Inhoudsopgave
Lecture Q1A............................................................................................................................................1
Aantekeningen...................................................................................................................................1
KOM....................................................................................................................................................2
Lecture Q1B – inductive coding and observation...................................................................................4
Aantekeningen...................................................................................................................................4
Ritchie & Lewis...................................................................................................................................7
Morling...............................................................................................................................................9
KOM – observation and inductive coding...........................................................................................9
Lab meeting Q1....................................................................................................................................10
Uitleg................................................................................................................................................10
Lecture Q2A..........................................................................................................................................12
Aantekeningen.................................................................................................................................12
Lecture Q2B..........................................................................................................................................14
Aantekeningen.................................................................................................................................14
Hsieh (2005).....................................................................................................................................16
Morling.............................................................................................................................................16
Lab meeting Q2....................................................................................................................................17
Uitleg................................................................................................................................................17
Probst (2015)....................................................................................................................................17
,Lecture Q1A
Aantekeningen
Recap KOM
Survey is gestructureerd en kwalitatieve interviews zijn niet gestructureerd of semi gestructureerd.
Wat helpt: content juiste vragen stellen. Relational motivational behavior
Interviews
Goed interview: wederzijdse interactie(doorvragen), responsiviteit (ondanks staat respondent),
vertrouwen.
Interviewer: build rapport, actief luisteren, relevante follow up vragen, nog niet over analytische
begrippen denken (je verwacht iets op basis van de data en kennis die je al hebt, daar nog niet aan
denken dan ga je sturen).
Soorten interviews: face-to-face (interviewer en observator), telefoon, online, go-along interview
(meelopen), etnografisch interview (duurt lang).
Interview afnemen:
Stap 1: aankomen + voorstellen Establishing rapport, Hosting the interaction
Stap 2: onderzoek introduceren (oppassen dat dit niet voor bias zorgt). Informed consent
uitleggen, Scope of the interview
Stap 3: interview beginnen Achtergrondinformatie verzamelen
Stap 4: tijdens het interview Breedte en diepte
Stap 5: interview afsluiten Afronden aangeven/advance notice, Positief afsluiten
Stap 6: Na het interview hoe de informatie gebruikt zal worden, blijf en help om positief af te
sluiten, Listen for doorstep data (soms komt na het interview nog informatie). Afspreken voor
checken.
Focus groups
Carefully planned series of discussions designed to obtain perceptions on a defined area of interest in
a permissive, nonthreatening environment.
Interactie, participanten luisteren, reflecteren en hun eigen standpunt herzien. Geen
groepsinterview, het is een groepsgesprek. Spontaan, natuurlijke setting. Maakt de analyse
ingewikkelder.
Waarom: problemen vaststellen, nieuwe ideeën stimuleren of nieuwe relaties ontdekken,
programma’s evalueren, kwantitatieve data interpreteren. Doel is niet consensus bereiken, maar
juist standpunten van verschillende stakeholders verzamelen.
Voordelen: groepsinteractie, nieuwe topics komen aan bod (kan ook nadeel zijn).
Nadelen: niet ervaren moderator, tijd en logistieke moeite, complexe data analyse, oncomfortabele
participanten.
Vermijden: geen afspraken aangaan die je niet na kunt komen, als participanten niet goed met elkaar
kunnen, als het onderwerp niet geschikt is voor de participanten, als je statistische data nodig hebt.
Fasen focusgroep:
Plannen recruit deelnemers moderating analyse en rapportage
Scene-setting and ground rules individuele introductie opening topic discussie afsluiting
Groepsproces: forming (kennismaken) storming (niet met elkaar omgaan) norming (begin
groepsfunctioneren) perform (discussie) adjourning (uit elkaar gaan).
Focusgroep gaat ook door dit groepsproces, dus moeilijke vragen kun je beter niet aan het begin
stellen, maar bij de fase ‘perform’.
1
, Groepscompositie en grootte
- Heterogeniteit of homogeniteit.
- Vreemden, kennissen, bestaande groepen
- Groepsgrootte 6-12 anders teveel data en brengt niets nieuws meer. Hangt af van
onderwerp, sensitiviteit of complexiteit, breedte (veel) en diepte (weinig) data die je nodig
hebt, beschikbaarheid populatiegroep.
Soorten focusgroepen: two-way (twee groepen, kijken naar elkaar), dual moderator (1 groep, 2
moderators), dueling moderator (2 moderator, hebben allebei tegengestelde visies), respondent
moderator (participant is moderator > meer diverse antwoorden), online focus groups.
Online focus groepen: Chatroom normale focusgroep online. Bulletin board focus groep staat
bepaalde tijd open waarbinnen participanten kunnen reageren.
Ontwerp online focus groepen: van tevoren de vragen publiceren, korte en duidelijke vragen,
meerdere technieken, online gamen gebruiken.
Topic guides
Document that outlines the key questions, subtopics, and prompts to be used during data collection.
Props question: vragen over iets als iemand een onderwerp al heeft opgebracht
Prompting questions: vragen over onderwerp dat de respondent nog niet heeft genoemd.
Topic guide ontwerpen: meerdere interviews moeten consistent zijn in dataverzameling, flexibel voor
individuele details, consultatie en discussie met stakeholders (dat anderen begrijpen wat je gaat
doen), gedeeld begrip van de bedoelde aanpak.
Inhoud, structuur, lengte: hangt af van onderzoek, onderwerpen bij elkaar zetten en geen herhaling,
gestructureerd om een antwoord te krijgen maar niet te zodat je meer een survey krijgt.
Interview: Introductie, achtergrond informatie, openingsvragen, vragen over het ontwerp,
afsluitingsvragen.
Focusgroep: korter, omdat je minder kunt voorspellen dus alleen de hoofdzaken.
Memos and recording
Data collection summary sheets: key point, extra details over particpant, issues relating to the
context, algemene observaties, topic guide evaluatie en gedachten over aanpassingen hiervan,
gedachten over analyse.
Recording data: audio, dingen die niet op audio komen kun je opnemen in de memos. Foto’s/video’s
setting, beschrijving over setting.
Label observaties.
KOM
Kenmerken wetenschappelijk onderzoek: empirisch, controleerbaar, probabilistisch.
Theorie: Falsifieerbaar en spaarzaam
Onderzoeksvragen: Fundamenteel of toegepast
Kwalitatief onderzoek
Sociale fenomenen begrijpen vanuit hun natuurlijke context om empirische patronen te vinden die
een startpunt kunnen zijn voor theorievorming.
1. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent
2. De onderzoeker heeft een contextuele benadering
3. Het perspectief van de respondenten staat centraal
2