In deze samenvatting worden de Latijnse termen om richtingen en vlakken van doorsnede aan te duiden besproken.
Ook komen de primaire functies van het beenderstelsel, de macroscopische kenmerken van beenderen en de microscopische kenmerken van beenweefsel aan bod. Botvorming wordt ook besproken, nam...
Samenvatting anatomie en fysiologie tractus
locomotorius
Hoofdstuk 1: Inleiding tot de anatomie en fysiologie
§1.7
Termen om richtingen aan te duiden
Term Gebied of referentie Voorbeeld
Anterior De voorkant; voor
Ventraal De buikzijde (synoniem voor anterior De navel bevindt zich aan de ventrale
bij menselijk lichaam) (anterior) zijde van de romp.
Posterior De achterzijde, achter
Dorsaal De rugzijde (synoniem voor posterior Het schouderblad bevindt zich dorsaal
bij menselijk lichaam) (posterior) ten opzichte van de thorax.
Craniaal of cefaal In de richting van het hoofd De caraniale of cefale rand van het
bekken bevindt zich boven de dij.
Superior Boven, op een hoger niveau (in het De neus bevindt zich superior ren
menselijk lichaam in de richting van het opzichte van de kin.
hoofd)
Caudaal In de richting van de staart De heupen bevinden zich caudaal ten
opzichte van de shouders.
Inferior Onder, op een lager niveau De knieën bevinden zich inferior ten
opzichte van de heupen.
Mediaal In de richting van de lengteas van het De mediale oppervlakken van de dijen
lichaam kunnen tegen elkaar aan worden
gebracht.
Lateraal In buitenwaartse richting weg van de De dij scharniert met het laterale
lengteas van het lichaam oppervlak van het bekken.
Proximaal In de richting van een De dij bevindt zich proximaal ten
aanhechtingspunt opzichte van de voet.
Distaal In de richting weg van een De vingers bevinden zich distaal ten
aanhechtingspunt opzichte van de pols.
Oppervlakkig gelegen Bij, nabij of betrekkelijk dicht bij de De hoofdhuid is oppervlakkig gelegen
buitenkant van het lichaam ten opzichte van de schedel.
Diep gelegen Verder verwijderd van de buitenkant Het bot van de dij ligt diep ten opzichte
van het lichaam van de omringende skeletspieren.
Termen waarmee vlakken van doorsnede worden aangegeven
Vlak Oriëntatie van het vlak Referentie aan richting Omschrijving
Transversaal of Loodrecht op de Transversaal of Een transversale of horizontale
horizontaal lengteas horizontaal doorsnede scheidt een bovenste
en onderste gedeelte van het
lichaam
Sagittaal Parallel aan lengteas Sagittaal Een sagittale doorsnede scheidt
, een linker- en rechtergedeelte.
Midsagittaal Bij een midsagittale doorsnede
loopt het vlak door de middellijn,
waardoor het lichaam door het
midden wordt gedeeld en de
linker- en rechterhelft worden
gescheiden.
Frontaal of Frontaal of coronaal Een frontale of coronale doorsnede
coronaal scheidt een ventraal en dorsaal
gedeelte van het lichaam; coronaal
heeft meestal betrekking op
doorsnede door het hoofd.
Hoofdstuk 6: Het beenderstelsel
§6.1
Het beenderstelsel heeft vijf primaire functies:
1. Ondersteuning; biedt structurele ondersteuning voor het gehele lichaam.
2. Opslag; voor calcium, fosfaat en vet.
3. Vorming bloedcellen; in het rode beenmerg worden onderdelen van het bloed
gevormd.
4. Bescherming; biedt bescherming voor zachte weefsels.
5. Beweging; veel beenderen fungeren als hefboom waardoor de grootte en de richting
van de krachten die de spieren uitoefenen, worden gewijzigd.
§6.2
Beenweefsel is een steunweefsel dat gespecialiseerde cellen en een matrix bevat.
Een matrix bestaat uit extracellulaire eiwitvezels en een grondsubstantie.
§6.2.1 Macroscopische kenmerken van beenderen
Het menselijke skelet bevat 206 beenderen.
Er zijn 4 soorten beenderen in het skelet van de mens:
1. Lange beenderen; zijn langer dan breed zoals de beenderen van de ledematen.
2. Korte beenderen; hierbij is de lengte en breedte ongeveer gelijk, zoals de beenderen
van de pols en enkels.
3. Platte beenderen; zijn dun en in verhouding breed zoals de ribben, schouderbladen.
4. Onregelmatige beenderen; hebben een ingewikkelde vorm die niet gemakkelijk in
een andere categorie past, zoals de wervels.
Een lang bot heeft een centrale schacht of diafyse die een centraal gelegen mergholte
omgeeft.
Deze holte bevat beenmerg, een zacht, vettig weefsel.
De verbrede gedeelten aan beide uiteinden, de zogenaamde epifysen, zijn met gewricht
kraakbeen bedekt.
Compact beenweefsel is vrijwel massief, terwijl spongieus beenweefsel eruitziet als een
netwerk van benige staafjes of balkjes, door holten van elkaar gescheiden.
Het buitenste oppervlak van het bot is met een periosteum (periost) of buitenste beenvlies
bedekt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floorduijsens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.