Westerse Architectuur en Beeldende Kunst voor 1300
college 6: 28/9: Romaanse bouwkunst – hand-out
Waar gaat het college over?
Dit college handelt over Romaanse bouwkunst.
In het begin wordt ingegaan op de problemen mb.t. de definiëring van wat nu eigenlijk ‘romaans’ is
en waar de term vandaan komt.
Verder komt aan de orde welke ontwikkelingen de architectuur doormaakte vanaf de Karolingische
periode tot in de twaalfde eeuw en hoe het romaans zich in de verschillende delen van Europa heeft
ontwikkeld.
Sint-Michael in Hildesheim
Dom te Speyer
het Lotharkreuz
de zuil van Bernward van Hildesheim
Jumièges, St Etienne Caen, Ely, Durham
Kort na het jaar 1000 kwam het monumentale bouwen weer op gang, zoals ook opgemerkt werd in
de geschriften van tijdgenoten. De 11de-eeuwse monnik Raoul Glaber verwoordde het verschijnsel
aldus:
• Bouw van veel kerken.
• Millennium denken
• Relieken trekken pelgrimà brengt geldà nieuwe kerken bouwen
Lijd tot veel kritiek.
Reliekencultus 'big business ‘– kerken worden steeds mooier, want dat leverde vaak veel
geld op (kostte ook geld) – leidde tot kritiek o.m. van Bernard van Clairvaux:
Keerzijdeà over de st foy beeldjeà volgeplakt met juwelen, allemaal giften van pelgrims
opgeplakt
Romaansà term later bedacht
TERMINOLOGIE EN DEFINITIEPROBLEMEN
• 18de eeuw: alles wat niet Romeins of Renaissancistisch was, was ‘gotisch’ ‘van de Goten’, van
barbaarse makelij.
• Pas begin 19de eeuw ging men differentiëren tussen gotische en Romaanse
architectuur.
• In 1818 lanceerde Charles de Gerville de term ‘roman’ (Romaans) voor de
bouwkunst uit de eeuwen na de teloorgang van het Romeinse Rijk: ‘opus
romanum dénaturé ou successivement dégradé par nos rudes ancêtres’.
De Romaans term is pas later bedacht.
In 1818 lanceerde Charles de Gerville de term ‘roman’ (Romaans) voor
de bouwkunst uit de eeuwen na de teloorgang van het Romeinse Rijk:
‘opus romanum dénaturé ou successivement dégradé par nos rudes
ancêtres’.
Beetje pessimistisch.
Arcisse de Caumontà schrijft een boek en gebruikt ook beide termen,
romaans en gotisch
,HOE DEFINIEER ROMAANS
Haslinghuis, Bouwkundige termen:
“Romaanse bouwkunst is de bouwkunst die zich sinds ongeveer het midden van de tiende eeuw
ontwikkelde in de Romaanse talen sprekende landen en in die van het heilige Roomse Rijk onder
Saksische [Ottonen] en Salische keizers, alsmede in een ruim gebied daaromheen: de Hongaarse,
Boheemse, Poolse, Scandinavische, Angelsaksische landen. Archeologen en kunsthistorici uit de
negentiende eeuw gaven er aanvankelijk de namen ‘Byzantijns’, ‘Longobardisch’, ook ‘Oud-Duits’ aan,
welke benamingen licht werpen op verschillende der samenstellende [Oosterse, Noordse] factoren van
deze op de tronk der Karolingische bouwkunst zich ontplooiende stijl. Enkele archeologen willen de
kiemen van deze stijl in Spanje zoeken…”
àVerschillende romaanse stijlen per landàperiode waar veel gebeurt, gebruikt voor de architectuur
tussen 11de en 12de eeuw
VB.
Ely, Engeland
Lessay, Normandië
San Miniato al Monte, Florence, Italië
Speyer, Duitsland
ROMAANS
De gebouwen die ontstonden tussen grofweg het midden van de 10de eeuw en het midden van de
12de eeuw. De kerk is nu niet langer de vergaderzaal, waarvan de wanden met christelijke
voorstellingen zijn versierd, maar een bouwwerk, dat in zijn geheel moet getuigen van het christelijk
geloof.
Wat verandert er:
1: Oostkant almaar ingewikkelder – oorzaak: opkomst reliekencultus in 11de en 12de eeuw – groei
aantal altaren - groei van het aantal pelgrims. Dit ingewikkelder worden uitte zich op verschillende
manieren, namelijk:
1a: De ringcrypte en de andere typen crypten uit de Karolingische periode ongeschikt voor het
ontvangen van vele pelgrims - ontstaan echte crypte, onder of achter het koor.
, Fig. De kerk van St. Georg in Keulen.
De crypte ligt onder het
oostkoor langgerekt koor,
rode gedeelte alleen voor
de clerus bij het koor.
Kortom alles is gesloten
voor de gewone mensen.
Gescheiden circuits voor
gewone mensen en de
clerus.
Grotere crypte waren een
noodzaak.
Ringcrypte met confessio
zijn verdwenen. Niet meer
handig het wordt te druk.
Bij de kerk van Susteren (Zuid-
Limburg) is sprake van een
buitencrypte; deze ligt niet onder
maar achter het koor
Half ondergronds half boven.
Deze ligt achter het koor.
1b: Schrijn heilige zichtbaar opstellen in het koor – probleem: leken mogen niet in het koor - leidt tot
zijbeuken rondom het koor, dus het bouwen van de zogenaamde kooromgang.
1c: Er waren meer en meer altaren benodigd en daarom bouwde men aan de oostkant van sommige
kerken hele rijen apsiden. Een andere mogelijkheid om het aantal altaren te vermeerderen was om
langs de kooromgang straalkapellen te bouwen.
Fig. Reconstructie van de kathedraal van Santiago de Compostellaà (rechts)
Fig. Plattegrond en oostzijde van de kerk van St Sernin in Toulouseà absides helemaal rondom het
kooromgang, lijkt op Compostella, heeft straatkapellen, buitenste zijbeuken lopen helemaal rond
(links)