Spraak- en Taalontwikkeling
1. De student geeft de definitie van de volgende begrippen (volgens Schaelaekens, 2016,
van den Dungen, 2007, Kingma-van den Hoogen, 2010) en geeft bij elke begrip een
voorbeeld:
Fonologie (segmentele werving) Klankleer- productie van spraakklanken
Fonologie heeft betrekking op de
spraakklanken van een taal. Het verwijst
regelrecht naar een taal (bij fonetiek is dat niet
zo). Voorbeeld: ‘kiliek’ (=kliniek)
Conversatie/Vertelvaardigheden De vaardigheid om rekening te houden met de
gesprekspartner en de situatie. Voorbeeld:
beurtnemen, topic-handhaving
Communicatieve functies Je kunt communiceren.
2. De student benoemt de perioden (prelinguale-, vroeglinguale periode,
differentiatiefase en voltooiingsfase) van de normale verwerving van het Nederlands
(volgens Gillis & Schaelaekens, 2000) en geeft daarbij aan:
1. De namen van de opeenvolgende stadia
2. De fasen die bij elke periode onderscheiden kunnen worden (prelinguaal:
huilen, vocaliseren, vocaal spel, brabbelen; vroeglinguaal: éénwoordfase, twee- en
meerwoordfase; differentiatiefase en voltooiingsfase).
3. De globale leeftijd waarop het stadium aanvangt en voltooid is
4. De kenmerken van de verschillende stadia wat betreft taalbegrip,
taalproductie, fonologie, semantiek, woordenschat, syntaxis, morfologie,
pragmatische, metalinguïstische en communicatieve aspecten.
Fonologie Klanken
Lexicon Woordenschat
Semantiek Betekenis
Morfologie Vorm van taal
Syntaxis Zinsopbouw
Pragmatiek Gebruikt van taal
Basisschema taalontwikkeling
Taalbegrip Taalproductie
Ontwikkeling van begrip van morfosyntaxis = Ontwikkeling van morfosyntaxis = taalvorm
taalvorm (zinsvolgorde)
Ontwikkeling van het passieve lexicon en Ontwikkeling van het actieve lexicon en
semantiek = taalinhoud (hoeveel woorden semantiek = taalinhoud
begrijpt dit kind?)
Ontwikkeling van begrip van pragmatiek = Ontwikkeling van pragmatiek = taalgebruik
taalgebruik (hoeveel woorden kan dit kind
1
,zeggen?)
Ontwikkelingsfasen
Prelinguaelfase (0-1;0) Taalbegrip Taalproductie
Huilen, vocaliseren, vocaal
spel en brabbelen
Fonologie Waarnemen van verschillen in 1. eieieie ... eieiei ... eieiei ...
spraakklanken, onderscheiden 2. a-a-a; eu-eu-eu-eu (met
van kenmerken van nasale bijklank)
spraakklanken, waarnemen 3. uh euwhee (kirt blij); aeiew
van klankgroepen, variaties (hoest zacht); ere ere (kwijlt
van klanken terugbrengen tot beetje); sjsjsjsj (fluisterend);
dezelfde categorie, riiiiiiiiii (heel hoog)
identificatie van klinkers, 4.memememememmm...me
foneemherkenning, meme
patronen ; deda dedadada
5.wawadada; dododoe;
bakagoegoe
6. tiiiiiiiiiiiiii (+ wijsgebaar);
tejtete
(+ steil aankijken); dajdaj +
(wuifgebaar)
Semantiek-Lexicon Begrip van 10 woorden,
Woordherkenning:
woordgrenzen en mentaal
lexicon Contouren van zin
worden herkend
Syntaxis-Morfologie
Pragmatiek (communicatieve Interesse in menselijke stem, Communicatieve intenties,
aspecten) gezamenlijke aandacht voor van protoconversaties naar
elkaar, protoconversaties, dialogen, toename initiatief
interactie met voorwerpen, kind. Imiteren (prespeech
dialogen bewegingen)
Metalinguïsme
Vroeglinguale fase (1;0-2;6) Taalbegrip Taalproductie
éénwoordfase, twee- en
meerwoordfase
Fonologie Protowoorden,
onomatopeeën, woorden zijn
nog niet volwassenen.
Medeklinkers produceren,
maar wel vaak deletie van
eindconsonant en
clusterreductie, reduplicatie
2
, Semantiek-Lexicon Woordenschatexplosie Over- en onderextensie en
mismatch
Syntaxis-Morfologie Begrip van 200 woorden, Zegt 10 woordjes kan twee
begrijpt zinnetjes met 3 woorden combineren, korte
woorden zinnen
Pragmatiek (communicatieve Tonen van emoties
aspecten) Betekenisonderhandelingen
Metalinguïsme Komt los van routineus
taalgebruik, ontdekken alle
dingen een naam/betekenis
Differentiatiefase (2;6-5) Taalbegrip Taalproductie
Explosieve ontwikkeling,
aspecten verfijnd
Fonologie Moet nog afgedekt worden
Semantiek-Lexicon Gaat in hoog tempo verder, Productie van 550 - 1500
begrip van ruim 600 - 1600 woorden
woorden, tweede
woordenschatexplosie
Syntaxis - Morfologie Evolueert aan een zeer snel Maakt zinnetjes met 3 en 4
ritme, flexiemorfologie, woorden, gebruik van
ontwikkeling tijdsbesef samengestelde zinnen, vertelt
gebruik van verschillende spontaan verhaaltjes
werkwoordstijden
Pragmatiek (communicatieve Rekening houden met
functies) gevoelens voor anderen
Metalinguïsme Ontluikend metalinguïstisch
bewustzijn, krijgt meer
interesse voor de
vorm-betekenisrelatie van
woorden
Voltooiingsfase (5-10) Taalbegrip Taalproductie
Puntjes worden op de i gezet
Fonologie
Semantiek-Lexicon Woordenschat zal nog steeds
toenemen
Syntaxis-Morfologie Kinderen herkennen al wel de Complexe zinnen gaan nog
regels, maar nog niet de aarzelend
uitzonderingen op het gebied
van morfologie
Pragmatiek (communicatieve Verhalen vertellen,
aspecten) uitgebreide beschrijvingen
geven, rijmen, (taal)grapjes
maken, liegen en misleiden
Metalinguïsme Metalinguïstisch bewustzijn
groeit, sprake van taal leren
3