College 1: introductie college
Waarom belangrijk om kritisch en evidence-based te handelen?
► Veel, dure, onorthodoxe behandelingen die misbruik maken van kwetsbare jeugd en gezinnen.
Belangrijk om te handelen naar evidentie die bestaat, zowel evidence en practice (gap tussen). Welke
interventies zijn beschikbaar? Ethisch verantwoord werken, beste keuze die op dat moment
beschikbaar is.
Interventie = tussenkomst, of actieve handeling, als antwoord op pedagogische hulpvragen of met het doel
opvoedingsproblemen te verlichten of te voorkomen.
rationele basis: wat is er aan de hand? analyse van de opvoedingsvraag, diagnostiekuitkomsten en
opvoedingscontext (mogelijkheden) leidt tot een bepaalde keuze (NJI). Etisch verantwoord? Vraagt om
goed onderbouwde interventies.
Verschillende scholen van denken over de mens (van nature naar nurture)
(Neuro)biologische (1)
Oorzaken van (ab)normaal denken en gedrag; genetica, hersenen niet in orde, biologisch en medisch.
Behandelingsvormen; behandeling houdt verband met de veronderstelde oorzaak van gedrag,
chemotherapie, medicatie, shocktherapie geneeskundige kant behandeling (geen orthopedagoog)
Behandelingsdoelen; symptoombestrijding of onderliggende oorzaken van psychopathologie om te draaien.
LET OP: vaak in combinatie met cognitieve behandeling
Kritiek: deterministisch, alleen gericht op symptoombestrijding (vrijheidsbeperkende maatregelen)
Psychoanalytisch (2)
Oorzaken van (ab)normaal denken en gedrag; persoonlijkgeid is voor een groot deel
onbewust. Het onbewust beinvloedt het bewuste (zie afbeelding). Abnormaal gedrag
is verstoring van balans onder de waterspiegel. Het superego (morele gedeelte)
probeert tussen het ego (bewustzijn) en het ID (klein kind) een compromis te sluiten.
Behandelingsvormen; psychoanalytische therapie
Behandelingsdoelen: richt zich op de onbewuste conflicten tussen EGO, ID en super-
EGO lastig meetbaar of het effectief is.
Kritiek: niet falsificeerbaar
Cognitieve (!) (3)
VB: psychoeducatie ouders
Oorzaken van (ab)normaal denken en gedrag; cognitieve problemen, men kan eigen gedachten niet
controleren en reguleren, stressreacties bij zien van stimuli, ideeën over zichzelf en anderen
Behandelingsvormen; zowel cognitieve herstructurering en gedragstherapie (modificatie)
CGT (definitie nodig) = cognitieve school (indirect, cognitieve herstructurering) + behaviorisme (direct,
klassiek conditioneren)
VB: input (7 woorden) processing output (5 woorden). Een concept zoals het korte termijn geheugen
is niet te vinden in de hersenen, dit is het proces.
Behandelingsdoelen; onrealistische, irrelevante ideeën te herstructureren
Kritiek: minder goed bruikbaar bij jonge kinderen en LVB cliënten
Pagina 1 van 15
, TOEPASSING:
Vraag jezelf bij elke behandeling af welke school erachter zit? Cognitie? Omgeving? Gedrag?
Humanistisch (4)
LET OP: meer psychologisch, weinig gebruik gemaakt door de manier waarop er gekeken wordt naar de
mens niet generaliseerbaar, elk mens is uniek
Oorzaken van (ab)normaal denken en gedrag; redenen waardoor iemand zijn ware aard niet kan
uitdrukken. Persoon ontkent zichzelf voor een gedeelte.
Behandelingsvormen; inzichtverschaffende therapie, cliënt zelf inzicht verwerven in eigen problematiek.
Behandelingsdoelen; opnieuw ontdekken over je gehele zelf, met als doel zelfontplooiing bereiken.
Kritiek: geen RCT of generalisatie
Behaviorisme (!) = meetbaar (operant en klassieke conditionering) (5)
LET OP: elke interventie waarin gedrag, beloning of bekrachtiging in voorkomt is behavioristisch
Oorzaken van (ab)normaal denken en gedrag; iemand heeft foute gedragingen geleerd (omgeving).
Behandelingsvormen; technieken operante conditionering (consequenties verbinden aan gedragingen),
technieken klassieke conditionering (geleidelijke blootstelling aan stressvolle stimuli of uitdoven van eerder
geleerde gedragingen zoals extentie).
Behandelingsdoelen: ‘fout’ gedrag afleren en ‘goed’ gedrag aanleren abnormeel gedrag elimineren
Kritiek: reductionisme alles wordt uitgelegd aan de hand van leren
Gaat voorbij aan cognitieve factoren
College 2: Traumaverwerking
Soort trauma:
Enkelvoudige trauma: eenmalige gebeurtenis die korte tijd duurt, waardoor je klachten kan ontwikkelen
post traumatisch stressstoornis.
Chronische trauma: ervaring van meerdere traumatische gebeurtenissen, lastiger om te behandelen
(veerkracht/tegengif: ingrijpende gebeurtenissen goed verwerken).
Complexe trauma: speciale vorm van chronische trauma: vroegkinderlijke chronische trauma binnen
relatie met hun ouders.
Meerdere traumatische gebeurtenissen beginnend op zeer jonge leeftijd
De volwassenen die voor het kind zouden moeten zorgen en het zouden moeten
beschermen veroorzaken de stress en/of zijn niet in staat hun kind te helpen bij het
reguleren van de stress.
Niet elke schokkende gebeurtenis leidt tot trauma. Bepaalde factoren vergroten het risico; jonge
leeftijd/laag ontwikkelingsniveau (0-3 jaar, maar wel minste oog voor deze kinderen), slachtoffer of getuige
zijn van geweld tussen mensen, verlies van een gehechtheidspersoon, gebrek aan sociale steun.
Als degene van het ongeluk na het trauma steun krijgt van een hechtingsfiguur, kan het trauma minder
worden.
Heftiger trauma als het gaat om een mensen die je vertrouwt. Bij een auto-ongeluk ligt het buiten de
mens. Emotionele verwaarlozing komt het meeste voor, maar is het lastigst om vast te stellen.
Pagina 2 van 15