Sociologie wordt omschreven als wetenschap van de maatschappij, wetenschap van het
menselijke samenleven of wetenschap van het sociale. Alles wat met het samenleven van
mensen te maken heeft.
Sociaal betekent alles wat met het samenleven van mensen te maken heeft.
Sociologie probeert 2 vragen te beantwoorden:
1. Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het feit dat zij deel uitmaken van
allerlei samenlevingsverbanden?
2. Hoe zit de samenleving in elkaar?
Microniveau: De directe sociale omgeving van een individu (gezin)
Mesoniveau: Grotere organisatorische verbanden waar je deel van uitmaakt (school, wijk)
Macroniveau: Heeft betrekking op maatschappij als geheel
Sociologie is een: Empirische wetenschap: Wetenschap waarbij kennis voortkomt uit
systematische waarneming van feiten. De sociologie probeert objectief vast te stellen hoe
de maatschappelijke werkelijkheid in elkaar zit d.m.v. onderzoek.
- Ontwerpen
- Verzamelen
- Analyseren
- evalueren
Resultaten uit onderzoeken zullen niet leiden tot de formulering van wetmatigheden met
betrekking tot het menselijk gedrag. Wel kunnen regelmatigheden, waarschijnlijkheden en
patronen in kaart worden gebracht.
Sociologie helpt verpleegkundigen inzicht krijgen in:
- Het eigen gedrag en dat van anderen
- Maatschappelijke factoren met betrekking tot zorg, ziekte en gezondheid
- De positie van verpleegkundigen in allerlei groeperingen
- De ontwikkeling in de gezondheidszorg
Interactie: Het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar in onderlinge wisselwerking.
Het gedrag van de een leidt tot de ander. De reactie is gebaseerd op interpretatie
(subjectieve definitie van situatie)
Identiteit: De wijze waarop iemand zichzelf ziet, komt tot stand via allerlei
interactieprocessen.
Inbeelding van het beeld van anderen bepaalt jouw reactie
Role-taking: mensen verplaatsen zich in gedachten in positie van anderen met wie zij in
contact komen. (belangrijk voor ontwikkeling van zelfbeeld)
Enerzijds delen mensen interpretaties van de werkelijkheid, maar anderzijds komen ze ook
vaak tot verschillen.
, Referentiekader: Het geheel van waarden, normen, overtuigingen en
vanzelfsprekendheden op grond waarvan de leden van een groepering oordelen en
handelen. De sociale bril waardoor iemand de werkelijkheid bekijkt
Selectief waarnemen: mensen stellen zich niet allen selectief open voor allerlei prikkels, zij
nemen die prikkels ook selectief waar. Bij het waarnemen van prikkels vindt een selectie
plaats d.m.v. adoptie: constante prikkels nemen wij op een gegeven moment niet meer
waar. Relativiteit: wij nemen vooral veranderingen waar.
Mensen vormen zich een gezamenlijk beeld van de werkelijkheid d.m.v. kijken naar wat
normaal is en wat afwijkend is. Afwijkend gedrag is dus een sociale constructie: mensen
bepalen samen wat zij normaal en wat ze abnormaal vinden.
Afwijkend gedrag: Een sociale constructie, wijkt af van het normale.
Attributietheorie: Mensen proberen bij het waarnemen alles te verklaren.
Fundamentele attribitiefout: De rol van de persoon wordt overschat en de rol van
omstandigheden onderschat en de rol van omstandigheden worden overschat. Dus interne
factoren worden eerder als oorzaak gezien als externe factoren.
Etikettering: Bij de eerste ontmoeting iemand een label geven
Stigma: brandmerk, een zeer negatief label, 3 soorten:
1. Lichamelijke gebreken of afwijkingen
2. Als ongewenst beschouwde karaktertrekken; psychische stoornissen, verslaving.
3. Collectieve stigma, het behoren tot een bepaald ras, volk of religie.
Vooroordeel & stereotype
Selffulfilling prophecy: Subjectieve definitie van de situatie kan zichzelf waarmaken. Men
heeft aanvankelijk een onjuiste definitie van de situatie waarnaar men gaat handelen
waardoor de onjuiste definitie juist wordt.
Selfdestroying prophecy: Men heeft een juiste definitie van de situatie waarnaar men gaat
handelen, waardoor de juiste definitie onjuist wordt.
Pygmallon-effect: Het oordeel dat men heeft over anderen, is sterk onderheving aan
opvattingen die men allang heeft over hen.
Cultuur: mensen worden aan elkaar gevormd.
Subcultuur: een cultuur die een aantal kenmerken gemeenschappelijk heeft met de
overkoepelende cultuur, maar die ook een aantal eigen elementen heeft. Natuur is wat de
mens bij de geboorte meekrijgt, aangeboren eigenschappen. Dit is niet onveranderbaar
wanneer bij in de beoordeling van anderen onze eigen waarden en normen ventraal stellen,
spreken we van etnocentrisme en cultureel lag is wanneer verschillende cultuurelementen
zich in een verschillend tempo ontwikkelen, waardoor er problemen ontstaan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper philineburmann97. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.