College 2
1. Inductieve benadering: op basis van gegevens/bevindingen wordt theorie gegenereerd; algemene
observaties daar maak je een uitspraak van; suggesties doen
Deductief: theorie en dan hypothese opstellen en dan toetsen; noodzakelijke relatie; specifiek naar algemeen
Inductief: nog geen hypothese/theorie; je gaat observeren/praten en op basis van dat bouw je een theorie;
waarschijnlijkheidsrelatie algemeen naar specifiek (of andersom??)
2. Constructivistische visie: hoe ziet onze werkelijkheid eruit? Sociale werkelijkheid wordt door mensen
zelf gecreëerd (ook door de onderzoeker); met elkaar creëren wij een werkelijkheid; actoren (factoren)
concepten kunnen veranderen en de visie daarop ook
3. Interpretatieve visie: tegenhanger positivisme: kun je in de sociale wetenschappen wel de
natuurwetenschappelijke methode toepassen; hoe kunnen wij kennis vergaren? Epistemologie; hard
meten en causaliteit vergaren = positivisme; interpretatieve visie denkt dat het zo niet werkt
Interpretatie van de wereld om ons heen bepaalt mede hoe wij ons gedragen
Kennis op basis van interpretaties van ‘actoren’ (mensen om je heen) Reactie is anders
Soms meer in de positie kruipen van een ander om de ander te begrijpen
Het gebruik van concepten (Blumer)
Definitive concepts
- Indicatoren leggen concept vast
- Nadruk op de ‘gewone’ aspecten van het fenomeen
- Legt theorie op de sociale werkelijkheid
- Dit willen kwalitatieve onderzoekers liever niet
Sensitizing concepts /richtinggevende begrippen
- Algemeen referentiekader
- Ontdekken van allerlei vormen van een fenomeen
- Van breed naar smal
- Kan nog aanpassen
LEREN VOOR TENTAMEN
Zwart-wit verschillen
Maar niet teveel in hokjes stoppen
Je meet niet alleen gedrag bij kwantitatief onderzoek; soms ook bijvoorbeeld de mening; gedrag in de natuurlijke
context en in verband met persoonlijke interpretatie; kwantitatief onderzoek kan ook in een natuurlijke setting
gebeuren & andersom; kwalitatief onderzoek hoeft niet alleen betekenis te onderzoeken
,Het onderscheid wordt vaak negatief gedefinieerd; dit is het NIET i.p.v. dit is het WEL
Het onderscheid tussen de twee vormen is wel nuttig, maar
- Er is geen noodzakelijk verband tussen de twee onderzoeksmethodes en epistemologische en
ontologische visies
- Veel genoemde uitgangspunten zijn niet standaard
Quasi kwantificatie: een aantal, meerdere, een paar: wel kwantificeren maar niet heel precies
Kwantitatief onderzoek kan ook voor kleine groepen en andersom
Kwantitatief onderzoek
- Niet altijd toetsen van hypothesen
- Vaak specifieke voorstellen voor het bijstellen van theorieën
- Kwalitatief onderzoek kan ook hypothesen toetsen
Analytische inductie; gebruiken van hypothesen (kan ook verhalend gedaan worden)
Getallen versus woorden
- In kwalitatief onderzoek wordt ook wel een beperkte vorm van kwantificeren gebruikt met (de meeste,
vaak sommige) quasi kwantificatie
Kunstmatig versus natuurlijk (experimenten); omgeving om gedrag uit te lokken; gedrag in de natuurlijke
omgeving is het meeste bij kwalitatief onderzoek
Structuur versus flexibiliteit (kwalitatieve onderzoekers zijn wel flexibel maar hebben structuur nodig)
- Sommige kwalitatieve onderzoekers;
- Focussen meer op een specifieke vraag
- Gaan meer gestructureerd te werk
Conversatie analyse
Data-analyse (CAQDAS)
Meer transparantie
Nuanceren en minder strikt in hokjes plaatsen
Binnengroepsvariantie is groter dan de tussengroepsvariantie
Onderzoeksvraag moet leidend zijn; eerst de vraag stellen en daarna bedenken of je die gaat beantwoorden met
kwalitatief of kwantitatief onderzoek
Punten van kritiek
Kwalitatief onderzoek is:
- Te subjectief; je bent je eigen meetinstrument; je gebruikt niet een algemene checklist/vragenlijst
- Invloed van de onderzoeker is groter wanneer je een participerende observatie doet
- Moeilijk te herhalen; onderzoeker zelf een rol en sociale werkelijkheid is veranderlijk
- Problemen met generalisatie (hoeft ook niet perse, daar gaat het niet om)
Samples niet representatief (te klein)
- Te weinig transparant
Niet altijd duidelijk wat een onderzoeker precies heeft gedaan
Betrouwbaarheid en validiteit
Drie benaderingen
1. Vasthouden aan criteria voor kwantitatief onderzoek
2. Andere criteria hanteren als je vasthoud aan vaste criteria dan vind je überhaupt niet dat dingen op
verschillen momenten hetzelfde zijn, en als je andere doelen hebt waarom zou je dan dezelfde criteria
gebruiken?
3. Gulden middenweg bewandelen
Herhalen geeft dezelfde resultaten betrouwbaarheid
Meet ik echt dat wat ik wil meten en geldt de conclusie ook voor een grotere groep validiteit
, Alternatieve criteria
Trustworthiness = kijk in je boek! Betrouwbaarheid
- Credibility niet hetzelfde als interne validiteit; past de theorie echt goed bij de data die je binnen hebt
gekregen?
Respondentvalidatie: aan de mensen vragen wat ze vinden van het onderzoek en de resultaten
Triangulatie; van verschillende hoeken hetzelfde gaan bekijken; krijg ik dan andere dingen?
- Transferability (rijke, allesomvattende beschrijving; koppeling met externe validiteit; transferabel naar
een andere groep; heel gedetailleerd aangeven wat de context van je onderzoek was; zodat mensen het
na kunnen doen)
Mate van generaliseren
- Dependability (auditing); alle stappen direct opschrijven; WAAROM heb ik dit gedaan en dit gevraagd,
andere onderzoekers mee laten kijken
- Confirmability (niet overduidelijk een te gekleurde visie); zonder bias of vooroordeel of mening een
onderzoek of gesprek ingaan; onderzoeken naar richting die mening, zo objectief mogelijk
Authenticity = vinden dat je onderzoek ertoe moet doen (voor een ander) – wat krijgen anderen ervoor terug?
- Catalytic (aanzet tot verandering; in de praktijk)
- Tactical (empowerment van mensen; blij worden van het meedoen)
Checklijsten om te controleren of het kwalitatieve onderzoek een goede kwaliteit heeft
HOEF JE NIET TE LEREN
SILVERMAN
Mixed Method
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek kunnen samen gebruikt worden
- Explanatory design; cijfers van kwantitatief onderzoek toelichten door een kwalitatief onderzoek
- Exploratory design; beginnen met kwalitatief onderzoek en in een later stadium bevestigen of
ontkrachten met kwantitatief design
- Concurrent; kwalitatieve en kwantitatieve componenten gaan samen op hetzelfde momenten; komen
ze overeen/vullen ze elkaar aan
- Consecutively/sequential; een van de methoden doen voordat je de andere methode doet
De kern
- Wat is het doel van je onderzoek/onderzoeksvraag en welke methode past daar het beste bij?
- Let op: vergelijk niet goed met slecht onderzoek!
- Laat je niet leiden door gedachten als: dat kan ik toch niet, dat is makkelijker, daar heb ik geen tijd voor
etc.
- Altijd weloverwogen en stapsgewijs keuzes maken en werken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wiekevanluijk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.