inhoud en vorm van de multimodale boodschap
• Retorisch genre à beschrijvingen en verklaringen van algemene fenomenen waarbij gebruik
wordt gemaakt van categorisatie en logica (analyses, logisch bewijs en redelijke
argumenten); er is een relatie tussen tekstkenmerken en de begrijpelijkheid van een tekst
• Narratieve genre à particuliere menselijke doelen en menselijk handelen en de
consequenties ervan; verhalen als een fundamenteel genre die informatie en vermaak
bieden
- Voorkennis, waarden en cognitieve vaardigheden van het publiek, degene die de boodschap
verwerkt; twee perspectieven van de interactie tussen boodschap en publiek die op elkaar inwerken
• Publiek à beloning die interactie oplevert
• Ontwerper boodschap à publiek overtuigen, boodschap overbrengen, vermaak van verhaal
en bevestigen van gedeelde normen
- Kenmerken van het medium
• Oude media à kleine groep, massamedia (kranten, radio, televisie, film, etc.)
• Nieuwe media à veelvoud aan, devices, kanalen en media binnen deze kanalen
Behoefte aan een beschrijvingskader dat gericht is op onderliggende dimensies om oudere, huidige
en toekomstige media te kunnen beschrijven à probleem is dat media elkaar in een hoog tempo
opvolgen
Vier dimensies van media (Sundar en Limperos)
- Modaliteit à zintuigen prikkelen
- Agency
- Interactiviteit
- Navigeerbaarheid
Bedrijven en organisaties zetten algoritmes in die onze voorkeuren, wat betreft inhoud, vorm en
medium, reflecteren; algoritmes personaliseren online informatie voor gebruikers, vaak zonder dat
zij zich hier bewust van zijn en buiten hun medeweten
VB. wanneer je jonge kinderen hebt, krijg je online advertenties van luiers aangeboden
Communicatie en cultuur beïnvloeden elkaar (tweerichtingsverkeer)
VB. cultuur beïnvloedt communicatie à koning spreken we aan met ‘u’
communicatie beïnvloedt cultuur à perceptie van machtsverhoudingen wordt versterkt
2