Samenvatting geschiedenis van de filosofie
Week 1
De mensheid heeft verschillende ontwikkelingen doorgemaakt in het mensbeeld.
Van -500 – 1500, de klassieke tijd en het christendom word de mens gezien als een natuurlijk en
tekortschietend wezen.
Naar 1500 – 1950 , de renaissance tot moderniteit word de mens gezien als een cultuur lijk en zichzelf
altijd vernieuwend wezen.
En van 1950 – heden word de mens gezien als een hybride en onzeker wezen, opnieuw zoekend naar
balans.
Filosofie bestaat uit een driedeling:
- Theorie: wat weet ik, wat kan ik weten?
- Ethiek: wat moet ik doen, hoe moet ik mij gedragen?
- Metafysica: wat moet ik denken/geloven als ik het niet zeker weet? Wat is de zin/betekenis
ervan?
Voorbeeld: de dagelijkse ervaring van mijn kinderen.(verwondering).
‘’ik verwonder mij over de snelheid waarmee kinderen volwassen worden’’. Je kan bij deze
verwondering de driedeling van de filosofie gebruiken om antwoorden te krijgen.
- Theoretische vraag: wat is volwassenheid?
- Praktische vraag: hoe moet ik omgaan met kinderen die al snel volwassen worden?
- Metafysische vraag: zijn kinderen misschien wel meer volwassen dan ouderen? En zo ja is er
dan een moment dat ze die wijsheid weer verliezen aangezien kinderen ook ouder worden?
het thema van de cursus is ‘besturen en bestuurd worden’, als mens wil je van alles, maar beseft dat
dit heel vaak accepteren betekent van factoren die je niet de baas bent.
In de eerste tekst kernfiguren en kernideeën van de filosofie worden twee extreme standpunten
beschreven binnen het thema ‘besturen en bestuurd worden’’. Dit zijn determinisme en
indeterminisme.
Determinisme: de wereld bestaat uit vaste wetten, wordt gestuurd door bepaalde factoren, waar de
mens slechts een onderdeel van is, en waarop hij geen invloed kan uitoefenen. De mens heeft het
idee dat het een vrije wil heeft, maar wij deze eigenlijk niet hebben omdat alles al vast staat.
Meer info: https://www.rug.nl/education/scholierenacademie/studieondersteuning/
profielwerkstuk/alfasteunpunt/subjects/onderwerpen/filosofie/1.-vrije-wil-en-determinisme
Indeterminisme: de wereld bestaat slechts gedeeltelijk uit vaste wetten en regelmatigheden, en is
grotendeels een resultaat van onvoorspelbare gebeurtenissen en toeval. De mens heeft hier relatief
veel vrijheid in.
Meer info: https://nl.wikipedia.org/wiki/Indeterminisme
Plato
Voor Plato gaat filosofie over het ervaren en kennen van de werkelijkheid en wat dit proces voor de
mensheid betekent. Filosofie gaat niet over het doorgronden van de mysteries van het leven, maar
over het nadenken over dagelijkse ervaringen.
Filmpjes: https://nl.wikipedia.org/wiki/Indeterminisme https://www.youtube.com/watch?
v=VDiyQub6vpw
,Socrates
De geschiedenis van de westerse filosofie begint bij Socrates. Filosoferen was voor hem een
activiteit, hij vind dan ook dat het spreken het voertuig van het denken is.
Zijn bekendheid ontstaat omdat hij zich afzette tegen de filosofen van die tijd, de sofisten.
Sofisten oefenden zich in de spreekkunst, om zich bij elk standpunt te kunnen verdedigen. Dit was
belangrijk omdat de burgerij politiek zeer actief was en een goed woordje moest kunnen doen in het
parlement (ekklesia). Voor de sofisten was filosofie dus een instrument.
Zij geloofden dat de werkelijkheid relatief is. Er bestaat geen absolute waarheid, maar waarheid is
een relatief begrip. De mens is de maat van alle dingen.
Socrates was het hier niet mee eens, filosofie is geen instrument, maar een doel op zich.
Er zijn zowel overeenkomsten als verschillen tussen de filosofie van Socrates en de sofisten
Overeenkomsten: Socrates brengt mensen ook van hun stuk, hij benadrukt ook dat wij eigenlijk maar
weinig weten omdat de wereld zo veranderlijk is.
Verschillen: filosofie is voor Socrates een doel op zich, en geen techniek of middel. Het persoonlijke
inzicht in het ‘’goede’’ is cruciaal bij Socrates: jij moet het zelf ondervinden.
Filmpjes: https://www.youtube.com/watch?v=DKwecwRae8c
https://www.youtube.com/watch?v=fLJBzhcSWTk
week 2
mensbeeld klassieke filosofie
- De natuur leeft en organismen streven naar optimale ontwikkeling (entelechie).
- De mens leeft ook, is sensitief, maar vooralles voor iets wat de natuur beheerst, iets hogers,
om daarmee één te worden.
doel: voortreffelijk te worden in dat verlangen en daar gelukkig van te worden.
Maar hoe: door kennis te krijgen en te oefenen. Denken (theorie), handelen (ethiek) en speculeren
(metafysica).
Plato maakt veel gebruik van mythen in zijn filosofie. Dit doet hij omdat veel verschijnselen moeilijk
te begrijpen zijn. Door middel van verbeelding en metaforen kan dit worden verduidelijkt.
Mythe van Eros
Op het geboortefeest van Aphrodite wordt Eros verwekt door vader succes en moeder armoede.
Eros (liefde) vertoond beide eigenschappen van zijn ouders: aan de ene kant schamel en schraal, aan
de andere kant dapper en energiek. Eros/liefde kent dus nooit rijkdom, maar evenmin gebrek en ook
tussen kennis en onwetendheid staat hij in het midden. Inzicht is één van de mooiste dingen die er
zijn en omdat Eros/liefde gericht is op alles wat mooi is, streeft hij dus naar inzicht.
Plato wil met deze mythe duidelijk maken dat de mens een verlangend wezen is (gemeen met de
goden) maar dat hij in zijn ontwikkeling naar een beter wezen telkens tekortschiet (we zijn
menselijk).
De ziel is volgens Plato het commandocentrum, dit staat tussen het dierlijke en het geestelijke.
, Zielenmythe
de menner van de menselijke ziel bestuurd een tweepaar paarden. De ene is een nobel ras, de
andere het tegenovergestelde. Hierdoor word het besturen van de paarden moeilijk, omdat deze
tegenovergesteld zijn van elkaar.
De menner staat voor rechtvaardigheid, hij is het deel dat de ziel naar de waarheid moet leiden. Hij
zoekt harmonie en het midden. De menner moet sturen, aanvoelen en beslissen wat te doen.
Het witte paard staat symbool voor de hoge verlangens, hij weet wat eerbied is en kent ook
matigheid en ingetogenheid. Hij laat zich leiden door aansporing en gezond verstand.
Het zwarte paard staat symbool voor de lage verlangens, hij neigt tot overmoed en losbandigheid en
gehoorzaamd nauwelijks.
Het witte paard is een cruciale verbinding tussen het verstand en het dierlijke moreel kompas hierbij,
maar ook het zwarte paard is onmisbaar. Soms heb je het ruige dierlijke verstand nodig om de boel
op te schudden. Op zulke momenten moet het witte paard moed tonen om de strijd aan te gaan.
Deze mythe gaat over het omgaan met de verlangens die we hebben, en te zorgen dat beide paarden
de juiste kant op gaan.
Deze twee mythen hebben een verband: de mythe van Eros gaat over de verlangens van de mens, de
zielenmythe gaat over hoe wij omgaan met die verlangens.