Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................4
Casus..................................................................................................................................................5
1. Criterium 1, achtergronden, strafrecht criminologie en casuïstiek.....................................................7
1.1. Begrip jeugdcriminaliteit.............................................................................................................7
1.2. Cijfers jeugdcriminaliteit..............................................................................................................8
1.2.A. Tabel geregistreerde minderjarige verdachten (2005-2016), Laan & Beerthuizen (2017)....8
1.3. De groepen overtreders...............................................................................................................9
1.3.A. Kickgedrag............................................................................................................................9
1.3.B. Harde kern..........................................................................................................................10
1.3.C. Meelopers...........................................................................................................................10
1.3.D. Psychopathische jeugddelinquenten..................................................................................10
1.4. Strafrecht...................................................................................................................................11
1.4.A. Jeugdstrafrecht...................................................................................................................11
1.4.B. Adolescentenstrafrecht voor jongeren van 16 tot 23 jaar..................................................12
1.4.C. Casuïstiek koppeling strafrecht...........................................................................................13
1.5. Verklaringen criminologie..........................................................................................................13
1.5.A. Anomietheorie/ oorzaaktheorie.........................................................................................13
1.5.B. Casuïstiek vanuit de anomietheorie en verklaringen criminologische oorzaaktheorie.......15
1.5.C. Bindingstheorie/ controle en beheersingstheorie..............................................................16
1.5.D. Casuïstiek bindingstheorie.................................................................................................17
2. Criterium 2, criminogene factoren en casuïstiek..............................................................................18
2.1. Criminologe factoren.................................................................................................................18
2.1.A. Casuïstiek en criminologe factoren.....................................................................................19
2.1.B. Recidive..............................................................................................................................20
2.1.C. Protectieve factoren...........................................................................................................20
2.1.D. Het sociaal ontwikkelingsmodel.........................................................................................21
2.1.E. Casuïstiek............................................................................................................................22
3. Criterium 3, what works principes en casuïstiek...............................................................................23
3.1. What works principes................................................................................................................23
3.2. Voor en nadelen what-works principes.....................................................................................23
3.2.A. Casuïstiek Plan van aanpak Jemik.......................................................................................25
4. Criterium 4, erkende interventies, behandelen en straffen en kansrijke interventies......................29
4.1. Erkende interventies..................................................................................................................29
3
, Examenopdracht Aanpak jeugdcriminaliteit 3.5
4.1.A. Erkende residentiële interventies.......................................................................................29
4.1.B. Niet erkende residentiële interventies...............................................................................30
4.1.C. De sociale omgeving versus de sociale vaardigheden.........................................................30
4.2. Behandelen en straffen.............................................................................................................30
4.3. Rechtvaardiging om te behandelen of straffen..........................................................................32
4.3.A. Reflectie professional.........................................................................................................32
4.4. Kansrijke interventies................................................................................................................33
5. Bronnen............................................................................................................................................35
Inleiding
Om de leeruitkomsten van de module jeugdcriminaliteit 3.5 aan te tonen heeft de student doormiddel
van de opdrachten de leeruitkomsten aangetoond.
Binnen de opdracht van de module jeugdcriminaliteit 3.5 wordt er gebruik gemaakt van een casus die
de student heeft verkregen van een ambtenaar binnen de gemeente, die werkzaam is binnen de
afdeling orde en veiligheid. Uit privacy van de ambtenaar en de gemeente wordt er niet benoemd wie
en waar de casus zich afspeelt. De rol van de ambtenaar is het zijn van de netwerkregisseur rondom
de jeugdige, waarbij zij contact onderhoudt met de jeugdige zelf, het sociale netwerk en het
professionele netwerk om te kijken naar kwaliteitsverbetering binnen de problemen van de jeugdige.
Daarnaast wordt er in criterium één uitleg gegeven over het begrip jeugdcriminaliteit en de cijfers in
Nederland. Er is door de student een beschrijving gemaakt aan de hand van verschillende literatuur
over de groepen overtreders, het strafrecht en de criminologische verklaringen. Hierbij is een
koppeling gemaakt naar de casus aan de hand van de literatuur.
Binnen criterium twee worden de criminologe factoren beschreven aan de hand van de anomietheorie
en de bindingstheorie, waarbij er een koppeling gemaakt is tussen de literatuur en de casuïstiek.
Wanneer er gekeken wordt naar criterium drie binnen de opdracht komen de what works principes
terug. Deze benadering probeert nieuw delictgedrag en recidive te voorkomen doormiddel van
passende interventies. De interventies zijn beoordeeld op basis van de voor- en nadelen op de
jeugdige binnen de casus. Ook hier is een koppeling gemaakt naar de casus, zijn er twee interventies
beschreven en worden de betrokken ketenpartners omschreven. Tot slot in criterium vier, is er een
beschrijving gedaan van de erkende manieren van behandelen, straffen en interventies toepassen.
Hierbij wordt er opnieuw een koppeling gemaakt tussen de literatuur en casuïstiek.
Leeruitkomsten
Je bent in staat factoren die een rol spelen bij het ontstaan en verminderen van crimineel gedrag bij
jongeren te onderzoeken en je kunt kansrijke interventies voorstellen om het criminele gedrag te
voorkomen, te verminderen en de kans op herhaling te verkleinen.
Dit houdt in:
Je kunt op basis van theoretische inzichten de achtergronden en vormen van
jeugdcriminaliteit beschrijven.
Je kunt de factoren onderzoeken die een rol spelen bij het ontstaan en het verminderen van
crimineel gedrag.
Je kunt aan de hand van de ‘what works-principes’ interventies beschrijven om recidive te
voorkomen en resocialisatie te bevorderen.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper arjan_corinde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.