Een volledige en goede samenvatting van probleem 4 voor het vak “Personality disorders” voor masterstudenten van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. De samenvatting bevat alle verplichte literatuur (boek & artikelen) en is met afbeeldingen bijgevuld om de stof wat duidelijker te maken. Ik heb...
Samenvatting ‘Personality disorders’ probleem 4: What are your pronouns?
DSM-V
Termen
● Gender = geeft de publieke geleefde rol als man/vrouw aan in de samenleving, waar
biologische factoren wel bijdragen
● Gender assignment = de initiële toeschrijving als man/vrouw (gebeurt bij geboorte)
● Gender-atypical = geeft de somatische kenmerken of gedragingen aan die niet typisch zijn
voor individuen met een bepaald toegewezen geslacht in een samenleving en historische era
○ Gender-nonconforming = alternatieve term
● Gender reassignment = een officiële verandering van gender/geslacht
● Gender identity = een categorie van sociale identiteit en refereert naar de identificatie van
een individu als man/vrouw of een andere categorie
● Gender dysphoria = de affectieve en cognitieve ontevredenheid met een toegewezen
geslacht (algemeen)
● Transgender = het brede spectrum van individuen die zich (persistent) identificeren met
een geslacht dat anders is van hun geboortegeslacht
● Transseksueel = een individu die een sociale transitie van man naar vrouw of vrouw naar
man heeft gemaakt, wat vaak een somatische transitie door cross-sex hormoonbehandeling
en genitale operatie bevat (sex reassignment surgery)
● Gender dysphoria = de distress die gepaard gaat met de incongruentie tussen het geslacht
dat je ervaart/voelt en het geslacht dat je is toegewezen
Gender dysphoria
Zie criteria op volgende bladzijde
Diagnostische kenmerken: legt de criteria hierboven uitgebreid uit a.d.h.v. voorbeelden (zie
DSM-V)
Geassocieerde kenmerken:
● Tijdens puberteit kunnen jongens hun genitaliën samenbinden om erecties minder
zichtbaar te maken en kunnen meisjes hun borsten bedekken/inbinden
● Adolescenten kunnen met of zonder supervisie aan hormonale onderdrukkers of steroiden
komen
● Vaak laten ze in relaties hun genitaliën niet zien/voelen, waardoor er verminderde seksuele
activiteit is
● Soms wordt er hormoonbehandeling en/of gender reassignment surgery gedaan
● Voordat er sprake is geweest van ‘gender reassignment’ is er een verhoogd risico op
suïcidale ideatie, suïcidepogingen en suïcides
○ Na gender reassignment kan suïcide nog steeds een risico zijn
Prevalentie: voor natale mannen 0.005-0.014% en voor natale vrouwen 0.002-0.003%
- Dit zijn waarschijnlijk onderschattingen
- Geslachtsverschillen hangen af per leeftijdscategorie (maar meestal wel meer bij natale
mannen!)
Ontwikkeling & verloop: de criteria voor kinderen zijn meer concreet en gedragelijk dan de criteria
voor adolescenten/volwassenen. Jonge kinderen vertonen minder extreme en persistente dysforie
(dan oudere kids, adolescenten en volwassenen)
● Bij volwassenen/adolescenten is incongruentie tussen het ervaren geslacht en het
biologische geslacht een kernkenmerk
● Distress en impairment variëren ook met leeftijd
Genderdysforie zonder een disorder van ‘sex development’: de onset van cross-gender gedrag is
vaak tussen 2-4 jaar (komt overeen met ontwikkelingsperiode van gender behavior). Maar een klein
gedeelte van deze kinderen ervaart anatomische dysforie (willen een andere seksuele anatomie),
maar dit wordt meer naarmate de kinderen ouder worden
, ● Persistentie = doorzetten van GD in de jeugd naar adolescentie of volwassenheid
○ Natale mannen: 2.2-30%
○ Natale vrouwen: 12-50%
○ Geassocieerde factoren: ernst GD, lage SES (bij natale mannen), seksuele
aantrekking naar individuen van eigen natale geslacht
○ Bij natale mannen waarbij GD niet blijft bestaan, zijn de natale mannen vaak
homoseksueel (63-100%)
○ Bij natale vrouwen waarbij GD niet blijft bestaan, zijn de natale vrouwen minder
vaak lesbisch (32-50%)
Soorten trajecten:
1. Early onset GD: begint in de jeugd en blijft bestaan in adolescentie/volwassenheid of er is
een tussenvalsperiode waarin de GD ophoudt en de individuen zichzelf als homoseksueel
benoemen, waarna GD later weer terugkomt
a. Adolescente/volwassen natale mannen zijn vaak seksueel aangetrokken tot mannen
(androphilic)
b. Natale mannen met early onset zoeken op jongere leeftijd hormoonbehandeling en
reassignment surgery
2. Late onset GD: komt voor in de puberteit of veel later in het leven
a. Hierbij ervaarden sommigen in de jeugd wel verlangens, maar werd dit nooit naar
anderen uitgedrukt
b. Bij adolescente mannen en vrouwen met late onset GD, zijn de ouders vaak verrast,
omdat ze tijdens de jeugd geen tekenen zagen
c. Uitingen van anatomische dysforie komen vaker voor bij adolescenten wanneer de
secundaire geslachtskarakteristieken zijn ontwikkeld
d. Adolescenten/volwassenen met late onset tonen vaak travestie (bij natale mannen).
Een groot deel van deze individuen zijn gynephilic of seksueel aangetrokken aan de
andere post-transitie natale mannen
e. Kunnen meer fluctuaties in de mate van GD zijn bij late onset groep en ze kunnen
meer ambivalent zijn en minder blij na gender reassignment surgery
Bij adolescente/volwassen natale vrouwen, komt early onset het vaakste voor (vaker dan bij natale
mannen). Deze vrouwen zijn bijna altijd gynephilic (vallen op vrouwen). Echter, als natale vrouwen
een late onset hebben, dan zijn ze vaak androphilic (vallen op mannen)
Genderdysforie in associatie met een seksontwikkelingsstoornis: deze individuen hebben vaak op
jonge leeftijd al medische aandacht. Deze groep heeft vaker onvruchtbaarheidsproblemen, waardoor
artsen eerder willig zijn om cross-sex hormoonbehandeling en genitale operaties te bieden voor de
volwassenheid
● Stoornissen in seksontwikkeling zijn vaak geassocieerd met gender-atypisch gedrag in de
jeugd. Echter, de meeste van deze gevallen ontwikkelen geen GD!
Risico- en prognostische factoren:
● Temperamenteel: mogelijk leidt een hoge mate van ‘atypicality’ tot een grotere kans op de
ontwikkeling van GD en de persistentie naar volwassenheid (aangezien kinderen met GD
vaak atypisch gender gedrag vertonen)
● Omgeving: natale mannen met GD hebben vaker oudere broers dan mannen zonder GD.
Andere factoren (bij late onset) zijn: habitual fetishistic transvetism wat leidt tot
autogynephilia (seksuele arousal bij de gedachte van jezelf als vrouw) en andere vormen van
sociale, psychologische en ontwikkelingsproblemen
● Genetisch & fysiologisch:
○ Erfelijkheid? Zwak bewijs
○ GD met een stoornis van seksontwikkeling: grotere kans op latere GD als er verhoogde
prenatale productie en gebruik van androgenen is (echter, de invloed van
androgenen is meer gerelateerd aan gender gedrag, dan genderidentiteit!!!)
Cultuur: GD komt in veel verschillende landen en culturen voor!
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eeefjewentelteefje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.