Dagvaarding
Toetsing van:
Project consument
2021 HBR-1-PR-17-CO-TOETS 03
Aantal woorden
1610
Hogeschool Leiden Opleiding HBO-Rechten
Klas Reguliere kans
Collegejaar 1, blok 3
1
, DAGVAARDING
Heden, de zestien april tweeduizend eenentwintig,
Heb ik, Arend Johannes de Bruin, gerechtsdeurwaarder ten kantore van XL-gerechtsdeurwaarders te
Rotterdam en aldaar kantoorhoudende aan de Willemskade 402.
OP VERZOEK VAN:
Bastiaan Adams, wonende te 3023 XM Rotterdam, die voor deze zaak aldaar woonplaats kiest op het
kantooradres van juridisch advieskantoor Slotenburg B.V., aan de Binckhorstlaan 123 te Den Haag,
van welk kantoor mr. Lisa Balk in deze zaak als gemachtigde optreedt,
hierna te noemen: eiser
GEDAGVAARD:
de besloten vennootschap Snelle Scooters, gevestigd te 3083 CX Rotterdam, aan het adres Zuidplein
114A aldaar aan dat adres mijn exploot doende en afschrift dezes en van de hierna te vermelden
producties, latende aan: mevrouw S.L. de Jong aldaar werkzaam,
hierna te noemen: gedaagde,
OM:
op zes mei tweeduizend eenentwintig des voormiddags te 10.00 uur in persoon of bij gemachtigde te
verschijnen ter openbare terechtzitting van de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, locatie
Rotterdam, zitting houdende in het gerechtsgebouw aan het adres 3072 AK, Wilhelminaplein 100 te
Rotterdam.
MET DE AANZEGGING, DAT:
a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig
betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, de rechter verstek
tegen gedaagde zal verlenen en de hierna omschreven vordering zal toewijzen, tenzij deze hem
onrechtmatig of ongegrond voorkomt;
b. bij verschijning in het geding van gedaagde een griffierecht zal worden geheven, te voldoen
binnen vier weken te rekenen vanaf het tijdstip van verschijning;
c. de hoogte van het griffierecht is vermeld in de meest recente bijlage behorend bij de Wet
griffierechten burgerlijke zaken, die onder meer is te vinden op de website:
www.kbvg.nl/griffierechtentabel;
d. van een persoon die onvermogend is, een bij of krachtens de wet vastgesteld griffierecht voor
onvermogenden wordt geheven, indien hij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven
heeft overgelegd:
1. een afschrift van het besluit tot toevoeging, bedoeld in artikel 29 van de Wet op de
rechtsbijstand, of indien dit niet mogelijk is ten gevolge van omstandigheden die redelijkerwijs
niet aan hem zijn toe te rekenen, een afschrift van de aanvraag, bedoeld in artikel 24, tweede
lid, van de Wet op de rechtsbijstand, dan wel
2. een verklaring van het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, bedoeld in artikel 7, derde lid,
onderdeel e, van de Wet op de rechtsbijstand waaruit blijkt dat zijn inkomen niet meer
bedraagt dan de inkomens bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel
35, tweede lid, van die wet.
2